Een student kreeg een bijl in zijn schedel tijdens een caféruzie en een ander werd doodgestoken omdat hij een paar zingende mannen had geprovoceerd.
De voorbeelden van brute moorden in middeleeuwse Engelse universiteitssteden worden uitgebreid belicht in een grote studie, die de gewelddadige escapades in Oxford, Cambridge en York onder de loep heeft genomen.
In de indrukwekkende databank Medieval Murder Maps brengen onderzoekers bekende moordzaken in de drie steden in kaart – en zo ontdekten ze een angstaanjagende trend: in de middeleeuwen had je vier tot vijf keer meer kans om vermoord te worden als je in de studentenstad Oxford woonde dan in Londen of York.
Van de moordenaars in Oxford werd 75 procent door de middeleeuwse lijkschouwers aangeduid als ‘clericus’, en hetzelfde geldt voor 72 procent van de slachtoffers. In deze periode werd met ‘clericus’ meestal een student of lid van een universiteit bedoeld.
‘De studenten aan Oxford waren mannen tussen de 14 en 21 jaar – de piek voor geweld en het nemen van risico‘s. Het waren jonge mannen die voor het eerst waren bevrijd van de strenge sociale controle door familie, de kerk of een gilde, en in een omgeving terechtkwamen met wapens, kroegen en sekswerkers,’ vertelt hoogleraar Manuel Eisner, onderzoeksleider en directeur van het Cambridge Institute of Criminology.
Leeftijd was echter niet de enige reden dat er zo veel geweld plaatsvond in de studentenstad. Veel studenten waren lid van broederschappen, nations, die vaak bloedige conflicten uitvochten.
Jury moest zelf een verdachte aanwijzen
Je kunt op verkenning gaan in de moordzaken die zijn gepubliceerd op een website van het Violence Research Centre van Cambridge University.
Met behulp van historische kaarten hebben de onderzoekers een atlas opgesteld van 354 moorden in de drie steden. Elke zaak bevat het originele rapport van de lijkschouwer, vertaald uit het Latijn. Veel zaken bevatten ook een vonnis.
‘Als er in de late middeleeuwen in Engeland een potentieel slachtoffer werd gevonden, werden de lijkschouwer en een jury ingeschakeld,’ vertelt Eisner. ‘Een jury bestond gewoonlijk uit inwoners met een goede reputatie. Zij moesten een tijdlijn maken door getuigen te horen, eventueel bewijs te beoordelen en een verdachte aan te wijzen.’
De juryrapporten waren een combinatie van detectivewerk en geruchten, zeggen de onderzoekers. Sommige jury’s creëerden een strategisch narratief om de uitkomst te beïnvloeden, bijvoorbeeld omdat ze dachten dat de moord zelfverdediging was.

In de middeleeuwen hadden de meeste mensen een mes op zak. Dat werd voor alledaagse dingen gebruikt, maar kon een tegenstander ook flink verwonden. Dit is een aantal messen uit de periode 1200-1500, gevonden in de Theems.
Alcohol leidde tot krankzinnige gevechten
Vooral in Oxford was het fijn als je de jury ervan kon overtuigen dat het zelfverdediging was. In de 14e eeuw was de stad een van de belangrijkste Europese kenniscentra, met een bevolking van 7000 inwoners, van wie 1500 studenten. Maar het was er ook een gewelddadige bedoening.
Manuel Eisner en coauteur Stephanie Brown schatten dat het moordcijfer in Oxford destijds rond de 60 à 75 per 100.000 inwoners lag. Dat is ongeveer 50 keer zo hoog als in de Engelse steden van nu. De combinatie van jonge, mannelijke studenten en alcohol werkte als een snelkookpan.
Op een donderdagavond in 1298 liep een discussie tussen studenten in een kroeg in Oxford High Street uit op een enorm gevecht met zwaarden en strijdbijlen. Eén student overleed nadat hij met een bijl op zijn hoofd was geslagen.
Veel beter ging het niet in 1306, toen een groep mannen uit de gegoede burgerij de geboortedag van Johannes de Doper (Sint Jansfeest) had gevierd. Rond middernacht liepen ze zingend door de straten, maar toen kwamen ze Gilbert de Foxlee tegen, die met getrokken zwaard eiste deel te nemen aan hun koor.
Toen de mannen hem dat weigerden, rende hij ze achterna, roepend dat hij bij een van de mannen een hand zou afhakken en zijn plaats in het koor zou innemen. Op een gegeven moment waren de vijf mannen er klaar mee. Ze vielen Foxlee aan en brachten hem meerdere verwondingen toe. Foxlee stierf acht weken later, maar het lijkt erop dat de mannen daar niet voor veroordeeld zijn.
Er waren ook moorden met voorbedachten rade. Zo werd de ambtenaar Richard Overhe tijdens een zomernacht in 1324 door vier studenten aangevallen ‘met zwaarden, schilden en andere wapens’. Hij werd dood in zijn appartement gevonden.
Maar hoewel dit alles nogal heftig klinkt, benadrukt Eisner:
‘Het leven in een middeleeuws stadscentrum kon ruw zijn, maar het was zeker niet wetteloos. De samenleving kende haar rechten en gebruikte de wet als er conflicten ontstonden.’
Bekijk de interactieve databank van middeleeuwse moorden hier: https://medievalmurdermap.co.uk/