Nieuw onderzoek: klopt 800 jaar oude heiligenlegende?

Volgens een 800 jaar oude legende redde een engel de monniken van een Italiaans klooster van de hongerdood. Nu blijkt uit een onderzoek dat dat gedeeltelijk waar is.

Franciscus van Assisi stichtte de franciscaner orde.

© Shutterstock

Op een winternacht in 1224 liet een engel een zak vol brood achter op de drempel van een klooster bij de plaats Montella in het zuiden van Italië.

Het brood was hard nodig, want in het berggebied lag een dik pak sneeuw, en de monniken in het klooster leden honger.

Voor de monniken stond het buiten kijf wie de engel gestuurd had.

Dat kon er maar één zijn: de stichter van de orde, Franciscus van Assisi.

Die bevond zich op dat moment in Frankrijk, maar in gedachten was hij bij zijn broeders in het klooster.

Stof lag in klooster verborgen

Zo luidt in ieder geval de mythe over deze legendarische nacht in 1224.

800 jaar lang heeft het klooster de stofresten van de broodzak bewaard, die door de katholieke kerk erkend worden als heilig relikwie.

Nu heeft een groep wetenschappers uit Nederland, Italië en Denemarken de overblijfselen van de oude stof onderzocht.

En hun conclusie is helder:

Delen van de legende kloppen met de werkelijkheid. De zak stamt namelijk uit de tijd tussen 1220 en 1295 en er heeft zeker brood in gezeten.

‘We hebben een fragment van de zak onderzocht met behulp van onder meer de koolstof 14-methode,’ legt chemicus Kaare Lund Rasmussen van de Universiteit van Zuid-Denemarken uit aan Historianet.nl.

Hij leidde het onderzoek, en volgens hem vroegen de monniken zelf om een analyse van het stukje stof.

Dit lapje stof blijkt zo’n 800 jaar oud te zijn.

© Fader Agnello Stoia

Onderzoekers vonden broodsporen

‘Het risico bestond dat we de mythe om zeep zouden helpen, maar dat is niet gebeurd,’ aldus de onderzoeker, en hij voegt eraan toe dat uit zijn analyse ook gebleken is dat de zak brood bevatte.

De onderzoekers vonden onder meer sporen van ergosterol, een organisch molecuul dat bijvoorbeeld in schimmels voorkomt en ontstaan kan zijn tijdens het broodbakproces.

Rasmussen wijst er echter op dat het niet met zekerheid te zeggen is of de broodresten uit de koude winternacht in 1224 stammen.

De stof werd namelijk de eerste 300 jaar gebruikt als altaardoek. Pas in 1732 werd het in een een kistje gedaan en ingemetseld.

Op de vraag of hij zelf in de heiligenlegende gelooft, antwoordt Rasmussen:

‘Ik ben scheikundige, en als zodanig geloof ik nergens in. Wij meten dingen.’