Qua aanhangers is het hindoeïsme de op twee na grootste religie ter wereld, na de islam en het christendom.
Het hindoeïsme wordt daarom altijd genoemd als een van de vijf wereldreligies, samen met de islam, het jodendom, het christendom en het boeddhisme.
Afgezien van zijn omvang heeft het hindoeïsme echter weinig gemeen met de andere wereldreligies.
Lees hier meer over religieuze praktijken in het hindoeïsme en leer acht van de belangrijkste hindoegoden kennen.
- Een diverse religie
- Karma, samsara en moksha: De hindoeïstische weg naar bevrijding
- Hoe wordt het hindoeïsme beoefend?
- Opgetekend door de Ariërs
- In de Purusa-hymne wordt het kastenstelsel beschreven
- Vloeiende overgang van Vedische religie naar hindoeïsme
- Hoeveel goden zijn er in het hindoeïsme?
- Acht belangrijke hindoegoden
Een diverse religie
Terwijl christenen of moslims overal ter wereld in dezelfde god geloven, hetzelfde boek lezen en dezelfde rituelen hebben, zijn hindoes eerder verbonden door etniciteit dan door religieuze praktijken.
Er zijn geen universele rituelen en dogma’s binnen het hindoeïsme, net zomin als er één god of één stichter van de religie is.
Het hindoeïsme is een diverse godsdienst, met een breed scala aan goden, rituelen en overtuigingen. Wat die gemeen hebben, is dat ze hun oorsprong vinden in de oude Vedische geschriften.
Vooral de Veda’s en Upanishads zijn daarbij erg belangrijk geweest.
In de Veda’s en Upanishads worden centrale hindoeïstische overtuigingen beschreven in levendige verhalen over het begin en het einde van de wereld, de toorn en de straf van de goden en de rol van de mens in de chaos waarin hij geboren wordt.
Karma, samsara en moksha: De hindoeïstische weg naar bevrijding
De meest centrale hindoeïstische overtuigingen zijn de ideeën van samsara en karma.
In het hindoeïsme gelooft men in wedergeboorte of reïncarnatie als onderdeel van samsara, het levenswiel. Samsara is een cyclus van reïncarnaties die doorgaat zolang de ziel, de atman, in onwetendheid leeft.
Deze reïncarnaties variëren in rang en status afhankelijk van iemands karma. Het maakt dus uit hoe je je in dit leven gedraagt.
Door goede daden te verrichten kun je karma opbouwen dat je ziel naar een betere reïncarnatie kan helpen.
De ultieme verlossing of bevrijding uit samsara wordt in het hindoeïsme moksha genoemd. Hier is men verenigd met de universele god, Brahman.
Hoe wordt het hindoeïsme beoefend?
Er zijn veel verschillende rituelen die een belangrijke rol spelen in het hindoeïsme: meditatie, gebed, yoga, recitatie van religieuze teksten en dagelijkse offers zijn maar een paar van de vele hindoeïstische rituelen.
Opgetekend door de Ariërs
Het hindoeïsme is gebaseerd op de Vedische geschriften, die dateren uit 1500-500 v.Chr. Ze werden opgeschreven door de Ariërs, een Indo-Europees volk. Ze beschrijven de overtuigingen van de Vedische religie, die in deze periode dominant was in de Indusvallei.
De Ariërs waren een stammenvolk dat zich tussen ongeveer 1500 en 1000 v.Chr. in de Indusvallei vestigde. Ze waren akkerbouwers en veedrijvers en vereerden de goden die met de natuur waren verbonden.
Hun religieuze geschriften vertellen over de scheppingsverhalen, offerrituelen en goden van de Vedische religie.
In de Purusa-hymne wordt het kastenstelsel beschreven
Een van de belangrijkste teksten in de Vedische religie is de Purusa-hymne, geschreven rond 1500-500 v.Chr.
De hymne is een scheppingsmythe, waarin wordt verklaard hoe goden uit de oertijd de oermens Purusa offerden en uit dit offer de wereld schiepen.
Ook wordt in deze tekst het kastenstelsel, waarbij Hindoes in kasten worden ingedeeld, beschreven. Volgens het kastenstelsel behoren Hindoes vanaf hun geboorte tot een van de volgende kasten:
- Priesterlijke kaste (brahmanen)
- Strijderskaste (kshatriya’s)
- Handelskaste (vaishya’s)
- Burger- en arbeiderskaste (shudra’s)
De kasten zijn gerangschikt in een hiërarchie op basis van zuiverheid en status, waarbij de priesterkaste de meest bevoorrechte is.
Naast de vier kasten zijn er ook kastelozen (dalits). Hoewel het in India sinds 1950 illegaal is om te discrimineren op basis van kaste, is het kastenstelsel nog steeds diep geworteld in de Indiase cultuur.
Vloeiende overgang van Vedische religie naar hindoeïsme
De overgang van Vedische religie naar hindoeïsme is vloeiend, maar vanaf ongeveer 400 voor Christus begonnen de mensen te geloven in persoonlijke goden zoals Shiva en Vishnu, wat een verschuiving in het religieuze landschap betekende.
Tijdens de Guptadynastie, die rond 320-550 n.Chr. over Noord-India heerste, werd het hindoeïsme de dominante godsdienst in de regio.
Het klassieke hindoeïsme dat in deze periode floreerde, werd gevormd door het geloof in persoonlijke goden en de verdere ontwikkeling van het begrip dharma in het religieuze geschrift Bhagavad Gita.
Dharma beschrijft de religieuze plichten die een rechtschapen hindoe heeft. Deze plichten variëren naargelang iemands kaste, geslacht en levenssituatie.
Hoeveel goden zijn er in het hindoeïsme?
Je hebt misschien wel gehoord van Brahma de schepper, Vishnu de instandhouder en Shiva de vernietiger. Deze drie hindoegoden vertegenwoordigen elk hun deel van de schepping van de wereld en vormen samen de Trimurti, wat ‘de drie vormen’ betekent.
Maar de drie scheppergoden zijn lang niet de enige hindoegoden. Er zijn talloze goden, elk met hun eigen complexe persoonlijkheid.
In de Vedische geschriften worden 33 goden vermeld, maar elders wordt het aantal goden beschreven als ’330 miljoen’, met andere woorden: ‘oneindig’.
Dit zijn acht van de belangrijkste hindoegoden.