Sinds de Islamitische Revolutie in 1979 heeft Iran een religieus bestuur dat strenge regels voor gedrag en kleding hanteert. Zo mogen mannen bijvoorbeeld geen ‘westerse’ kapsels hebben, moeten mannen en vrouwen afstand van elkaar houden en moeten vrouwen hun haar bedekken en loszittende kleding dragen.
Na de revolutie werden de regels gehandhaafd door Islamitische Revolutiecomités, die fungeerden als een soort religieuze politie. In 2005 werd die taak overgenomen door de begeleidingspatrouille (zedenpolitie), die rechtstreeks rapporteert aan de leider van Iran, de ayatollah.
In de praktijk moeten de agenten vrouwen arresteren die de verkeerde kleren of te veel make-up dragen of hun hoofddoek niet volgens de regels hebben bevestigd.