Jaren 1880: Mensen in de dierentuin

Europeanen en Afrikanen kwamen massaal naar de dierentuin om tentoongestelde Afrikaanse vrouwen en bloeddorstige kannibalen te bekijken. Deze shows waren onder meer bedoeld als rechtvaardiging van de onderdrukking van Afrika en Azië in de 19e eeuw.

Mensen achter de tralies trokken veel bekijks in de dierentuin. De mensen betaalden grif om naar Inuits, Afrikanen en Zuid-Amerikanen te staren.

Inuit, Masai en Aboriginals in de dierentuin

Primitief, achterlijk en wreed. Zo werden mensen uit verre streken in Afrika en Azië gezien, waar in de 19e eeuw nog maar weinig westerlingen waren geweest.

De Europeanen waren dol op het onbekende en ongewone, en daar wisten dierentuinen in bijvoorbeeld Duitsland, Engeland en Frankrijk een slaatje uit te slaan.

Ze brachten Australische Aboriginals, Masai, Inuit, Afrikanen en Singalezen naar Europa en de VS om ze onder grote belangstelling tentoon te stellen in de dierentuin. Iedereen wilde de 'Hottentot-Venus', een Zuid-Afrikaanse slavin, of de 'aapmens', de 23-jarige Pygmee Ota Benga, bewonderen.

Tentoonstellingen kwamen machthebbers goed uit

De tentoongestelde mensen kregen te maken met ziekte, heimwee en vernedering, en sommigen pleegden zelfmoord.

In shows werden de vreemde volken neergezet als primitief en dierlijk – en dat idee grepen de toenmalige koningen en politici maar al te graag aan als rechtvaardiging om de wereld te koloniseren.