Zo zeker als het amen in de kerk zal tijdens de kerstdienst het kerstevangelie worden voorgelezen (Lucas 2). Dit sfeervolle verhaal maakt nog altijd indruk – ruim 2000 jaar nadat de gebeurtenissen zouden hebben plaatsvonden. Maar klopt het evangelie met de kennis die archeologen, historici en andere onderzoekers hebben verzameld over de eerste kerst in Bethlehem?
JEZUS VIER JAAR TE VROEG GEBOREN
Lucas schrijft: ‘In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië.’
Op 25 december vieren we de geboorte van Jezus. Maar in feite zegt de Bijbel nergens dat de zoon van God in december werd geboren, en ook het jaar is omstreden.
Christenen over de hele wereld vieren kerst in de laatste maand van het jaar, omdat kerkvaders in de 4e eeuw de geboorte van Jezus op 25 december hebben gesteld. Op die datum hielden de Romeinen het midwinterfeest voor de god Sol Invictus.
Door Jezus’ geboorte op die dag te vieren, hoopten de christenen deze zonnegod te verdrijven. In 391 verbood keizer Theodosius alle heidense goden en werd het christendom de enige toegestane godsdienst.

Jezus in de kribbe: Op oude foto’s wordt de kribbe vaak afgebeeld als een lijkkist, als vooruitwijzing naar Jezus’ dood. De stal geeft aan dat Gods zoon onder nederige omstandigheden is geboren.
Historische bronnen bevestigen dat Jezus echt heeft bestaan. Zoals de Griekse historicus Thallus in 55 n.Chr. En in 73 n.Chr. schreef de Syrische filosoof Mara bar Serapion over de executie van ‘de wijze koning der joden’. Maar in welk jaar Jezus ter wereld kwam, is onduidelijk. Volgens onze kalender was het 2022 jaar geleden, maar de monnik Dionysius Exiguus, die in de 6e eeuw onze jaartelling introduceerde, was niet helemaal nauwkeurig toen hij het geboortejaar van Jezus bepaalde.
Lucas’ opmerking dat het was in de tijd dat Augustus een volkstelling beval, kan wel een aanwijzing geven.
Augustus, de eerste Romeinse keizer (27 v.Chr.-14 n.Chr), hield tellingen zodat hij wist hoeveel onderdanen hij had – en hoeveel belasting hij kon innen.
Volgens Lucas vond de volkstelling plaats toen Quirinius stadhouder was van de Romeinse provincie Syria, wat wijst op 7 n.Chr. Maar tegenwoordig hechten historici meer geloof aan Matteüs, die zegt dat Jezus kort voor de dood van koning Herodes (in 4 v.Chr.) werd geboren.
MARIA’S LANGE REIS PER EZEL
Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Ook Jozef ging op weg om zich te laten inschrijven. Samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was, reisde hij van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde.
Hoewel het goed gedocumenteerd is dat de Romeinen rond het begin van onze jaartelling diverse volkstellingen hielden, vermelden de historische bronnen niet dat de burgers daarvoor naar hun geboorteplaats moesten. Dat is ook onlogisch, want het zou vaak leiden tot lange reizen.
Zo is het van Nazareth naar Bethlehem zo’n 100 kilometer – een aanzienlijke afstand, zowel te voet als per ezel. Voor de hoogzwangere Maria was dat nauwelijks te doen.
De Amerikaanse Bijbelgeleerde Bruce Chilton en de archeoloog Aviram Oshri suggereren dat er twee steden zijn met de naam Bethlehem. Als Jezus werd geboren in Bethlehem, Galilea, was dat voor Maria ruim 10 kilometer reizen vanuit Nazareth.
De twee onderzoekers staan echter alleen in hun theorie, die ook geen steun vindt in de christelijke traditie.
GEBOORTEPLAATS IS VERPLAATST
Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in doeken en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het gastenverblijf.
‘In Bethlehems stal lag Christus de Heer,’ luidt het kerstlied, maar in het oudste evangelie, dat van Marcus, wordt de hoofdpersoon ‘Jezus van Nazareth’ genoemd. Archeologen denken dat Nazareth in die tijd een provinciestadje was met hooguit 1200 inwoners.
Bethlehem wordt pas decennia later genoemd als de geboorteplaats van Jezus. Volgens het jodendom was Bethlehem de geboorteplaats van koning David, en profeten hadden voorspeld dat de verlosser van de joden daar geboren zou worden.
Als zoon van Jozef stamde Jezus volgens Matteüs af van koning David. Men denkt dat Lucas en Matteüs Jezus’ geboorteplaats van Nazareth naar Bethlehem hebben verplaatst om zijn rol voor iedereen duidelijk te maken.

Maagd Maria: De moeder van Jezus wordt vaak afgebeeld in rood en blauw. Rood staat voor de aarde, blauw voor de hemel. De kleuren vertellen dat hemel en aarde in Maria worden verenigd: Jezus is haar kind en de zoon van God.
Over Maria weten we weinig. De Bijbel zegt alleen dat Jezus ‘geboren is uit een vrouw’ en dat zij als maagd zwanger werd. Niemand kent de details van Jezus’ conceptie, en de evangelisten verschillen er van mening over.
Volgens Matteüs en Lucas werd Maria zwanger van de Heilige Geest en baarde ze Jezus als maagd. Maar Johannes verwijst naar Jozef als de vader.
Afgezien van een wonder kan het verhaal van de maagdelijke geboorte een dekmantel zijn voor de volgende scenario’s: Jozef en Maria hadden seks voor het huwelijk gehad en de conceptie was onwettig, of Maria was vreemdgegaan, waardoor ze in die tijd als een hoer zou worden gezien. In beide gevallen zou Jezus een ‘onecht’ kind, een bastaard, zijn.
Een derde mogelijkheid is dat Maria werd verkracht door een Romeinse soldaat.
De christenen hielden echter vast aan Maria’s maagdelijkheid. Onderzoekers denken dat de evangelisten een groot belang hadden bij het verspreiden van de leer van een maagdelijke geboorte, omdat die Jezus veel acceptabeler maakte. In het oude Rome en Griekenland bestond namelijk het idee dat belangrijke personen werden geboren uit de ontmoeting tussen een god en een maagd.

De Herders: Samen met tollenaars en dagloners stonden herders onderaan de maatschappelijke ladder. Maar al in het Oude Testament had de herder een hemelse functie. In de Psalmen staat: ‘De Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets.’
HERDERS STAAN ONDERAAN
Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door de stralende luister van de Heer, zodat ze hevig schrokken.
Bethlehem lag in de Romeinse provincie Judea, tussen de Middellandse Zee en de Dode Zee. Dit gebied had geen economisch belang voor Rome, en de inwoners konden daarom min of meer hun gang gaan.
De joodse samenleving was streng verdeeld in een onderklasse, een middenklasse en een bovenklasse. Herders, die een groot deel van het jaar op het veld sliepen, stonden onderaan, samen met kleine boeren, dagloners, vissers en tollenaars.
Vissers konden het tot de middenklasse schoppen als ze een eigen boot hadden. De bovenklasse bestond onder meer uit schriftgeleerden, die als theoloog en jurist fungeerden.
Dat de herders als eersten hoorden van Jezus’ geboorte, is waarschijnlijk omdat het woord ‘herder’ een sterke symbolische kracht heeft: volgens het Oude Testament was David een herder, maar werd hij uiteindelijk koning van de joden. Hij maakte dus een enorme sprong op de maatschappelijke ladder.
Verhalen over het beklimmen van de sociale ladder blijven populair – denk maar aan de Amerikaanse droom van nu.
HET KINDJE JEZUS IN DE STAL
De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen dat grote vreugde betekent voor heel het volk: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in doeken gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees.
We denken vaak dat Jezus in een stal geboren werd – mede door de vele nagebouwde kerststallen met dat intieme, sfeervolle beeld van Maria, het kindeke Jezus, Jozef en een os en een ezel.
Maar Lucas noch Matteüs noemt een ezel of een os – de dieren komen voor het eerst voor in een tekst uit de 7e eeuw. De evangelisten vermelden zelfs niet dat Jezus in een stal is geboren, al noemen Lucas en Matteüs wel allebei een kribbe.

De os en de ezel: De dieren die Jezus aanbidden, komen uit een later evangelie, dat door de kerk als vals werd bestempeld. Het beschrijft ook Jezus’ leven als kind. De os is een joods offerdier en kan ook het joodse volk symboliseren.
GEEN HERBERG IN BETHLEHEM
Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’
In het kerstverhaal klinkt het een beetje alsof Bethlehem een bruisende stad is met veel herbergen, waardoor de herders van deur tot deur moeten gaan om de baby te vinden. Maar uit archeologische vondsten blijkt dat het in die tijd een piepklein plaatsje was met hooguit 300 inwoners (nu zijn het er circa 28.000).
Onder andere in 2016 zijn er sporen gevonden van inwoners uit de tijd van de Bijbel.
‘We groeven door tot oudere lagen en vonden zonder twijfel potscherven uit de tijd van Jezus,’ zei archeoloog Shimon Gibson, hoogleraar aan de universiteit van North Carolina.

Bethlehem was maar een gehucht – tot ver in de 19e eeuw, toen deze foto werd genomen.
In die tijd had Bethlehem geen commerciële betekenis, en er liep geen karavaanroute door de stad. Historici vragen zich daarom af of het zin had om hier een herberg te runnen – zeker aangezien het veel grotere Jeruzalem maar 9 kilometer verderop lag.
Nader onderzoek leert ons dat Lucas niet het woord ‘herberg’ gebruikt, zoals het vaak wordt vertaald, maar het Griekse kataluma, dat gastenkamer of rustplaats betekent.
In de Romeinse tijd bestond een huis op het platteland uit één grote ruimte, waar zowel mensen als dieren verbleven. Er was alleen een aparte kamer voor gasten. Hier konden familie of vrienden kortere of langere tijd verblijven.
Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het zagen, vertelden ze wat hun over het kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.
De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. Toen er acht dagen verstreken waren en Hij besneden zou worden, kreeg Hij de naam Jezus, die de engel had genoemd nog voordat Hij in de schoot van zijn moeder was ontvangen.

De drie wijzen: In de Bijbel staat niet dat het er drie waren, maar wel dat ze drie geschenken bij zich hadden: goud, wierook en mirre. Ze worden ook wel de ‘drie koningen’ genoemd, hoewel het eerder sterrenkijkers of astrologen waren.
DE WIJZEN UIT HET OOSTEN
Hier eindigt Lucas’ verslag van het kerstwonder, maar hij is niet de enige evangelist die vertelt over de jonge Jezus – ook Matteüs doet dat. Historici denken dat zijn evangelie is geschreven rond 85 n.Chr. Dat is eerder dan dat van Lucas, dat dateert van circa 100 n.Chr.
Matteüs schrijft weinig over de geboorte zelf. Hij vertelt over de tijd daarvoor, toen Jozef met Maria wilde breken omdat ze het kind van een ander droeg. Een engel haalde hem over daarvan af te zien. Kort daarna introduceert Matteüs de wijzen uit het Oosten (Matteüs 2).
Toen Jezus geboren was, in Betlehem in Judea, tijdens de regering van koning Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de koning van de Joden die onlangs geboren is? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem te aanbidden.
Het kindje Jezus kreeg bezoek van drie wijzen, dat weet iedereen. Maar wacht even, Matteüs zegt helemaal niet dat het er drie waren. Vermoedelijk werden het er in de christelijke traditie zo veel omdat ze drie geschenken bij zich hadden: goud, wierook en mirre.
Wie de wijzen waren is onbekend, Matteüs zegt alleen dat ze uit het Oosten kwamen.
De evangeliën zijn geschreven in het Grieks, en het Griekse woord voor de mannen is magoi ofwel ‘magiërs’, dat wil zeggen sterrenkijkers of waarzeggers. Zij gebruikten hun magische inzichten om de toekomst te voorspellen en te beheersen.
Hun namen, Melchior, Caspar en Balthasar, komen uit een Griekse legende van rond 500 n.Chr.
HERODES – MACHTSBELUSTE DESPOOT
Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden. ‘In Betlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem, ‘want zo staat het geschreven bij de profeet: “En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’
In 40 v.Chr. benoemde de Romeinse senaat Herodes tot koning van Judea. Met Romeinse hulp veroverde hij in 37 v.Chr. Jeruzalem, en gedurende zijn regeerperiode bleef deze Herodes de Grote de trouwe handlanger van de Romeinen in het Midden-Oosten.
Hoewel hij Palestina verenigde tot een groot rijk, dat onder hem een grote economische bloei doormaakte, zagen zijn onderdanen hem nooit als een echte joodse koning.
Om populairder te worden, organiseerde hij grote bouwprojecten, zoals een nieuwe haven aan de Middellandse Zee, Caesarea Maritima, de citadel Masada aan de Dode Zee en een uitbreiding van de tempel van Jeruzalem.
Het geld daarvoor kwam van belastingen, wat zijn populariteit geen goeddeed. Herodes werd daarnaast gehaat omdat hij geweld en onderdrukking gebruikte om de macht te behouden. Ook zijn naasten behandelde hij slecht: in een vlaag van jaloezie liet Herodes zijn vrouw Mariamme executeren, en uit angst voor rebellie ruimde hij meerdere familieleden uit de weg – onder wie de twee zonen van hem en Mariam.
Tijdens zijn bewind werd Herodes steeds meer paranoïde, en zijn laatste jaren stonden in het teken van ziekte. De joodse historicus Flavius Josephus schrijft dat Herodes leed aan koorts, ondraaglijke jeuk, constante pijn, gezwollen benen, ontstekingen, ademhalingsmoeilijkheden en buikkramp, en dat er wormen uit zijn geslachtsdelen kropen.
Het klinkt ingewikkeld om een bepaald huis in Bethlehem te vinden aan de hand van één ster. Mogelijk volgden de drie wijzen een meteorenzwerm.
DE STER BOVEN BETHLEHEM
Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het te aanbidden.’ Nadat ze de koning hadden aangehoord gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde.
De wijzen volgden de ster van Bethlehem naar de kribbe van Jezus. Maar wat zagen ze precies aan de hemel?
Die vraag hebben astronomen al vaak bediscussieerd – en natuurlijk wetenschappelijk bestudeerd, want de posities van sterren en planeten aan de hemel zijn voorspelbaar. Daardoor kun je berekenen hoe de nachtelijke hemel er op een bepaald moment uitzag.
De berekeningen leveren geen bewijs voor een bijzondere, heldere ster boven Bethlehem. Maar historici weten wel van waarnemingen van Chinese wetenschappers in 5 v.Chr. Zij zagen een reeks kometen die mogelijk de bron zijn van het verhaal van de ster van Bethlehem.
Ook vallende sterren of een exploderende ster (een supernova) zijn kandidaten voor de stralende ster boven Bethlehem. Maar volgens de wetenschappers ligt het het meest voor de hand dat de wijzen getuige waren van een kosmische ontmoeting, een conjunctie.
Dit is een optische illusie die ontstaat als twee planeten – in dit geval Venus en Jupiter – elkaars baan kruisen. Vanaf de aarde lijkt het dan alsof de planeten samensmelten tot één heldere ster.
Wijzen gaven de allereerste kerstcadeaus
Wat geef je een kind van goddelijke afkomst? De wijzen die naar Bethlehem kwamen, namen kostbare schatten uit het Oosten mee. De geschenken vormden de basis voor traditie om cadeaus te geven met kerst.

Koninklijk metaal
Goud werd gezien als het metaal van koningen en symboliseerde Jezus’ status als koning. Goud was al duizenden jaren bekend in de regio. Zo zijn er gouden sieraden gevonden in Soemerische koningsgraven in Ur uit ca. 2500 v.Chr.

Goddelijke geur
In veel religies wordt wierook ceremonieel gebruikt bij bijvoorbeeld offers en zuiveringen. De wierook moet opstijgen naar de god(en) om hen te behagen. In de tempel van Jeruzalem stond een wierookaltaar, dat een belangrijke rol speelde in de tempeldienst.

De duurste hars
Mirre is een aromatische hars van een plant van het geslacht Commiphora, die groeit in de tropen in Afrika en Arabië. Voor de joden was mirre een belangrijk ingrediënt in zalfolie. De Egyptenaren gebruikten het voor het balsemen.
ALLE JONGETJES VERMOORD
Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre. En omdat ze in een droom de aanwijzing hadden gekregen dat ze niet naar Herodes terug moesten gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land. Nadat zij op die manier de wijk genomen hadden, verscheen er aan Jozef in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Maak je gereed en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte. Blijf daar tot ik je weer roep, want Herodes is naar het kind op zoek en wil het ombrengen.’ Jozef maakte zich gereed en week nog diezelfde nacht met het kind en zijn moeder uit naar Egypte, waar hij bleef tot de dood van Herodes. Zo moest in vervulling gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen.’ Toen Herodes begreep dat hij door de magiërs misleid was, werd hij verschrikkelijk kwaad, en afgaande op het tijdstip dat hij van de magiërs had gehoord, gaf hij opdracht om in Betlehem en wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger om te brengen.

Koning Herodes zou alle jongetjes hebben vermoord om Jezus te pakken te krijgen.
Elk goed verhaal heeft een schurk nodig – en Herodes kreeg die rol keer op keer. Verhalen over moord en intriges kleven hem aan. In het Nieuwe Testament wordt de koning beschreven als meedogenloos, wreed en ziekelijk wantrouwend.
Maar of hij echt een landelijke kindermoord heeft georganiseerd, is hoogst twijfelachtig. Het bloedbad wordt in geen enkele andere bron genoemd en wordt door de meeste geleerden beschouwd als een verzinsel. Als er een massamoord op onschuldige kinderen had plaatsgevonden, zou dat in heel de antieke wereld tot ophef hebben geleid.

In een droom kreeg Jozef te horen dat hij zijn gezin in veiligheid moest brengen in Egypte.
Het verhaal in het Matteüsevangelie is mogelijk afgeleid van het feit dat Herodes zijn eigen zonen liet executeren. Een massamoord op jongetjes is ook bekend uit het Oude Testament: waarschijnlijk liet Matteüs zich inspireren door het verhaal van de kleine Mozes. Volgens Exodus wilden de Egyptenaren alle pasgeboren Israëlitische jongetjes doden, maar Mozes overleefde het doordat zijn moeder hem in een biezen mandje in de rivier de Nijl zette.
Er is dus niet veel informatie in het kerstevangelie die bevestigd kan worden door historische bronnen of archeologische vondsten. De Bijbel blijft een geloofszaak.
Maar bij Matteüs krijgt het verhaal een happy end: Maria en Jozef namen Jezus mee naar Egypte, waar ze tot Herodes’ dood bleven wonen. De held overleefde (voorlopig) en werd de centrale figuur van het christendom – en de reden dat we binnenkort weer een boom in huis halen en cadeautjes uitwisselen.

De Vlaamse schilder Jacob Jordaens liet de vier evangelisten samenwerken aan de Bijbel. Dat klopt niet.
De evangelisten: Het Bijbelse schrijversteam
De evangeliën zijn genoemd naar Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes, en lang werden zij beschouwd als discipelen van Jezus. Maar onderzoek naar taal en inhoud laat zien dat de Bijbelschrijvers van iets recentere data moeten zijn.
Evangelie van Lucas: In dit boek staat het kerstevangelie.
Wie was Lucas? Dat is onduidelijk. Hij schrijft zelf dat de gebeurtenissen hem verteld werden. Lucas zou ook het boek Handelingen hebben geschreven.
Evangelie van Johannes: In dit boek verschijnt de Verlosser pas ten tonele als hij Johannes de Doper ontmoet.
Wie was Johannes? Het zou om de discipel Johannes gaan, maar de tekst duidt er niet op dat de auteur in Jezus’ tijd leefde.
Evangelie van Marcus: Marcus schrijft ook niet over de geboorte van Jezus. Het evangelie begint met Johannes de Doper.
Wie was Marcus? Dit is het oudste evangelie. Eén theorie is dat hij de tolk van de apostel Petrus was.
Evangelie van Matteüs: Matteüs schrijft kort over de geboorte van Jezus, gevolgd door een kleurrijk verhaal over de achterdochtige despoot Herodes en de kindermoord.
Wie was Matteüs? Het boek is geschreven door een jood die Aramees en Grieks sprak.

Jezus in de kribbe in de Marienkirche in Lübeck.
De kerststal: Monnik wilde kerstwonder zien
Geen kerst zonder kerststal – in etalages, in de kerk en thuis op de vensterbank. Vaste elementen zijn het kindje Jezus, Maria, Jozef, de drie wijzen en de herders.
De hoofdpersonen zijn afkomstig uit de Bijbel en komen in elke kerststal terug. De herders en engelen komen uit het Lucasevangelie, de wijzen en de ster van Bethlehem uit het Mattheüsevangelie.
Het is niet bekend wanneer de eerste kerststal werd gemaakt, maar waarschijnlijk al in de 6e eeuw. De grote doorbraak kwam in 1223, toen de monnik Franciscus van Assisi het tafereel liet reconstrueren met echte mensen en dieren in een grot in Greccio in Italië.
Franciscus wilde het kerstwonder zelf zien, en hij was niet de enige. Volgens de monnik Thomas van Celano ging de lokale bevolking massaal naar de grot. ‘Greccio was een nieuw Bethlehem geworden, het bos weergalmde van stemmen. Iedereen droeg fakkels, rond de kribbe stonden de broeders met hun kaarsen, het bos was zo licht alsof het dag was,’ schreef hij.
Het idee werd enthousiast overgenomen door kerken en particulieren, en de nieuwe traditie verspreidde zich naar Zuid- en Midden-Europa. In Noord-Europa kreeg de kerststal pas in de 19e eeuw voet aan de grond.
De kerststal kent vele geografische varianten: in Lapland zijn de schapen vervangen door rendieren, in Peru rijden de wijzen op lama’s.