Achtergrondverhaal: God vertelde boerenmeisje wat ze moest doen
Op 3 maart 1431 moest Jeanne d’Arc voor de zesde keer in het aartsbisschoppelijke paleis van Rouen verschijnen. Een rechtszaak moest uitwijzen of de Franse boerendochter, die meerdere Franse overwinningen over de Engelsen had geleid, schuldig was aan ketterij.
Zoals gewoonlijk had Jeanne een tuniek aan en een broek die om haar benen was geknoopt – mannenkleding. Jeanne vond haar ongebruikelijke kledingkeuze ‘een kleinigheid’, maar je kleden als het andere geslacht was volgens het Oude Testament een zonde. En de sterk Engelsgezinde bisschop Pierre Cauchon was naarstig op zoek naar een excuus om haar te veroordelen.
‘Bent u niet al eerder gevraagd geen mannenkleding te dragen?’ vroeg Cauchon aan de beklaagde.
‘Ja, en ik heb altijd geantwoord dat ik dat niet doe zonder de toestemming van God,’ zei Jeanne. Zij verklaarde dat haar dracht haar was opgedragen door God.
Twee weken later werd Jeanne veroordeeld voor ketterij, en ze moest zweren dat ze voortaan alleen nog maar vrouwenkleding zou dragen. Kort daarop werd ze weer betrapt op mannenkleding, en daarop volgde een genadeloze straf: Jeanne d’Arc moest op de brandstapel.
Talloze onderzoekers hebben gespeculeerd over waarom kleding zo belangrijk was voor Jeanne d’Arc. Had het een praktische oorzaak – of was ze in werkelijkheid wat we nu transseksueel zouden noemen?