Hooggeplaatste ‘dwerg’ was inspiratie voor publiekslieveling uit Game of Thrones

Meerdere personages uit Game of Thrones zijn gebaseerd op historische personen. Zo is publiekslieveling Tyrion Lannister geïnspireerd op de hofnar Jeffrey Hudson, die in 1626 de Engelse koningin zo wist te charmeren dat hij de baan kreeg. Hij was maar 48 centimeter lang, maar had een hoge positie en maakte een bloedig duel mee.

Er zijn veel overeenkomsten tussen Jeffrey Hudson en Tyrion Lannister uit Game of Thrones.

© Imageselect & Bridgeman

De trompetten schetteren voor het slot van de hertog van Buckingham aan de rivier de Theems. De fanfare verwelkomt Karel I en zijn 16-jarige koningin, Henriëtta Maria – het pasgetrouwde paar gaat naar een van de beroemde eetfestijnen van de hertog, die zoals altijd flink heeft uitgepakt.

De gasten worden tijdens het banket op enorme hoeveelheden vis, vlees en vermaak getrakteerd.

Als de grootste honger is gestild en de duisternis in de eetzaal invalt, laat de hertog van Buckingham een bijzonder geschenk voor de koningin aanrukken: een indrukwekkende taart met dadels, artisjokken en zoete aardappel.

Als Henriëtta Maria er het mes in wil zetten, ziet ze ineens dat een handje van binnenuit de bovenkant van de taart af schuift.

Als een duveltje uit een doosje staat er een schattige jongen met een glanzende ridderhelm op in het midden van de taart, waarna hij eerbiedig buigt voor de verblufte eregast van de avond.

De jongen in de taart is zeven jaar oud en slechts 48 centimeter lang. Zijn naam is Jeffrey Hudson, en de koningin is zo weg van de kleine charmeur dat ze hem onmiddellijk als hofnar inhuurt.

Hudsons kostje lijkt gekocht, want hem wacht een leven in luxe, dat verder alleen is voorbehouden aan het hof en de edelen. Maar voor de kleinste dwerg van Engeland zal het niet louter rozengeur en maneschijn zijn – burgeroorlogen en gewetenloze piraten bedreigen zijn zo bevoorrechte bestaan.

In Oakham, waar Jeffrey Hudson opgroeide, werd gezegd dat hij zo klein was doordat zijn moeder tijdens de zwangerschap bijna was gestikt in een zure bom. Maar hoe het kwam dat Jeffrey ook na zijn geboorte nauwelijks groeide, kon niemand vertellen.

© Shutterstock

Dwerg was een klein wonder

Jeffrey Hudson kwam op 14 juni 1619 ter wereld in Oakham, 150 kilometer ten noorden van Londen. In het begin leek hij een heel gewone zuigeling, maar naarmate de jaren vorderden, zag hij zijn broers en zussen de lucht in schieten, terwijl hij zelf twee turven hoog bleef.

In tegenstelling tot veel anderen met dwerggroei had Jeffrey niet een ongewoon groot hoofd of uitgesproken korte armen en benen die niet in verhouding stonden tot zijn kleine lichaam.

Een van de grote 17e-eeuwse toneelschrijvers, Thomas Heywood, beschreef Hudson als ‘een van de mooiste, liefste en best geproportioneerde mannetjes die de natuur ooit heeft voortgebracht’.

Zo’n jongetje trok natuurlijk veel aandacht, en al snel bereikten de verhalen over de bijzondere dorpeling de hertog van Buckingham. De hertog had een jachthut op een heuvel op anderhalve kilometer van Oakham vandaan, en de vader van Jeffrey Hudson werd verzocht om daar langs te komen met zijn zoon.

De hertog, George Villiers, was een van de machtigste mensen van het land, dus vader Hudson kwam uiteraard snel opdraven. Als de hertog de kleine Jeffrey in zijn huishouden zou opnemen, zou de jongen een heel wat prettigere toekomst krijgen – zo’n kleine knaap zou normaal moeilijk zijn brood kunnen verdienen.

Zijn lijf was niet geschikt voor zwaar werk op het land, en het alternatief was rondreizen en op de kermis optreden als speling der natuur – samen met Siamese tweelingen en de vrouw met de baard.

Zowel op de kermis als bij de hertog zou Jeffrey het mikpunt van spot zijn. Op de kermis zou hij echter een schijntje verdienen, terwijl de hertog vorstelijk leefde. De keuze was snel gemaakt.

Hofschilder Anthony van Dyck vereeuwigde in 1633 koningin Henriëtta Maria van Engeland met haar jonge hofnar en een aapje.

© Bridgeman

Hertog zit te springen om succesje

Toen Jeffrey in 1626 bij de hertog van Buckingham kwam, zat deze machtige leider van het leger en de marine van Engeland in het nauw.

In een paar jaar tijd had de incompetente edelman heel wat partijen tegen zich in het harnas weten te jagen: de Fransen (nota bene bondgenoten), het Britse parlement (wegens hoogverraad) en zijn eigen onderbetaalde soldaten.

De enige man in het koninkrijk die hem niet met de nek aankeek was de pas gekroonde koning van het land, Karel I.

Om een wit voetje te halen bij de kersverse vrouw van de majesteit, Henriëtta Maria van Frankrijk, besloot de hertog om een groot banket te houden in zijn extravagante residentie York House in Londen. Hij zou de koningin een perfect geschenk aanbieden: Jeffrey Hudson.

De koningin sloot het popperige kind in haar hart en eind 1626 verhuisde de zevenjarige Jeffrey naar het privékasteel van de koningin in Londen.

De hofdwerg vormde een komisch contrast met William Evans, een manke reus van 2,37 meter, die eveneens het hof moest zien te vermaken. Tijdens het gemaskerde bal van de koningin kort daarop stalen ze samen de show, en het gerucht over de reus en de dwerg verspreidde zich snel van de koninklijke kringen naar de rest van de stad.

In enkele maanden tijd veranderde de kleinste persoon van Engeland van een arme dorpsjongen in de lieveling van de koningin en toute Londen.

Het leven aan het hof beviel Jeffrey Hudson. Hij kreeg een dienaar, werd geportretteerd door de veelgeprezen hofschilder Anthony van Dyck en er verscheen een toneelstuk over zijn leven. Bij de opvoering speelde Hudson zelf de hoofdrol als de grappige Lord Minimus.

Toen de jaren 1620 overgingen in de jaren 1630 en Hudson zijn kinderjaren achter zich liet, leerde hij schermen, schieten met een pistool en paardrijden.

Op zijn 18e verjaardag in 1637 mat hij nog geen 90 centimeter. De kleinste man van Engeland was volwassen en moest afscheid nemen van zijn bestaan aan het hof van de koningin. Er dreigde een burgeroorlog in het land.

Koningin moet het land uit vluchten

De eigenwijze Karel I negeerde eerst de besluiten van het parlement en ontbond het vervolgens. Toen hij ook nog eens vijf vooraanstaande politici arresteerde, brak er in 1642 een burgeroorlog tussen de koning en het parlement uit.

Religie zou een belangrijke rol spelen in de strijd. Zo’n 100 jaar daarvoor hadden de Engelsen het katholicisme door het protestantse geloof vervangen, maar Henriëtta Maria was katholiek en daarom landverrader, aldus het parlement.

Terwijl haar man de opstand trachtte neer te slaan verliet de koningin Londen snel om haar toevlucht tot Nederland te nemen, samen met een legertje bedienden, huisdieren en de hofnar Hudson.

Op 22 februari 1643 – na een jaar in ballingschap – keerden de koningin en haar hofhouding terug naar Engeland, om precies te zijn naar het vissersdorpje Bridlington, waar 1000 koningsgezinde cavaleristen klaarstonden om haar en haar gevolg te ontvangen.

Maar die nacht al raakten de koningin en Hudson direct betrokken bij de burgeroorlog, toen ze zich ineens in de vijandelijke schootslijn bleken te bevinden.

Zes oorlogsschepen van het parlement beschoten om vijf uur ’s morgens de koningin en haar gevolg. Terwijl soldaten de majesteit in veiligheid brachten, zochten Hudson en de dienstmeisjes gauw dekking bij een strekdam, waar de kanonskogels hun om de oren floten.

Toen het eb werd keerde de vloot terug, maar de ernst van de burgeroorlog viel niet meer te ontkennen. Hudson, die nu 23 jaar oud was, had inmiddels zijn buik vol van het bestaan als hofnar – hij wilde vechten voor zijn koningin.

Henriëtta Maria willigde de wens van de jongeman in en maakte Hudson kapitein van haar huzarenkorps.

Maar van vechten kwam het niet, want terwijl de koning in de lente van 1644 vocht tegen het leger van het parlement in Oxford, pakte de nu hoogzwangere koningin wederom haar biezen; om niet in vijandelijke handen te vallen, vluchtte ze naar de Franse stad Nevers – samen met Hudson en haar dienaren.

De weken daarop sloten meer Engelse soldaten zich aan bij de koningin in Frankrijk. Verkleumd en ontheemd in de verlaten stad zetten de soldaten het al gauw op een zuipen en botvierden ze hun ongenoegen op de kleinste huzaar.

Hudson was geen hofnar meer, hij was nu officier van de kroon en wilde serieus genomen worden. Hij waarschuwde de soldaten dus dat hij de eerstvolgende die hem in het ootje nam, zou uitdagen voor een duel.

Maar de soldaten sloegen zijn waarschuwing in de wind, want een man van nog geen meter lang kon onmogelijk een bedreiging vormen.

Toen Hudson in 1626 aan het Engelse hof kwam, stevende het koninkrijk af op een verwoestende burgeroorlog, die de majesteit de kop kostte.

© Bridgeman Images

Hudson eist bloedwraak

Een officier genaamd Charles Croft bleef daarom doodleuk de spot drijven met Hudson – en werd prompt uitgedaagd voor een duel. En al snel zaten de twee strijders in het kasteelpark op een paard om te vechten op leven en dood.

Om lollig te doen haalde Croft een groot waterpistool tevoorschijn toen hij zijn wapen moest presenteren. Daarop barstten de toeschouwers in lachen uit, maar Hudson vertrok geen spier. Voor hem was het dodelijke ernst.

Toen Croft daarna zijn echte pistool pakte, stormden de twee kemphanen op elkaar af. Op een paar meter van zijn kwelgeest vandaan richtte Hudson – en hij vuurde. De kogel raakte Croft in het voorhoofd, en de man was op slag dood.

Voor de eerste keer in zijn leven had de kleine kapitein zijn eer verdedigd, maar de gevolgen van het fatale duel had Hudson niet goed doordacht.

Pistoolduellen waren in Frankrijk niet toegestaan en werden bestraft met de dood. Koningin Henriëtta Maria stuurde Hudson weg om zijn leven te sparen.

Eind oktober 1644 ging hij per schip op weg naar Engeland, maar na een paar dagen varen werd het schip aangevallen door Duinkerker kapers. Hudson, de bemanning en de andere passagiers werden ontvoerd en naar een slavenmarkt in Noord-Afrika gebracht, waarschijnlijk in Algerije.

Hier bracht hij de volgende 25 jaar door. Wat er precies met Hudson is gebeurd tijdens zijn gevangenschap is onzeker. Hij zal de koningin ongetwijfeld smeekbedes hebben gestuurd om hem vrij te kopen, maar die bereikten haar nooit.

Gelukkig was hij niet lang genoeg om als slaaf op de piratenschepen te werken – elk nadeel had toen al zijn voordeel. De galeislaven op de piratenschuiten waren maandenlang aan de roeispanen gekluisterd, terwijl opzichters hun rug tot bloedens toe geselden als ze niet alles gaven.

Het werk was onmenselijk zwaar en velen stierven dan ook van uitputting, lang voordat het geld voor hun vrijlating vanuit Europa was gearriveerd.

Wat Hudson moest doen aan boord van het piratenschip, weten de geschiedkundigen niet, maar meestal was het slaag en zwaar lichamelijk werk wat de klok sloeg. En een vetpot was het niet: de hoofdmaaltijd bestond uit donker brood gedoopt in azijn. Maar de dwerg liet zich niet kisten.

Sterker nog, hij begon te groeien. Toen hij eindelijk in 1669 vrijkwam, was hij 1,15 meter. Hudson werd onverwachts vrijgelaten – niet door tussenkomst van zijn geliefde koningin, maar omdat de Engelse staat veel onfortuinlijke zeelui in islamitische slavernij loskocht.

De piratenlanden aan de Middellandse Zee streken een grote som gelds op, en Hudson was een van de gelukkigen die naar huis mochten.

Ontberingen zijn nog niet ten einde

Tot grote teleurstelling van Hudson was Karel I niet meer aan de macht toen hij terugkeerde. Zijn weldoener, koningin Henriëtta Maria, herstelde in Frankrijk, maar stierf twee maanden nadat hij voet aan wal zette op Engels grondgebied.

De longziekte bronchitis en krachtige opiaten kostten de majesteit het leven, waarmee Hudsons droom om zijn luxe leven weer op te pakken, in duigen viel.

De voormalige hofnar en kapitein van de cavalerie ging daarom terug naar zijn geboorteplaats Oakham, maar in 1678 reisde de 59-jarige Hudson naar de hoofdstad om pensioen aan te vragen voor zijn jarenlange trouwe dienst aan de koningin.

Op de Engelse troon zat nu de oudste zoon van Karel I en Henriëtta Maria, die regeerde als Karel II.

De onderneming had kans van slagen, maar Hudson had geen slechter tijdstip voor zijn reis kunnen kiezen. Kort daarvoor had de Engelse priester Titus Oates het gerucht verspreid van een katholieke samenzwering, ‘The Popish Plot’, die Karel II zou willen vermoorden en het katholicisme wilde herinvoeren.

Het werd voor zoete koek geslikt en 35 onschuldige mensen werden gedood. Nog meer belandden in het gevang. Ook Hudson, wiens enige zonde was dat hij 25 jaar eerder voor de katholieke vorstin Henriëtta Maria had gewerkt.

Hudson zat vast tot Oates als leugenaar werd ontmaskerd en de onschuldigen in 1680 werden vrijgelaten. Twee jaar later stierf Jeffrey Hudson in zijn geboorteplaats Oakham, zo arm als een kerkrat.