12 listige riddertrucs uit de middeleeuwen

Aanslagen, ontvoeringen en undercoveroperaties achter de vijandelijke linies. In de donkere middeleeuwen hing de toekomst van een heel rijk soms af van een paar mannen die het niet zo nauw namen met hun riddergelofte.

Wist je dat er in de middeleeuwen zo veel mensen vergiftigd werden dat koningen en edelen altijd voorproevers bij zich moesten hebben? Dit was geen gewilde baan.

© Bridgeman & Shutterstock

1. Kruisvaarders zonder baard nemen stad in

In mei 1098 ontvingen de 10.000 kruisvaarders die de stad Antiochië met zijn 12 meter hoge muren al acht maanden belegerden een verontrustend bericht: er was een moslimleger in aantocht om de stad te ontzetten.

De kruisvaarders waren ten dode opgeschreven als ze niets deden. De Normandische edelman Bohemund bedacht een gewaagd plan.

‘Niet alle zeges worden ons door God via het zwaard gegeven,’ sprak hij, en hij wist met succes een van de torenwachters van Antiochië, Firouz, over te halen zijn stad te verraden in ruil voor goud en een doop. Met list en bedrog zou de stad in één nacht vallen.

Een paar dagen later zagen de verdedigers van Antiochië de kruisvaarders hun biezen pakken. Maar het leger verstopte zich een paar kilometer verderop.

’s Nachts sloop Bohemund met 300 ridders naar de Toren van de Twee Zusters, die Firouz bewaakte.

Ze hadden zich geschoren, zodat ze zichzelf van de bebaarde moslims konden onderscheiden. Met de hulp van Firouz namen ze de toren in en openden ze de poorten. Antiochië was gevallen.

Toen christelijke kruisvaarders in 1098 beseften dat de Syrische stad Antiochië onneembaar was, verzonnen ze een list.

© AKG Images & Boydell & Brewer Ltd.

2. ‘Huisvrouwen’ breken door verdediging

Rond 1380 bedacht de vrijbuiter Bastot de Mauléon een manier om de Franse stad Thurie in te nemen.

Hij wist dat vrouwen elke ochtend buiten de stadsmuur water haalden, en op een nacht trokken hij en vijf van zijn makkers vrouwenkleren aan. ’s Morgens sloten ze zich bij de vrouwen aan.

‘Jullie zijn wel vroeg opgestaan,’ zei een van hen.

De bandieten antwoordden met een hoge stem en liepen op de stadspoort af. Toen ze binnen waren, bliezen ze op een hoorn, waarop 50 kameraden de stad zonder moeite innamen.

3. Dubbel verraad bij Calais

Toen de Franse ridder Geoffroi de Charny in 1349 de stad Calais, die in Engelse handen was, met list en bedrog wilde innemen, kwam hij van een koude kermis thuis.

De Charny had de huurling Aimeric, die verantwoordelijk was voor een van de torens van Calais, 20.000 gouden écu toegezegd om de poort te openen voor een Franse commando-eenheid.

Op 1 januari 1350 slopen 100 Franse troepen zoals afgesproken in alle vroegte door de poort, maar ze werden meteen omsingeld door Engelsen.

Aimeric had De Charny bedrogen en de Engelsen verwittigd. Ook de Franse hoofdmacht die buiten de stadspoort klaarstond werd omsingeld. De Charny werd door de Engelsen gevangengenomen.

4. Vissers hongeren Parijs uit

In 1435 was Parijs in Engelse handen. De Fransen wilden de stad, die via de rivier de Seine bevoorraad werd, uithongeren. Om de aanvoer via het water te kunnen stilleggen, moesten ze het plaatsje Meulan veroveren.

Op een nacht voer een groepje Franse soldaten het dorp binnen. Ze waren vermomd als visser en hadden een ladder bij zich.

De soldaten deden of ze vis wilden verkopen en legden aan bij de stadsmuur. Niemand had argwaan, tot de ‘vissers’ ineens de ladder tegen de muur zetten en de poort openden. Parijs kon niet meer bevoorraad worden, en de stad gaf zich niet veel later over.

Vermomd als vissers wisten Franse soldaten in 1435 de plaats Meulan in te nemen.

© Bibliotheque Nationale de France

5. Leeuwenhart huurde moordenaarssekte in

Tegen een sluipmoordenaar die de dood niet vreest en veel geduld heeft, is geen kruid gewassen. Deze les leerden kruisvaarders in het Midden-Oosten op 28 april 1192.

Op die dag reed de koning van Jeruzalem, Koenraad van Monferrato, door de kustplaats Tyrus. Bij de kathedraal werd hij lastiggevallen door twee monniken. Toen Koenraad halt hield, staken ze hem dood voor ze overmeesterd konden worden.

De monniken waren goed getrainde huurmoordenaars van de gevreesde Assassijnen-sekte. Vermomd als geestelijken verbleven ze al maanden bij de ridders van Koenraad om het juiste moment af te wachten.

Alle bronnen zijn het erover eens dat de moordenaars ingehuurd waren door de Engelse koning Richard Leeuwenhart, die een ander op de troon van Jeruzalem wilde.

6. Serviër maakt sultan kopje kleiner

Op 28 juni 1389 stond het Servische leger tegenover het Ottomaanse in de Slag op
het Merelveld. De Serviërs waren in de minderheid, en de edelman Miloš Obilic´ besloot zich op te offeren.

De avond voor de slag reed hij het Ottomaanse kamp in en zei te willen deserteren. Toen hij naar de tent van sultan Moerad I was gebracht, stortte Obilic´ zich op hem en bracht hem om met een vergiftigde dolk.

Obilic´ werd gedood, maar had zijn doel bereikt. Helaas was de zoon van de sultan een uitstekend strateeg, en de volgende dag werden de Serviërs verslagen.

7. Edelen lieten graaf in mootjes hakken

Toen graaf Karel de Goede van Vlaanderen in 1127 de adel verbood om graan tegen woekerprijzen te verkopen, wilden de edelen hem dood hebben.

Ze huurden een stel ridders in, die hem op een ochtend beslopen terwijl hij bad in de kathedraal van Brugge. Als waarschuwing voor zijn opvolgers hakten ze de graaf in mootjes.

8. Tennisballen worden koning noodlottig

Op een donkere februarinacht in 1437 kwam een groepje boze mannen bijeen in het Schotse Perth. Walter Stewart, de graaf van Atholl, had de vergadering belegd om de moord op de Schotse koning Jacobus I te beramen.

De mannen wilden al lang van de tirannieke vorst af, en nu zagen ze hun kans schoon, want Jacobus bracht de kerst in het onversterkte klooster van Perth door.

‘De voorzienigheid is met ons,’ zou Stewart gezegd hebben.

Een week na de bijeenkomst was het zover. De koning gaf een feest, en een van de gasten was de kleinzoon van Stewart, die de slaapkamer van de koning binnensloop en de grendel uit de deur haalde.

Rond middernacht ging de koning slapen, waarna de mannen van Stewart toesloegen. Zijn kameraad Robert Graham had 30 man op de been gebracht. In het donker legden ze planken over de slotgracht van het klooster en drongen het gebouw binnen.

In de koninklijke slaapkamer hoorden koning Jacobus, de koningin en een aantal hofdames geschreeuw en wapengekletter.

Tot hun schrik ontdekten ze dat de deur niet op slot kon. Nadat ze vergeefs naar een andere uitgang hadden gezocht, tilde de koning een plavuis van de vloer op.

Eronder zat een krappe ruimte die naar het riool leidde. De koning had erdoor gekund, ware het niet dat hij het een paar dagen eerder had laten afsluiten omdat zijn tennisballen er steeds in verdwenen.

Jacobus verstopte zich in de ruimte, maar werd al snel ontdekt. De koning van Schotland werd met 16 steken om het leven gebracht.

Koning Jacobus werd met dolken en zwaarden doorboord toen hij gevonden was.

© Bridgeman

9. Paus krijgt een pak voor zijn broek

In 1303 deed paus Bonifatius VIII de Franse koning Filips IV de Schone in de ban in de hoop dat deze het gezag van de kerk zou erkennen. Maar Filips peinsde er niet over.

De koning stuurde zijn kanselier Guillaume de Nogaret naar Italië om zich aan te sluiten bij de aartsvijand van de paus, de edelman Sciarra Colonna.

De paus verbleef in de stad Anagni, die De Nogaret en Colonna met 2000 man binnenvielen. Ze betaalden de wachters om de poorten te openen, waarna ze de pauselijke residentie innamen.

Drie dagen lang werd Bonifatius gevangengehouden en mishandeld, tot de burgers van Anagni de aanvallers verdreven. De paus stierf een maand later aan de gevolgen van zijn gevangenschap.

10. Ontvoeringsplan loopt in de soep

Op bevel van de Franse koning reisde de louche ‘Bastaard van Rubempré’ in 1464 met 80 bandieten af naar de Nederlanden. Hij moest de graaf van Charolais, een vazal van Karel de Stoute, ontvoeren.

Omdat de graaf dol was op schepen, had de Bastaard een indrukwekkend vaartuig gehuurd in de hoop hem aan boord te kunnen lokken. Maar de booswicht praatte in de kroeg zijn mond voorbij en het plan werd verijdeld.

11. Schotse vorst overrompeld

Koning Willem I van Schotland leerde een harde les toen hij in 1174 Engeland binnenviel met 80.000 man.

Het zag er slecht uit voor de Engelsen, maar toen de edelman Ranulf de Glanvill van spionnen vernam dat het kamp van de koning bewaakt werd door slechts 60 ridders, zag hij zijn kans schoon.

’s Morgens vroeg reed De Glanvill er met 400 ridders op snelle paarden op af. Willem was volledig overrompeld, en al vocht hij als een leeuw, de koning werd al snel omsingeld.

De Glanvill ontvoerde de koning, terwijl diens Schotse soldaten – beroofd van hun leider – met de staart tussen de benen afdropen.

Met een verrassingsaanval wisten de Engelsen de Schotse koning Willem I te ontvoeren.

© Bridgeman

12. Armeniërs bevrijden koning

In april 1123 werd de kruisvaarders-koning Boudewijn II in Anatolië gevangengenomen door prins Balak van de Turkse Artuqiden-dynastie.

De prins sloot hem op in een onneembare vesting in het Taurusgebergte. Voor de kruisvaarders was de ontvoering een regelrechte ramp, en 15 Armeniërs uit hun gelederen boden aan de koning te bevrijden.

In het gebied waar de vesting stond woonden veel Armeniërs, en de soldaten vermomden zich dan ook als boeren en liepen 150 kilometer door vijandelijk terrein.

Ze hadden ontdekt dat er een klein garnizoen in de burcht gelegerd was en dat de kasteelheer rechtsprak bij geschillen tussen burgers. De Armeniërs kwamen met een fictieve klachtenbrief door de poort, overmanden de bewakers en bevrijdden Boudewijn.

De missie was volbracht – bijna. Want prins Balak liet de burcht meteen omsingelen. De patstelling duurde anderhalve maand, en uiteindelijk moesten de Armeniërs zich overgeven. Pas een jaar later werd de koning vrijgekocht.