Penispaniek: Middeleeuwse heksen stalen mannelijke geslachtsdelen
Door angstaanjagende verhalen over zwarte magie en vogelnesten vol penissen was de middeleeuwse man als de dood voor heksen.

Het idee dat vrouwen mannelijke geslachtsdelen konden stelen, kwam in de middeleeuwen op allerlei manieren tot uitdrukking. Hier op een illustratie uit het 15e-eeuwse Franse boek 'Roman de la Rose'.
In 1487 publiceerde de Duitse priester Heinrich Kramer een boek dat talloze vrouwen het leven zou kosten.
Het driedelige werk, dat Malleus Maleficarum of De Heksenhamer heette, zette aan tot heksenvervolging.
De tekst was gebaseerd op sagen en mythen, en de schrijver beweerde te kunnen bewijzen waar heksen zich bevonden, hoe hekserij moest worden bestreden en hoe heksen konden worden vernietigd.
Ook bevatte het boek een uitgebreide beschrijving van een geheim heksenwapen, dat mannen in paniek bracht: penisverminking.
Penissen gevangen in vogelnesten
Volgens het boek konden heksen een penis laten verdwijnen met behulp van zwarte magie. Maar daar hield het niet mee op.
‘Heksen [...] verzamelen vele mannelijke geslachtsorganen – tot 20 of 30 tegelijk – en bewaren die in vogelnesten of kisten. Veel mensen hebben gezien hoe de organen het vermogen krijgen om zelfstandig te bewegen als de heksen ze haver en maïs te eten geven,' aldus De Heksenhamer.
Centrale rol bij heksenvervolgingen
Heksen konden volgens de schrijver echter ook medelijden betonen met hun slachtoffers.
Als een vernederde man een heks smeekte om zijn penis terug te krijgen, voldeed ze aan dit verzoek.
Hij moest alleen in een boom klimmen en een nest met penissen zoeken, en dan mocht hij het exemplaar kiezen dat hij wilde hebben. Zolang het niet de grootste was.
De Heksenhamer werd in de middeleeuwen zeer populair, en het heeft er alle schijn van dat het boek een centrale rol heeft gespeeld bij de heksenvervolgingen in Europa.