Seks en moord in het nonnenklooster
In het Sint-Ambrosiusklooster aanbidden de nonnen afgoden en bestrijden ze ziekten met seks. Wie protesteert, wordt vermoord met gif. Tot 1859, als de noodkreet van een non de Inquisitie op het spoor van de zaak brengt.

Gewoonlijk legde de aartsbisschop geen bezoeken af aan nonnen. Dat hij op deze dag in juli toch aan de deur klopte van het Sint-Ambrosiusklooster in Rome, kwam doordat hij een noodkreet ontvangen had van zijn eigen nicht.
‘Red me, red me,’ riep de non steeds terwijl ze haar neef hijgend tegemoet snelde in de zomerse hitte. De angst stond op haar ronde gezicht te lezen.
Gustav Adolph zu Hohenlohe had sterke twijfels over de beschuldigingen die zijn nicht Katharina geuit had in haar brief. Haar mondelinge uitleg overtuigde de bisschop er echter van dat er iets grondig mis was in het klooster, en toen hij weer vertrok, haastte hij zich meteen naar het pauselijk paleis in het Vaticaan.
Het kon in die tijd maanden duren voordat een verzoek van een simpele non door de kerkleider werd behandeld. Maar een lid van het adellijke geslacht Hohenlohe dat ook nog familie was van de Pruisische koning, kreeg voorrang.
Een dag later kon de aartsbisschop zijn nicht daarom al uit het klooster escorteren. Zu Hohenlohe en de paus konden op dat moment echter nog niet bevroeden dat er sprake was van een schandaal van ongekende omvang.
Kloosterleven moet rust brengen
Het Sint-Ambrosiusklooster viel onder de franciscanenorde, en de zusters hadden hier in 1814 hun intrek genomen. Twee jaar later trad de kerk voor het eerst op tegen de nonnen en werd de abdis, Maria Agnese Firrao, gevangengezet in een ander klooster omdat ze zich als heilige had laten vereren.
De geest van de moeder-overste bleef echter heersen achter de oude muren van het klooster. Dat merkte Katharina von Hohenlohe al snel toen ze met Pasen 1858 verwachtingsvol toetrad tot de orde. De vrome vorstin was toen 39 jaar, en had twee kinderloze huwelijken achter de rug. Haar beide echtgenoten waren overleden.
Katharina koos ervoor om niet te hertrouwen, maar haar bevoorrechte bestaan de rug toe te keren en in het klooster te gaan – een oude wens. Dat besluit had haar naar Sint-Ambrosius in Rome gevoerd, waar ze als een eenvoudige novice haar intrede deed.
Het kloosterleven bracht Katharina echter niet de rust waarop ze gehoopt had. Al na een jaar was ze gevlucht, en nu zat ze in het kantoor van haar neef in het Vaticaan, waar ze haar verhaal deed tegen een van de meest ervaren inquisiteurs van de kerk.

In de Kerkelijke Staat maakte de inquisitie jacht op mensen die de kerkregels schonden.
Nonnen aanbidden afgoden
Katharina’s beschuldigingen waren niet mis: de nonnen in het Sint-Ambrosius vereerden afgoden en aanbaden de reeds lang geleden overleden moeder-overste Maria Agnese Firrao als een heilige.
De novicemeesteres van het klooster, Maria Luisa, beweerde bovennatuurlijke gaven te hebben, en ze had verdachte onderonsjes met een man die langskwam om de duivel te laten uitdrijven. Daar kwam nog bij dat Maria Luisa Katharina probeerde te vergiftigen.
Inquisiteur Vincenzo Leone Sallua luisterde aandachtig naar de vrouw tegenover hem, terwijl hij haar met zijn ervaren blik nauwlettend opnam. De 45-jarige Italiaan was eerste socius, onderzoeksrechter, bij de inquisitie.
Sallua kende zijn pappenheimers, en het zou hem niet verbazen als deze Duitse non hem iets op de mouw speldde. Een oudere, gezette vrouw met een ongelukkige voorgeschiedenis had reden genoeg om jaloers te zijn op een mooie, jonge meerdere, die hoog in aanzien stond bij de toezichthoudende priester.
Desondanks was Sallua verplicht een onderzoek in te stellen. Het veinzen van heiligheid was een ernstige zaak, die niet zomaar kon worden genegeerd.
Maagd Maria stuurt brieven
De eerste socius verhoorde de nonnen, en hun ontwijkende antwoorden wekten zijn nieuwsgierigheid op. De naïeve, onontwikkelde nonnen waren geen partij voor de gedreven onderzoeksrechter, en het duurde dan ook niet lang voor hij de eerste bekentenis had losgepeuterd.
De beschuldiging dat de vrouwen in het Sint-Ambrosius hun overleden abdis vereerden, bleek niet uit de lucht gegrepen. En de jonge novicemeesteres Maria Luisa leek de leider te zijn van deze cultus. Ook vertelde een aantal nonnen dat Maria Luisa beweerde boodschappen van God, Jezus en Maria te ontvangen als ze in extase raakte.
De mooie non woonde al sinds haar dertiende in het klooster en werd op 24-jarige leeftijd novicemeesteres en plaatsvervanger van de nieuwe abdis. Iedereen hield van Maria Luisa en bewonderde de non vanwege haar bijzondere contact met de hemel.
‘Ze is getrouwd met Christus,’ zei de oude priester die het klooster regelmatig bezocht om de nonnen de biecht af te nemen. Het bewijs was de goddelijke gouden ring met een roos en een lelie die ze droeg. Bij de latere rechtszaak zou blijken dat ze de ring stiekem had gekocht bij een goudsmid in Rome.

In de 19e eeuw dachten velen dat figuren uit de hemel zich af en toe op aarde lieten zien.
Er gebeurden grote wonderen rond Maria Luisa. In een houten schrijn, waar alleen assistent-biechtvader vader Peters de sleutel van had, verschenen plotseling brieven van Maria Agnese Firrao, de eerste moeder-overste van het klooster. Al snel volgde post van Maria en zelfs Jezus. In de goddelijke boodschappen werden de unieke ‘deugd en kuisheid’ van Maria Luisa geprezen.
Inquisiteur Sallua zocht naarstig naar een verklaring voor de brieven, en vond uiteindelijk de bron. Een non bekende dat zij ze had moeten schrijven van de novicemeesteres. De vrouw wist ook te vertellen dat er meer in de brieven stond dan alleen eerbetuigingen aan het adres van Maria Luisa.
Een van de valse berichten ging over vader Peters. Er stond in dat hij de uitverkoren dienaar van God was en de novicemeesteres moest zegenen met een bacio in bocca – een kus in de mond. Schoorvoetend had de priester gehoor gegeven aan deze opdracht uit de hemel.
En onder het voorwendsel dat hij Maria Luisa’s hoofdpijn moest genezen, bracht vader Peters daarna de ene nacht na de andere door in de cel van de novicemeesteres. Niemand had gezien wat de twee uitspookten achter de gesloten deur, maar de non bereidde zich altijd zorgvuldig voor op zijn komst.
‘Was mij grondig voordat de vader komt,’ beval ze de twee novices die haar bedienden. En ’s nachts hoorden de vrome nonnen wonderlijke geluiden uit de cel komen. Hetzelfde gebeurde wanneer Peter Kreuzberg, een Duitse arts die door de duivel bezeten zei te zijn, langskwam voor een exorcisme.
Novices worden verleid
Het leek er sterk op dat er grove zonden werden begaan in het klooster, maar toch bleven de nonnen loyaal aan Maria Luisa. Zuster Agnese Eletta verklaarde op welke manier de novicemeesteres de vrouwen aan zich bond.
‘Op een dag in augustus 1854 zei Maria Luisa tegen mij: “Je zult een ziekte krijgen die zich manifesteert in de allerintiemste delen van je lichaam. De ziekte kan alleen door een expert worden behandeld.” Ik was doodsbang en smeekte Maria Luisa voor me te bidden om de schande weg te nemen. Maar ze zei dat God haar had opgedragen mij te behandelen.’
De behandelingen vonden ’s nachts plaats. Als eerste onderzocht Maria Luisa Agnese Eletta uitgebreid. Toen moest de ‘zieke’ een vloeistof over de novicemeesteres druppelen, waarna ze zelf de vloeistof moest ontvangen door zich met Maria Luisa ‘te verenigen en haar aan te raken’.
De rituelen mochten niet besproken worden met biechtvader Leziroli. Bij de volgende behandeling zei Maria Luisa dat het Gods wil was dat Agnese Eletta haar zou uitkleden en haar naakte lichaam zou liefkozen.

De non Maria Luisa speelde graag doktertje.
‘Ik raakte met mijn handen haar intieme delen aan, en zij raakte de mijne aan. Ook betastte ze zichzelf,’ vertelde de non beschaamd.
‘Het had een effect op haar geslachtsdelen dat ik niet herkende bij mezelf. Uit haar gedrag en wat ze zei maakte ik op dat ze er bijzonder van genoot.’
Er waren meer nonnen die zich hadden laten verleiden tot zondige daden, constateerde Sallua. Zo kreeg hij een uitvoerige getuigenis van de non Maria Giacinta, die zich echter zo schaamde dat ze haar verhaal niet rechtstreeks aan hem durfde te vertellen. Daarom schreef ze haar bekentenis op.
‘Ze vroeg me mijn hoofd op haar borst te leggen om te voelen hoe snel haar hart klopte. Daarna wilde ze dat ik haar tepels likte,’ schreef de non.
Het ritueel had de novicemeesteres in een toestand van extase gebracht.
‘Ze bewoog op een manier die ik niet eens kan beschrijven en instrueerde mij om zo te gaan liggen dat ik haar sappen kon ontvangen,’ vertelde Maria Giacinta. De sappen had ze naar eigen zeggen van God zelf gekregen, en ze konden elke aandoening genezen.
Naderhand drukte Maria Luisa haar op het hart de nachtelijke behandeling vooral niet te noemen tijdens de biecht.
‘Ze zei dat het geen zonde was als ik niets voelde en me zo stijf als een plank hield,’ aldus de non.
Er begon zich een patroon af te tekenen van stelselmatig misbruik. Maria Luisa deelde regelmatig het bed met de novices om aan haar trekken te komen en de nonnen in haar macht te krijgen.
Klagers worden vergiftigd
Het leek Maria Luisa’s doel te zijn om uit de schaduw van Maria Agnese Firrao te treden. Net als haar grote voorbeeld wilde ze haar eigen orde stichten, waar ze als een heilige op aarde over de nonnen en novices zou heersen.
En haar plannetje liep gesmeerd – tot de lastige vorstin Katharina von Hohenlohe een spaak in het wiel stak.
De Duitse vrouw was niet zoals de anderen in het klooster. Ze kende de regels van de kerk beter en had aan de vorstenhoven vaker te maken gehad met intriges. Ze trapte dan ook niet in het doorzichtige bedrog waar de andere novices zich door lieten misleiden.

Katharina zou de vergiftiging hebben overleefd dankzij haar forse lichaam.
De vorstin getuigde later dat haar eten en drinken na een ruzie met Maria Luisa een bittere smaak hadden gekregen en dat ze vervolgens zo ziek was geworden dat ze bijna het leven had gelaten.
Zuster Maria Francesca, die de valse brieven van de novicemeesteres schreef, bevestigde het verhaal. Ze onthulde dat Maria Luisa had beweerd een heilige opdracht te hebben gekregen.
‘De prinses moet sterven als straf voor haar hooghartigheid. De Heer heeft er al voor gezorgd,’ had ze gezegd.
Katharina von Hohenlohe kreeg een levensgevaarlijk mengsel toegediend van onder andere vermalen glas, koper, terpentine en opium. Volgens artsen overleefde ze doordat het gif dankzij haar overgewicht minder impact had.
De Duitse besloot om te gaan vasten en ontvluchtte vervolgens het klooster met hulp van haar neef.
Andere nonnen die Maria Luisa hadden gedwarsboomd, betaalden een hogere prijs. Ernstige buikpijn bleek een veelvoorkomend verschijnsel in het klooster, en minstens drie nonnen waren onder hevige pijnen gestorven.
Paus velt zijn oordeel
Ruim twee jaar onderzocht Sallua de situatie in Sint-Ambrosius. Toen was hij eindelijk klaar om zijn rapport naar de kerkelijke juristen te sturen.
Op 5 april 1862 legden de kardinalen hun oordeel voor aan paus Pius IX, die dit goedkeurde met enkele kanttekeningen.
De moeder-overste kreeg een jaar celstraf voor afgoderij en werd tot gewone non gedegradeerd. Vader Peters zou 10 jaar achter de tralies komen, maar het werden er anderhalf omdat hij verleid was tot de zonde. De arts Peter Kreuzberg ontliep zijn straf omdat hij was gevlucht.
De onbetwiste hoofdpersoon, novicemeesteres Maria Luisa, ging voor 20 jaar de cel in en mocht met geen woord reppen over de kwestie. Ze werd niet, zoals gebruikelijk was bij moordzaken, geëxcommuniceerd. De paus wilde voorkomen dat het schandaal uitlekte.
In 1870 vielen Italiaanse troepen Rome binnen, dat de hoofdstad van het land werd. Alle rechtszaken werden opnieuw bekeken, en Maria Luisa wist de ambtenaren ervan te overtuigen dat ze onschuldig was.
Haar val was haar echter niet in de koude kleren gaan zitten. De zondige non was zowel geestelijk als lichamelijk een wrak, belandde in de goot en sleet haar laatste jaren in het gesticht.