1. Geneeskunde

Aderlating zou goed zijn tegen van alles, van jicht tot de pest.
Medische behandeling was levensgevaarlijk
Tegenwoordig hebben de meeste Europeanen toegang tot professionele, wetenschappelijk gefundeerde medische hulp.
Als machtigste man van het rijk werd de koning bijgestaan door de beste artsen van zijn tijd, maar een medische opleiding bestond niet en de behandelingen waren vaak gebaseerd op bijgeloof en verkeerde ideeën over het menselijk lichaam.
Zo werd aderlating bij elke mogelijke aandoening ingezet. Nu weten we dat dit de patiënten voornamelijk verzwakte, doordat ze veel bloed verloren.
Sommige behandelingen waren zelfs levensgevaarlijk. Zo werd de pest behandeld met medicijnen die de giftige stof kwik bevatten.
Ook arsenicum, dat tegenwoordig onder meer als rattengif wordt gebruikt, was populair. In 1311 raakte de Rooms-Duitse keizer Hendrik VII zozeer verzwakt doordat hij arsenicum kreeg tegen miltvuur, dat hij twee jaar later bezweek aan malaria.
2. Eten

Ook op middeleeuwse markten was het aanbod al groot, maar pas in de 17e eeuw werden specerijen uit het Verre Oosten gangbaar.
Eten smaakte nergens naar
Onze supermarkten liggen vol met producten van over de hele wereld, en dankzij snel transport en koeltechnieken is vrijwel alles het hele jaar door beschikbaar tegen betaalbare prijzen.
Voor een middeleeuwse koning was dat anders. In die tijd moesten de mensen, ook vorsten, genoegen nemen met lokale groente, fruit en vleesproducten.
Specerijen als zwarte peper, kaneel, kruidnagel en saffraan waren beschikbaar, maar kostten een vermogen. Alleen de allerrijkste vorsten konden ze royaal door hun eten doen. Medio 15e eeuw zou een ambachtsman in Londen bijvoorbeeld zes dagen moeten werken voor een pond kruidnagel.
Suiker kwam in de 11e eeuw vanuit het Midden-Oosten naar Europa. Maar vanwege de gevoeligheid voor vocht werd het product slechts in beperkte hoeveelheden vervoerd.
3. Kindhuwelijken

De slechts vier jaar oude David en zijn bruid gingen wonen op het afgelegen Berwick Castle.
Familie koos echtgenote
In de westerse wereld kunnen de meeste mensen zelf kiezen met wie ze trouwen, en wetten beschermen minderjarigen tegen een gedwongen huwelijk. Middeleeuwse koningen hadden die luxe niet.
De familie bepaalde wie met wie trouwde, want het huwelijk diende vooral om bondgenootschappen te sluiten met andere vorstenhuizen. En om de banden snel te smeden, werd er vaak op jonge leeftijd getrouwd.
Soms zelfs al als kind. Dat gold bijvoorbeeld voor de latere David II van Schotland, die op zijn vierde trouwde.
Kindhuwelijken waren traumatisch, en het hielp niet dat de koningshuizen familiebanden met elkaar hadden, waardoor de echtgenoten vaak nauwe verwanten waren.
4. Woning

De gordijnen van het hemelbed hielden de ergste kou buiten – en gaven een beetje privacy.
Kasteel was koud en vochtig
Een warm huis met goed sluitende ramen en stromend water is nu voor de meeste Europeanen vanzelfsprekend. Maar middeleeuwse koningen moesten het doen met een lekkende, vochtige woning zonder modern sanitair.
Het middeleeuwse kasteel was in de eerste plaats een vesting om de vijand buiten te houden. Het had daarom dikke muren, die de ruimtes vochtig maakten en in de winter ijskoud.
De ramen waren klein en hadden geen glas. Houten luiken hielden de kou en de wind tegen, maar ook het licht.
Toiletten bestonden nog niet. De bewoners deden hun behoefte in een po of een gemak – een kamertje met een latrine van steen met een houten plank erop. Doordat het gat in de plank zich boven een beerput bevond, was poepen een koude, stinkende aangelegenheid.
5. Privéleven

Het gebruik om vorsten aan te raken om genezen te worden, zou zijn begonnen in de 13e eeuw en bleef honderden jaren bestaan.
Koning had nooit vrij
Door online vergaderingen, e-mails en sociale media zijn we tegenwoordig 24 uur per dag bereikbaar. Maar de meeste mensen bepalen zelf of ze altijd beschikbaar willen zijn en kunnen niet door hun werkgever worden gedwongen.
De functie van middeleeuwse koning had echter geen regels over vrije tijd en het privéleven. Integendeel.
Het kasteel wemelde van de bedienden, van wie sommigen zelfs bij het koninklijk paar in de kamer sliepen.
De dagen waren gevuld met ontmoetingen met gasten en adviseurs, en de vrome koning mocht zijn gebeden en de kerkdiensten ook niet overslaan.
Daar kwam nog bij dat het lichaam van de koning als magisch werd beschouwd. Veel mensen dachten dat je van ziekten kon genezen door een vorst aan te raken. Vooral koningszeer, een ernstige aandoening aan de lymfeklieren van de hals, zou door koninklijke aanraking kunnen genezen. De vele aanrakingen stelden de koning zelf bloot aan ernstig besmettingsgevaar.