Joris Hoefnagel
Petrus Gonsalvus en Catherine Raffelin

Het tragische verhaal van de echte ‘Beauty en Beast’

Het sprookje komt niet uit de lucht vallen, maar van een tragisch verhaal uit het 16e-eeuwse Frankrijk, waar de koningin een jonge schoonheid dwong te trouwen met een ‘dierenman’.

Het sprookje ‘Beauty and the Beast’ is geschreven door de Franse edelvrouw Gabrielle-Suzanne de Villeneuve in 1740, maar er zijn veel aanwijzingen dat ze het verhaal niet uit haar duim heeft gezogen.

Spaanse onderzoekers vonden in 2021 documenten die licht werpen op gebeurtenissen aan het Franse hof waarop het verhaal geïnspireerd kan zijn.

Maar anders dan in het sprookje leefden de echte Beauty en Beast niet erg lang en gelukkig.

Beauty and the Beast boek uit 1918

Het sprookje ‘Beauty and the Beast’ is wereldwijd bekend. Dit is een Engelse uitgave uit 1918.

© Elizabeth Tyler Wolcott

‘Diermens’ wordt hobbyproject van de koning

Pedro González werd in 1537 op Tenerife geboren, maar werd al na 10 jaar cadeau gedaan aan de Franse koning Hendrik II. González leed aan de toen nog onbekende ziekte hypertrichia, ook bekend als het weerwolfsyndroom. Door de ziekte groeit overal op het lichaam lang en dik haar.

Hypertrichia is zeer zeldzaam. In de wereldgeschiedenis zijn er nog geen 50 gevallen bekend, en de meeste weerwolven eindigden als attractie in freakshows.

Met González was het niet anders. Aan het hof van Hendrik II werd hij beschouwd als een curiositeit, die moest komen opdraven als de koning gasten had. De harige jongen werd al snel het persoonlijke project van de koning, die wilde onderzoeken of hij dit ‘diermens’ beschaafd kon maken.

González deed het hof echter versteld staan met zijn intelligentie, en de koning was zo onder de indruk dat hij hem liet trainen in hofetiquette en hem omdoopte tot Petrus Gonsalvus.

Gonsalvus leerde na verloop van tijd drie talen, werd leraar van de zoon van de koning, Karel IX, en studeerde rechten.

Petrus Gonsalvus en Catherine Raffelin

Petrus Gonsalvus en de mooie koopmansdochter Catherine Raffelin trouwden vanwege een biologisch experiment, maar waren uiteindelijk meer dan 40 jaar gelukkig samen.

© Joris Hoefnagel

Maar donkere wolken pakten zich samen.

In 1559 stierf Hendrik II en ging de macht over op zijn vrouw Catharina de’ Medici, die even katholiek als wreed was.

Catharina had niet zo’n zwak voor Gonsalvus als haar overleden echtgenoot en besloot in 1570 dat het interessant zou zijn om te zien welke kinderen zo’n ‘wildeman’ zou krijgen.

Schoonheid trouwde onbewust met ‘een monster’

De koningin regelde daarom een huwelijk tussen Gonsalvus en Catherine Raffelin, een mooie dochter van een Franse koopman. Ze was echter ‘vergeten’ de familie Raffelin te vertellen over Gonsalvus’ aandoening.

Volgens geruchten was dit verre van het huwelijk waar de jonge Catherine op gehoopt had, maar het was vrijwel onmogelijk om nee te zeggen tegen Catharina de’ Medici, die een van de machtigste mensen ter wereld was.

Net als in het sprookje blijkt uit de bronnen echter dat de jonge Catherine uiteindelijk door de wilde buitenkant heen prikte en viel voor Gonsalvus’ erudiete persoonlijkheid, zodat de liefde tussen hen begon op te bloeien.

Antonietta Gonsalvus

De dochter van het echtpaar, Antonietta Gonsalvus, had hetzelfde weerwolfsyndroom als haar vader en moest te pas en te onpas poseren voor schilderijen.

© Musée des Beaux-Arts de Blois

Ze hadden echter geen vaste plaats meer aan het Franse hof en werden rondgestuurd door Europa, waar de hogere klassen geamuseerd werden door de welbespraakte ‘wilde’ en artsen hem mochten onderzoeken.

Na een tournee langs de hoven namen ze uiteindelijk hun intrek bij de hertog van Parma, Alessandro Farnese. Hier hadden Gonsalvus en Catherine het goed, en ze kregen uiteindelijk zeven kinderen, van wie er vier aan dezelfde ziekte leden als hun vader.

De hertog was zeer geïnteresseerd in de harige kinderen en liet ze schilderen. Farnese bleek de kinderen echter slechts te beschouwen als perfecte geschenken voor zijn adellijke vrienden, en ze werden alle vier op jonge leeftijd naar verschillende hoven in Europa gestuurd, waar ze als huisdieren werden behandeld. De ouders hadden er niets over te zeggen.

Het stel verhuisde uiteindelijk naar Capodimonte, even buiten Rome, waar ze een rustiger leven leidden. Gonsalvus stierf waarschijnlijk in 1618, maar zijn dood is nergens vastgelegd, omdat hij niet als een echt persoon werd beschouwd en daarom geen christelijke begrafenis mocht krijgen.