Op een late avond in de jaren 1220 klimt de ridder Ulrich von Liechtenstein uit de slotgracht van een Oostenrijks kasteel.
Zijn voddige kleren stinken naar urine, maar dat kan hem niets schelen: vanavond zal hij oog in oog staan met zijn hartendief.
Rillend van de kou sluipen de ridder en zijn trouwe page naar de kasteelmuur, waar een lichtschijnsel van een balkon komt. Dat kan maar één ding betekenen: zijn vlam wacht op hem in haar kamer.
‘Ik zal mijn lichaam en mijn gehele ziel / en het leven zelf wijden aan de vrouwen.’ Ridder Ulrich
Nu hij zich voor haar een weg door het land heeft gevochten, zal ze hem eindelijk de liefdesnacht schenken waar hij al zo lang naar smacht.
Als hij het lange, witte laken ziet dat aan het balkon hangt, slaat Ulrich geen acht meer op de bewakers van het kasteel. Hij rent op het laken af en pakt het stevig beet.
Dan hijsen de dienstmeisjes van de edelvrouw hem giechelend op.
De bijzondere entree en de gevolgen ervan beschreef Ulrich von Liechtenstein in 1255 zelf in zijn autobiografie Vrouwen dienest (Vrouwendienst), die in versvorm geschreven is.
Zoals de titel al suggereert, was de Oostenrijkse ridder in de ban van het schone geslacht en wijdde hij een groot deel van zijn leven aan het veroveren van het hart van de dame die hem uiteindelijk in haar slaapkamer toeliet.
Ridder begint op stokpaardje
Naast de autobiografie bestaan er maar weinig bronnen over het leven van de rokkenjager.
Ulrich von Liechtenstein werd rond 1200 geboren in Stiermarken in het huidige Oostenrijk, vermoedelijk op kasteel Liechtenstein. Hij sprak waarschijnlijk Duits, Frans en Italiaans.
Volgens het dichtwerk reed Ulrich als kind op een stokpaardje naar feesten op het kasteel, waar minnezangers liederen ten gehoren brachten over ridders die voor de eer van hun uitverkorene vochten.
De liederen vielen in de smaak bij de kleine jongen, en hij wist wat hij later ging doen. Naar eigen zeggen zwoer Ulrich bij zichzelf:
‘Ik zal mijn lichaam en mijn gehele ziel / en het leven zelf wijden aan de vrouwen / en hen dienen.’
Tot over zijn oren verliefd
Om dat doel te bereiken, bekwaamde de ambitieuze jonge edelman zich in de gevechtskunst, zowel te voet als te paard.
Op zijn 12e was Ulrich al een geoefend ruiter en werd hij aangenomen als page van een edelvrouw, wier schoonheid de Oostenrijkse minnezangers prezen.
Ulrich was op slag verliefd, maar zijn werkgever was getrouwd en twee keer zo oud als hij. Haar onbereikbaarheid maakte haar nog aantrekkelijker, en de jonge page wilde haar hart winnen.
‘Die winter reed ik heen en weer om dames bij de stad te bezoeken. Ridder Ulrich
Helaas noemt Ulrich deze schone dame niet bij naam, en historici hebben haar identiteit niet kunnen achterhalen. Ulrich zou een paar jaar bij haar zijn gebleven en raakte volledig bezeten van haar.
Zo plukte hij bloemen en zette hij fraaie boeketten voor haar neer, terwijl hij dagdroomde hoe haar vingers ‘elke steel zouden beetpakken / precies op de plaats waar ik ze heb vastgehouden’.
Hij was zo hoteldebotel dat hij af en toe het smerige water uit de teil dronk dat het object van zijn liefde had gebruikt om voor een maaltijd haar handen te wassen.
Ulrich trouwt voor de vorm
In de eerste helft van de 13e eeuw woedden er geen oorlogen in Stiermarken of naburige gebieden, en dat was lastig voor een vechtlustige jongeman.
Daarom ging Ulrich in de leer bij een ervaren ridder: in 1215 werd hij schildknaap van markgraaf Heinrich van Istrië. Die leerde hem converseren, elegant paardrijden en liefdesbrieven schrijven.
Na vier jaar stierf Ulrichs vader echter en moest de jonge ridder terugkeren naar slot Liechtenstein om de erfenis te regelen. Onderweg zag hij ‘veel jeugdige groepen / die wedstrijden deden’: riddertoernooien te paard.
Zo kwam Ulrich op het idee om eer te behalen en het hart van zijn edelvrouw te winnen: hij zou deelnemen aan zo’n riddertoernooi. ‘Met zwaard en lans zal ik dapper strijden / voor haar,’ dichtte hij.

In de film krijgt Ulrich uiteindelijk zijn geliefde, maar zijn Oostenrijkse naamgenoot had dat geluk niet.
De Hollywoodversie
In de openingsscène van A Knight’s Tale uit 2001 sterft de ridder Ector vóór een belangrijk toernooi.
Zijn page William (gespeeld door Heath Ledger) trekt het harnas van zijn heer aan en neemt uit diens naam deel. William wint en besluit aan een loopbaan als ridder te beginnen.
Omdat dat beroep alleen voor de adel is weggelegd, meet de arme page zich een nieuwe identiteit aan: Ulrich von Liechtenstein uit Gelderland.
Maar afgezien van de naam heeft de filmridder weinig gemeen met de echte Ulrich: Heath Ledgers ridder spreekt Engels in plaats van Duits, is niet van adel en kan nauwelijks een woord op papier zetten.
De Hollywoodversie van Ulrich doet eerder denken aan de bekende Engelse ridder William Marshal, die begon als arme soldaat en eindigde als graaf van Pembroke.
Hoewel hij de onbereikbare dame niet uit zijn hoofd kon zetten, trouwde Ulrich in deze tijd met een ander – in ieder geval rept hij meermaals van ‘mijn vrouw’ in zijn autobiografie.
Ulrich leek zich niet te bekommeren om het feit dat hij getrouwd was, want hij vocht met een enorm succes in talloze riddertoernooien en droeg elke overwinning op aan de edelvrouw die zijn hart had gestolen.
Dankzij al die zeges steeg hij in aanzien: in 1222 werd Ulrich uitgenodigd in Wenen voor de bruiloft van de dochter van markgraaf Leopold van Oostenrijk.
Tijdens het feest sloeg de graaf 200 mannen tot ridder, onder wie Ulrich.
Na de ceremonie hielden de ridders een toernooi, en Ulrichs vlam zat in het publiek.
Afgehakte vinger bewijst liefde
Na het toernooi liet Ulrich zijn tante een brief bezorgen bij de dame.
Haar antwoord was een klap in zijn gezicht: ‘Voor elke vrouw zal het / een nauwe band verhinderen / om zijn onfraaie lip te zien.’
Ulrich was afgewezen omdat hij met een hazenlip geboren was. Maar de jonge ridder gaf de moed niet op.
Hij reisde af naar Graz, waar hij zich aan zijn lip liet opereren. Opnieuw ging de tante langs bij de edelvrouw, die Ulrich wel wilde zien ‘om te kijken hoe zijn mond eruitziet, en om geen andere reden’.
Toen ze dan eindelijk samen een ritje maakten, was Ulrich zo verlegen dat hij geen woord kon uitbrengen.
Hij ging een paar keer naast de vrouw rijden om een nieuwe poging te doen, maar er kwam niets uit. Het was een vernedering voor Ulrich, en toen de bestemming in zicht was, deed hij een laatste poging.
De ridder sprong van zijn paard en bood aan haar te helpen.
Ze antwoordde spottend: ‘Daar heb je de kracht niet voor. Je kunt mij niet tillen, want je bent broos, zwak en moe.’

Ulrich von Liechtenstein afgebeeld te paard in de handschriftenverzameling Codex Manesse (1305-1340).
Toen Ulrich haar toch van haar paard wilde helpen, rukte ze een pluk haar uit zijn hoofd en riep: ‘Dat is je verdiende loon omdat je zo verlegen bent!’
Ook hierdoor liet de verliefde ridder zich niet weerhouden. Hij was door het dolle heen omdat ze überhaupt tegen hem had gepraat.
Ulrich overlaadde haar met liefdesbrieven en gedichten via zijn tante of andere boodschappers.
Ondertussen zag hij er echter geen been in om andere vrouwen het hof te maken: ‘Die winter reed ik heen en weer om dames bij de stad te bezoeken.’
Ulrich nam nog steeds deel aan riddertoernooien, maar begin 1223 ging het mis: de lans van een tegenstander raakte zijn hand, waarna een van zijn vingers nog slechts aan een stukje pees bungelde.
De gewonde ridder liet zijn vinger er door een vriend helemaal afsnijden.
Toen schreef hij weer een liefdesbrief en voegde de vinger erbij.
Ulrich wilde laten zien dat hij bereid was zich op te offeren voor de liefde.
Na een tijdje kwam er een kil antwoord: ‘Ik houd de vinger, maar niet omdat mijn hart nu wel aangedaan is.’
Man in vrouwenkleren op tournee
Zelfs met een vinger kon hij dus zijn droomvrouw niet voor zich winnen, en Ulrich besloot op reis te gaan.
Op weg van Venetië naar Bohemen zou hij aan toernooien deelnemen – verkleed als de liefdesgodin Venus – en zijn zeges opdragen aan zijn grote liefde. De outfit was bedoeld als eerbetoon aan alle vrouwen.
Als hij met zijn gevolg een toernooi naderde, snelden boodschappers vooruit om de plaatselijke ridders uit te dagen voor een gevecht met Venus.
De regels waren simpel: als een tegenstander Venus raakte met zijn lans, kreeg hij een ring van de liefdesgodin.
De Venusshow was een groot succes. Vijf weken lang streed Ulrich soms wel acht keer per dag. In totaal brak hij 307 lansen, zo beweerde hij, terwijl hij maar 271 gouden ringen uitdeelde.

Minnedichten werden vaak gezongen met begeleiding van snaarinstrumenten.
Adel smulde van liefdesliederen
Op de middeleeuwse kastelen van Beieren en Oostenrijk werd het bezoek vermaakt met minnezang: liederen en gedichten over de liefde.
Vooral bij het geslacht Babenberg in Wenen, waar Ulrich von Liechtenstein tot ridder geslagen werd, nam de minnezang een belangrijke plaats in.
Minnezangers schreven hun eigen teksten, die ze voordroegen of zongen.
Soms werden ze begeleid door muzikanten met violen, blaasinstrumenten en trommels.
In de oudste minnedichten, uit de tweede helft van de 12e eeuw, zijn mannen en vrouwen gelijkwaardig en is de liefde wederzijds.
Maar later deden minnezangers inspiratie op bij de Franse troubadours aan de overkant van de Rijn, en toen Ulrich rond 1200 geboren werd, was er van gelijkwaardigheid geen sprake meer.
Nu gingen de strofen over onbereik-bare vrouwen die steevast met een ander getrouwd waren.
De minnezang kende zijn hoogtepunt in de 13e eeuw en raakte daarna in onbruik.
Er zijn niet veel gedichten bewaard gebleven.
Hoewel hij als vrouw verkleed was, ontbrak het Ulrich niet aan aandacht van het andere geslacht.
Zo werd hij na een toernooi gekust door een dame die pas op het laatste moment ontdekte dat deze Venus in werkelijkheid een man was.
In het dorpje Gloggnitz trok hij het Venuspak uit in de herberg waar zijn gevolg verbleef en bracht hij in het diepste geheim drie dagen door met zijn echtgenote:
‘Ik reed met plezier naar een plek waar ik / mijn dierbaarste vrouw vond, die ik aanbid / ik houd zo veel van haar.’
Via een laken naar het balkon
Eindelijk, na jaren van aandringen, leek het erop dat Ulrichs inspanningen ergens toe leidden.
Zijn geliefde edelvrouw nodigde hem uit in haar kasteel om hem aan te horen.
Om haar goede reputatie niet te bezoedelen, vroeg ze hem echter om het kasteel binnen te sluipen, verkleed als een van de melaatsen die bij de poort bedelden.
Toen hij de uitnodiging onder ogen had gekregen, vertrokken Ulrich en zijn page meteen. Het was 160 mijl rijden naar het kasteel.
Bij aankomst trokken ze vodden aan en verruilden ze hun zwaard voor een bedelnap.
Druipend van de urine kwamen hij en zijn page overeind. Ze zagen het licht op het balkon en het laken dat de edelvrouw uit haar raam had laten zakken.
De poortwachter wilde hen niet binnenlaten en vroeg hun de volgende avond terug te komen. Na een koude, natte nacht in een veld vol ongedierte keerden de twee terug naar het kasteel.
Samen met de echte bedelaars kregen ze er te eten, en die nacht verstopten Ulrich en zijn page zich onder een paar stenen bij de slotgracht. Daar wachtten ze af tot de bewakers hun ronde vervolgden.
Tot afschuw van Ulrich plaste een van de wachten precies op de plaats waar hij lag, maar hij verbeet zich.
Druipend van de urine kwamen hij en zijn page overeind. Ze zagen het licht op het balkon en het laken dat de edelvrouw uit haar raam had laten zakken.
Met veel moeite wisten de dienstmeisjes de stevig gebouwde ridder op te hijsen. Met een elegante zwaai zette Ulrich zijn benen op het balkon.
Binnen trof hij zijn geliefde aan. Ze had niet alleen gezelschap van haar personeel, maar ook van zijn tante.
En het ergste was nog dat de edelvrouw niet met hem naar bed wilde.
Wanhopig dreigde Ulrich het kasteel niet te verlaten voor hij zijn zin kreeg.
Dat leek te werken: ze zei dat hij haar mocht hebben als ze hem weer mocht laten zakken en nog een keer ophijsen.
Blind van begeerte gehoorzaamde Ulrich. Aan de rand van het balkon mocht hij haar één keer kussen, waarna ze hem liet zakken.
Toen hij op de grond stond, wist de dame niet hoe snel ze het laken weer moest optrekken – zonder hem.
Gezin en oorlog verdringen verdriet
Ridder Ulrich was een gebroken man. Zijn geliefde had hem vernederd, en hij besloot zichzelf te verdrinken in een meer.
Zijn page wist hem echter op andere gedachten te brengen. Met de staart tussen de benen droop de ridder af.
Hij wisselde nog een paar brieven uit met de vrouw, waarin ze Ulrich onder meer op een lange zeereis wilde sturen om zijn liefde te bewijzen, maar uiteindelijk gaf hij het op.
Na deze ontgoocheling werd Ulrich volgens historici een family man die een rustig leventje leidde met zijn vrouw en kinderen – hoewel hij wel bleef deelnemen aan toernooien.
In 1250 steunde hij met een leger van 100 man de aartsbisschop van Salzburg, die was afgezet door de paus.
Toen de aartsbisschop in 1252 zegevierde, trad Ulrich von Liechtenstein op als bemiddelaar.
20 jaar later werd Ulrich benoemd tot rechter, maar in 1275, na drie jaar in functie, overleed hij.
Hoewel de poëtische Ulrich nooit het hart van zijn geliefde veroverde, slaagde hij erin het geluk te hervinden als ridder – gedreven door de liefde voor zijn gezin en de kunst van het oorlogvoeren.