Zevenslapersdag is een katholieke feestdag die teruggaat tot circa 250 n.Chr.
Volgens de overlevering vluchtten zeven christenen voor de vervolging door de Romeinse keizer Decius en zochten ze hun toevlucht in een grot bij Efeze in het huidige West-Turkije.
De Romeinse soldaten besloten de christenen te straffen door de ingang van de grot dicht te metselen, waarna de zeven mannen op wonderbaarlijke wijze bijna 200 jaar zouden hebben geslapen, tot een herder hen in 447 wekte.
De mannen verlieten de grot levend en vertelden hun verhaal aan een bisschop, waarna ze stierven. Sindsdien worden ze als heiligen gezien en dient hun verhaal als argument voor de wederopstanding.
Mannen slapen ook in de Koran
Er zijn verschillende varianten in omloop van het verhaal van de zevenslapers: de namen, plaatsen, data en andere details variëren al naargelang de traditie.
Het verhaal over de langslapers komt ook voor in de Koran, die het aantal mannen niet vermeldt, maar hun wel een hond geeft die over hen waakt terwijl ze slapen.
Bij ons is Zevenslapersdag vrij onbekend. In Duitsland en Frankrijk wordt er op 27 juni bij de dag stilgestaan, in de rest van de wereld vooral op 27 juli. Volgens een boerenwijsheid zegt het weer op 27 juni iets over het verloop van de rest van de zomer. Als het bijvoorbeeld regent op Zevenslapersdag, belooft het een natte zomer te worden.
Deze methode om het weer te voorspellen is niet helemaal uit de lucht gegrepen: statistisch gezien blijven de sterke stromingen in de hogere luchtlagen die het weer aan de grond bepalen na eind juni vaak wekenlang stabiel.