MENSENOFFERS: Kinderen zonder voeten in Zuid-Amerikaans graf

In Peru hebben archeologen een macabere vondst gedaan: twee kleine kinderen bij wie de voeten lijken te zijn afgehakt voor ze werden gedood en begraven.

In de brandende zon van Peru graven archeologen een grafcomplex op dat 1500 jaar geschiedenis vertelt. Foto: Peruaans ministerie van Cultuur

Een van de leiders van het Chimú-volk in Peru kreeg in de 15e eeuw zes kinderen mee in de dood, zo blijkt uit een nieuwe, huiveringwekkende vondst.

'Het lijkt erop dat de voeten van de kinderen opzettelijk zijn verwijderd. Dat duidt erop dat ze zijn geofferd en werden gebruikt als "bewakers" van het graf,' aldus het Peruaanse ministerie van Cultuur.

1500 jaar geschiedenis wordt opgegraven

Acht jaar geleden deden archeologen de eerste vondsten in Chotuna-Chornancap in het noordwesten van Peru – waaronder twee piramiden. Later bleek dat het gebied graven bevat uit de periode vanaf het begin van de jaartelling tot aan de 16e eeuw.

De streek werd bewoond door de Moche-beschaving (circa 100-800 n.Chr.), het Sicán-volk (circa 800-1375), het Chimú-volk (1375-1470) en ten slotte de Inca's (1470-1533). Alle vier de indianenculturen brachten mensenoffers, maar de kindermummies van de Inca's zijn het meest bekend.

Nog 100 jaar opgravingen

Onlangs vonden de onderzoekers het graf van een volwassen man, met daarin kleipotten en twee religieuze figuren. Om de man heen zijn twee aan twee zes kinderen begraven. Bij de kinderen die aan de westzijde liggen, zijn de voeten afgehakt.

De mensenoffers hadden onder andere tot doel de goden gunstig te stemmen en de oogst te laten lukken, menen de onderzoekers.

De opgravingen zijn nog lang niet voltooid. 'Het gebied is zo groot dat er nog minstens 100 jaar aan opgravingen en verrassingen voor ons liggen,' aldus de Amerikaanse archeoloog Haagen Klaus, die meewerkte aan de opgravingen.