De inwoners van het oude Mesopotamië behoorden 5000 jaar terug waarschijnlijk tot de eerste mensen die zich bezighielden met exorcisme, het uitdrijven van boze geesten of demonen.
De Mesopotamiërs waren erg bijgelovig en geloofden in bovennatuurlijke wezens, die mensen kwaad konden doen of konden helpen.
Exorcisme was een vast onderdeel van hun cultuur, waarin rituelen, bezweringen en amuletten werden gebruikt om mensen te beschermen tegen ziekten en ongelukken.
Een exorcisme werd meestal uitgevoerd door een priester, die een bezwering uitsprak om de boze geesten uit te drijven. Soms werden de bezweringen opgeschreven op kleitabletten, die werden neergezet of begraven in het huis van de persoon die bezeten zou zijn.