3000 jaar geldhandel

Heilige priesters, gehate joden en doortrapte Italianen waren de pioniers van het bankwezen. Ze verdienden veel geld aan rente op leningen, en werden steeds inhaliger.

Babyloniërs konden geld lenen in de tempel van zonnegod Sama.

Tempel was de eerste bank

18e eeuw v.Chr.: In het oude Babylonië en Egypte waren tempels de plaatsen bij uitstek om waardevolle voorwerpen in bewaring te geven, want niemand waagde het om de heilige gebouwen te beroven.

Babylonische priesters leenden in de tijd van koning Hammurabi (18e eeuw v.Chr.) ook geld uit. De Babyloniërs waren hiermee de eersten met een eigenlijke bank.

Overboekingen in de oudheid

Athene stond bekend om zijn banken en zijn uilenmunten.

5e eeuw v.Chr.: De oude Grieken waren handelaars en hadden een solide bankwezen nodig. Daarom brachten Atheense zakenlieden in de 5e eeuw v.Chr. hun geld naar de lokale bank, waar ze een garantiebewijs kregen waarmee ze het bij een andere bank weer konden innen.

Zo hoefden ze niet met zware geldkisten te zeulen die makkelijk gestolen konden worden. De Griekse banken leenden ook geld uit aan hun klanten en wisselden vreemde valuta.

Joden beoefenden verboden beroep

Christenen mochten van de kerk geen rente heffen, en daarom kregen joden dat werk.

Middeleeuwen: De middeleeuwse katholieke kerk vond het beroep van gelduitlener voor een christen niet gepast. In de 12e eeuw verbood de paus alle christenen om rente te heffen, waardoor ze geen geld meer konden verdienen aan bankzaken.

De Europese vorsten moesten echter veel geld lenen om te bouwen en oorlog te voeren, en daarom droegen ze de joden, voor wie het verbod van de kerk niet gold, op om geldleningen te verstrekken en boden in ruil daarvoor bescherming.

De meeste ambachten waren voor joden verboden, en door geld uit te lenen kwamen ze toch aan de kost. Vanwege hun bancaire werkzaamheden werden ze door de christelijke bevolking nog meer met de nek aangekeken.

De moderne bank ontstond in Italië

Het woord ‘bank’ is afgeleid van het Italiaanse banco. Zo werd in de middeleeuwen de tafel genoemd waarop de transacties plaatsvonden.

14e eeuw: Met een creatieve boekhouding omzeilden Italiaanse kooplui het kerkelijke verbod op rente.

In de 14e en 15e eeuw slaagden Noord-Italiaanse kooplieden erin een groot deel van de joodse bankactiviteiten naar zich toe te trekken. Ze mochten geen rente heffen, maar de Italianen omzeilden dit verbod door de rente als ‘gift’ of ‘beloning voor risico’ te omschrijven in hun boekhouding.

In Genua, Siena en vooral Florence schoten de banken als paddenstoelen uit de grond. In Florence verdiende de familie De’ Medici een fortuin aan leningen. Hierdoor kreeg ze het in de stad voor het zeggen en mocht ze zelfs een aantal pausen leveren.

De financiële imperia van de Italianen worden gezien als voorlopers van het moderne bankwezen.

Nationalisatie in de 17e eeuw

Stockholms Banco drukte de eerste bankbiljetten.

17e eeuw: In 1661 gaf Stockholms Banco als eerste bank in Europa bankbiljetten uit in plaats van munten. Maar het bedrijf gaf meer briefjes uit dan het aan zilver en koper bezat, en ging failliet.

De staat greep in en nam in 1668 de boedel van de bank over. De instelling die hieruit voortkwam bestaat nog steeds en is vandaag de dag de nationale bank van Zweden.

9000 Amerikaanse banken failliet

De beurskrach op Wall Street in 1929 had gevolgen voor de hele samenleving.

1929: Zwarte donderdag, zo staat 24 oktober 1929 bekend. Op die dag namen de aandelenkoersen op de beurs op Wall Street in New York een duikvlucht.

Honderdduizenden Amerikanen hadden - vaak met geleend geld - in aandelen belegd, en dat leek een zekere investering. Maar de zeepbel spatte uiteen en de financiële crisis die volgde kostte 9000 banken in de VS de kop.

Wereldwijde financiële crisis

De internationale investeringsbank Lehman Brothers bezat tot een paar jaar geleden 691 miljard dollar aan activa en had 26.000 mensen in dienst.

Maar de bank dankte zijn succes aan zeer riskante leningen, en in 2008 ging het mis. De financiële reus ging failliet, en een wereldwijde economische crisis was het gevolg. Europese pensioenfondsen raakten miljarden euro’s kwijt.

Lehman Brothers was de grootste, maar bepaald niet de enige bank die omviel tijdens deze crisis, en de gevolgen ervan zijn vandaag de dag nog steeds merkbaar.