Shutterstock

Geen getuigen? Dan beslist het zwaard

Als middeleeuwse rechters geen getuigen hadden van misdaden als moord en verkrachting, kon de zaak beslist worden met een duel. God zou de rechtschapen duellist belonen met de overwinning.

© 20th Century Fox

Beroemd ridderduel op het witte doek

Het historische drama The Last Duel, geregisseerd door Ridley Scott, is vanaf 14 oktober in de bioscoop.

In de film kruist de ridder Jean de Carrouges (Matt Damon) de degens met zijn vriend en schildknaap Jacques le Gris (Adam Driver), nadat De Carrouges’ vrouw Le Gris heeft beschuldigd van verkrachting.

De gekrenkte ridder krijgt toestemming van de Franse koning om het geschil met een duel te beslechten.

In werkelijkheid waren De Carrouges en Le Gris vrienden noch ridder en schildknaap. Hieronder kun je het echte verhaal lezen.

🎬 Een voorproefje van de film:

... En hier lees je meer over de achtergronden:

Graaf Peter II van Alençon kreeg de schrik van zijn leven toen hem in 1386 geruchten over een verkrachtingszaak ter ore kwamen.

Jean de Carrouges, een ridder met een bezoedelde reputatie, betichtte de grootgrondbezitter Jacques le Gris ervan dat deze zich aan zijn vrouw vergrepen had.

De beklaagde was namelijk niemand minder dan de lievelingsvazal van de graaf. Als graaf moest Peter als rechter optreden, en na een paar verhoren verklaarde hij dat zijn kompaan Le Gris onschuldig was.

‘De vrouw zal het gedroomd hebben,’ stelde de graaf. Maar De Carrouges liet het er niet bij zitten en wilde de zaak aanhangig maken bij de koning en bij God.

‘Ik zal de aanklacht bewijzen met mijn lichaam tegen het zijne’ Jean Carrouges

In het voorjaar van 1386 maakte de ridder de lange reis van Normandië naar Parijs en bezocht hij koning Karel VI in een van zijn paleizen.

Toen De Carrouges oog in oog stond met de pas 17-jarige monarch, besefte hij terdege dat zijn beroep hem en zijn zwangere vrouw het leven kon kosten en zijn hele familie kon ruïneren. Maar hij knielde voor de
koning en vroeg toestemming de zaak in een duel te beslechten.

‘Ik zal de aanklacht bewijzen met mijn lichaam tegen het zijne en hem dood of verslagen achterlaten.’ Maar De Carrouges moest geduld hebben. Pas in september werden de twee hoofdpersonen opgeroepen om in Parijs het oordeel te vernemen.

‘Het recht beveelt een duel tussen de beide partijen,’ was het oordeel van het parlement, dat gevraagd was zich over de zaak uit te spreken.

Zoals het hem betaamde, wierp de ridder een handschoen voor de voeten van zijn rivaal, en nadat hij zijn onschuld bezworen had, pakte Le Gris hem op.

Normandiërs exporteren duel

In het middeleeuwse West-Europa kon een gerechtelijke twist gewapenderhand beslist worden. Waren er geen ooggetuigen of duidelijke bewijzen, dan werd de zaak in een duel beslecht, met God zelf als scheidsrechter.

Als beide partijen gezworen hadden de waarheid te spreken, dan moest er eentje gelogen en dus Gods geboden overtreden hebben.

Tijdens een duel op leven en dood zou God in de optiek van de middeleeuwers partij kiezen en degene die de waarheid had gesproken laten winnen.

Het gebruik om een geschil met een duel te beslechten, ging terug op de Germanen en de Vikingen. Zo beschrijft een Germaans wetboek uit de 8e eeuw dat onenigheid over grondbezit met een tweegevecht werd opgelost.

Een handvol aarde van de betwiste grond werd tussen beide partijen gelegd. Die staken hun zwaard erin en zwoeren dat ze de eigenaar waren. Dan begon het duel.

In de loop van de 9e eeuw brachten de Scandinaviërs – of Noormannen – het gebruik naar de rest van Europa. Toen ze zich in Normandië in Noordwest-Frankrijk vestigden, verspreidde het gerechtelijke duel zich snel.

Duels werden uitgevochten in een afgesloten arena, een zogeheten champ clos.

© Granger/Polfoto

Vóór het gevecht

Rivalen moesten om toestemming vragen voor een duel.

  1. De benadeelde vraagt de autoriteit – een landheer, hertog of koning – of hij de zaak in een duel mag beslissen.
  2. De heerser bekijkt eerst of er wellicht een andere oplossing is.
  3. Als er geen getuigen of bewijzen zijn, kan de handschoen geworpen worden.

Bloedige tweegevechten tussen arme boeren, kooplieden en vooral edelen waren aan de orde van de dag. Zelfs vrouwen konden een verdachte de handschoen toewerpen en hem voor een duel uitdagen.

Bij de gevechten werden wapens in alle soorten en maten gebruikt – van lansen en zwaarden bij de adel tot knuppels, hamers of de blote vuist bij de armen.

Alle duels begonnen met een reeks formaliteiten, waarna alle fatsoen opzij werd gezet en alles toegestaan was. De tweegevechten trokken veel bekijks, en de mensen kwamen van heinde en verre om een plekje in te nemen op de tribunes rond het strijdtoneel.

Als de autoriteiten toestemming voor een gerechtelijk duel gegeven hadden, moesten beide partijen doorgaans een maand of anderhalf wachten voor het gevecht kon beginnen.

Veel duellisten namen een trainer in de arm om zich op de aanstaande confrontatie voor te bereiden. Soms wees een van de partijen een plaatsvervanger aan, een zogeheten champion, die zijn beroep had gemaakt van duelleren.

Deze regeling was met name in het leven geroepen voor zieken, ouden van dagen en vrouwen.

Duel vereist speciale kleding

Het duel tussen ridder De Carrouges en grondbezitter Le Gris vond plaats op 29 december in de arena bij het Parijse klooster Saint-Martin-des-Champs – een veld van 20 bij 80 meter ten oosten van het klooster, waar normaal toernooien werden gehouden.

Eind 1386 werden er tribunes gebouwd en werd het strijdperk klaargemaakt voor het gevecht.

Volgens de wet moest een duel op een zogeheten champ clos uitgevochten worden – een afgesloten veld met muren van minstens 2,3 meter hoog, die voorkwamen dat de kemphanen op de vlucht sloegen en dat het publiek geraakt werd door rondvliegende wapens.

Er waren drie poorten: een voor elke duellist en een voor de scheidsrechters. Als het zo ver was, trokken de rivalen hun gevechtstenue aan. Bij een duel golden strenge voorschriften.

Volgens de Saksische wet moesten de rivalen bij bepaalde duels op blote voeten vechten met een pak van leer of linnen aan, maar voor het tweegevecht tussen de prominenten De Carrouges en Le Gris moest alles uit de kast gehaald worden.

Alle wapens waren toegestaan

© Bridgeman, Getty Images & Shutterstock

Blote vuist

De duellisten mochten elkaar slaan of wurgen met hun blote handen.

Gebruik: Je kon bijvoorbeeld de testikels van de tegenstander afrukken.

© Bridgeman, Getty Images & Shutterstock

Lans

Te voet of te paard, met harnas of zonder, een lans was altijd bruikbaar.

Gebruik: De punt van de lans kon een harnas doorboren met dodelijke afloop.

© Bridgeman, Getty Images & Shutterstock

Zwaard

Een geschil werd vaak beslecht in een klassiek schermduel. De partijen gingen in de leer bij een schermmeester.

Gebruik: Een zwaard kon het hoofd doorklieven.

© Bridgeman, Getty Images & Shutterstock

Morgenster

Een knots met houten of metalen punten werd gebruikt in combinatie met een ander wapen of een schild.

Gebruik: Eén houw verbrijzelde een schedel.

© Det kongelige Bibliotek

Schild

Een manshoog houten schild met spitse punten kon als defensief en offensief wapen worden gebruikt.

Gebruik: Met de punten kon je een borstkas doorboren.

Ze trokken een tuniek en een stevig linnen pak met versteviging op kwetsbare plekken aan. Daarna werden ze door bedienden in een harnas gehesen – van onder tot boven, zodat de mannen zo kort mogelijk in de zware uitrusting rond hoefden te lopen.

Er wachtte hun een lange dag, en als de strijd niet vóór zonsondergang beslist was, zouden ze volgens de traditie de volgende ochtend door moeten gaan.

De kemphanen werden voorzien van een lans, zwaard, bijl en dolk voordat ze op hun paard werden gezet. Het gevecht moest doorgaan tot een van de rivalen dood was.

Als een van hen opgaf, werd normaal alleen zijn hand afgehakt, maar hier volstond dat niet. Wie niet kwam opdagen of de handdoek in de ring gooide, wachtte de galg.

En als het De Carrouges betrof, zou zijn geliefde vrouw Marguerite op de brandstapel belanden en zou hun pasgeboren zoontje dus wees worden.

‘Deze dag zal onze strijd beslissen’

Het nieuws van het duel had zich als een lopend vuurtje verspreid, en zelfs uit Normandië kwamen nieuwsgierigen om het bij te wonen. De tribunes zaten barstensvol, en voor koning Karel VI was een ereplaats ingeruimd.

Anders dan een Romeins gladiatoren-gevecht was het duel geen spektakel waarbij het publiek joelde en de rivalen aanmoedigde.

Een heraut las de regels voor: de toeschouwers mochten nietgewapend zijn, op een paard zitten of anderszins het uitzicht versperren, het strijdtoneel betreden of ‘spreken, gebaren, hoesten, spugen of schreeuwen’.

Onder het toeziend oog van het publiek betraden de twee het strijdperk, waar ze nog eens herhaalden dat ze de waarheid spraken. De wapens werden zorgvuldig gecontroleerd op gelijkwaardigheid, en de rivalen zelf op verborgen amuletten.

De rivalen vochten in een strak tricot en droegen een leren of linnen kap.

© Det kongelige Bibliotek

Man tegen vrouw: hij staat in een kuil

‘Doe uw plicht,’ riepen de herauten. In tegenstelling tot de ceremonie vooraf kende het duel geen enkele spelregel.

Je mocht je tegenstander van achteren neersteken, hem zand of stof in de ogen strooien, je wapen door het vizier van zijn helm steken en hem schoppen en slaan terwijl hij op de grond lag. In 1127 had een duellist eens zijn hand onder het harnas van zijn rivaal weten te krijgen en diens testikels afgerukt, waarna hij doodbloedde.

De lange lansen van De Carrouges en Le Gris knalden hard tegen elkaar. Het publiek hield zijn adem in. In het heetst van de strijd braken de lansen af, en de twee stapten van hun paard om met het zwaard verder te vechten.

Toen Le Gris De Carrouges trof in zijn dijbeen, gutste het bloed uit diens harnas. Le Gris trok zijn zwaard terug, en dat had hij beter niet kunnen doen, want op hetzelfde moment sloeg De Carrouges Le Gris met een stevige uithaal van zijn zwaard tegen de grond. Hij schreeuwde: ‘Deze dag zal onze strijd beslissen!’

De ridder stortte zich op de grondeigenaar, trok diens vizier open en stak zijn dolk herhaaldelijk in het gezicht van Le Gris. God had gesproken.

Duel verruild voor marteling

Al in 1215 had de paus verboden om God als scheidsrechter te gebruiken, maar de duels gingen gewoon door.

Veel Europese koningen probeerden het gebruik uit te bannen, omdat ze zelf het monopolie op rechtszaken wilden hebben en omdat de duels veel strijdbare vazallen het leven kostten.

Maar ondanks veroordelingen en verboden beslechtten Europeanen tot in de 16e eeuw rechtsgeschillen met het zwaard.

Tegen die tijd hadden de autoriteiten andere manieren gevonden om een zaak op te lossen, zoals marteling. Als je iemands vingers brak of hem met een roodgloeiende ijzeren staaf bewerkte, had je zo een bekentenis te pakken, en dat was een beter bewijs dan getuigenverklaringen.

En als de schuldige zijn daad zelf toegaf, hoefde er geen hogere macht meer aan te pas te komen.