Alle kerken hadden een heilige splinter
De allerbeste relikwieën van Jezus waren splinters van het kruis waar Jezus op gekruisigd was. Volgens meerdere kerkhistorici is het kruis in de 4e eeuw n.Chr. gevonden door Helena van Constantinopel, de moeder van de Romeinse keizer Constantijn de Grote.
Na de vondst doken er opeens talloze heilige houtsplinters op in Europa, en ook nu nog beweren honderden kerken een splinter te bezitten.
De echtheid van de splinters is nooit gedocumenteerd, en de hervormer en theoloog Johannes Calvijn constateerde in de 16e eeuw droogjes: ‘Als je alle fragmenten zou samenvoegen, krijg je een scheepslading vol’.
De kerk verbood heilige voorhuid
Andere opmerkelijke relikwieën van Jezus zijn bijvoorbeeld een doornenkroon in het Louvre in Parijs, een lijkwade in de kathedraal van Turijn, ontelbare spijkers en de lans waarmee Jezus aan het kruis werd doorboord.
Voor alle relikwieën geldt dat onderzoekers niet eenduidig kunnen vaststellen of ze echt van Jezus zijn geweest.
Dat geldt ook voor een grappig relikwie: de voorhuid van Jezus. Die was zo gewild dat er in de middeleeuwen tot wel 18 exemplaren in omloop waren. Het onderwerp lag echter zo gevoelig dat het Vaticaan in 1900 elke vermelding van de voorhuid verbood.
VIDEO: Bekijk 10 beroemde relikwieën van Jezus