Toen Nicholas Karn van de University of Southampton in de Londense stadsarchieven aan het rondneuzen was, stuitte hij op een kopie van een brief die Willem de Veroveraar in 1067 of 1068 naar Londen had gestuurd.
‘Koning Willem stuurt vriendelijke groeten aan bisschop Willem en sheriff Svegn,’ begint de brief, die de Londenaren het recht geeft om het land waarop ze wonen terug te kopen van de nieuwe koning.
Vertaling zette historici op verkeerde been
De brief, die is overgeleverd in twee Latijnse vertalingen uit het Oud-Engels, is al jaren bekend.
‘Maar het handjevol historici dat de brief eerder had gezien, had moeite met het woord hida en dacht dat het een vertaling was van het Oud-Engelse hide – een meeteenheid voor landbouwgrond,’ legt Karn uit.
Maar toen hij de brief vond, besefte hij dat het om het woord hitha moest gaan – land langs een kust of rivier. De brief verwijst dus specifiek naar Londen.
Dit verandert de politieke betekenis ervan. Het blijkt dat Willem kort na zijn invasie besloot de Londenaren het recht te geven om het land waarop ze woonden terug te kopen – net als de rest van de Engelse steden.
Tot nu toe dachten historici dat de Londenaren een voorkeursbehandeling kregen en hun eigen land niet hoefden terug te kopen van de Normandische heersers.
Maar de nieuwe bron laat zien dat niemand bevoordeeld werd door de nieuwe koning van Engeland, van wie de huidige monarch, bijna 1000 jaar later, nog afstamt.