Shutterstock
Openbaring van Johannes

Duitse onderzoeker: Bijbel roept vloeken af over Romeinen

De Bijbel bevat enkele duistere profetieën, en nu denkt een Bijbelgeleerde dat deze toekomstvoorspellingen in feite een poging waren om onheil uit te storten over de vijanden van de christenen.

De Openbaring van Johannes staat bol van de profetische teksten over de eindtijd. Maar volgens een onderzoek van de Johannes Gutenberg-Universität in Mainz doet de tekst veel meer dan alleen toekomstige rampspoed voorspellen.

Bijbelgeleerde dr. Michael Hölscher vergeleek de oorspronkelijke Griekse tekst van de Openbaring van Johannes met oude Romeinse vloektabletten: teksten die volgens de Romeinen onheil konden uitstorten over mensen die hen bedrogen of bedreigd hadden. En Hölcher ontdekte opvallende overeenkomsten.

‘Toen tilde een sterke engel een steen zo groot als een molensteen op en smeet die in zee met de woorden: “Zo zal ook Babylon, die grote stad, worden weggeslingerd; ze zal voorgoed verdwijnen.”’ Openbaring 18:21, mogelijk een Romeinse vervloeking

Zijn bevindingen wijzen erop dat bepaalde woorden en zinnen in de Openbaring een poging van de vroege christenen waren om rampspoed af te roepen over het Romeinse gezag. Het Nieuwe Testament is geschreven in de 1e eeuw, toen de Romeinen de christenen in het hele rijk vervolgden, onderdrukten en ter dood brachten.

Romeinen vervloekten alles en iedereen

Vloektabletten werden gezien als zwarte magie en waren verboden in het Romeinse Rijk, maar toch waren ze alomtegenwoordig – van Egypte tot Engeland. In totaal hebben archeologen zo’n 1700 vloektabletten gevonden. Ze konden vaststellen dat de Romeinen om tal van redenen een vloek konden afroepen over iemand: van rivalen in de liefde tot luidruchtige buren.

De tabletten waren vaak bedoeld om de gunst van een bepaalde god te winnen, zodat die de vloek kon uitvoeren. Vaak werden ze neergelegd bij graven of op heilige plaatsen, en de god in kwestie werd gepaaid met offers.

Romeinse vloektablet

Een Romeinse vloektablet uit Engeland. De tekst luidt: ‘Moge hij die Vilbia van mij heeft afgenomen (waarschijnlijk een slaaf, red.) zo vloeibaar als water worden.’

© Mike Peel

Het lijkt misschien tegenstrijdig dat de vroege christenen hun toevlucht namen tot heidense methoden om de Romeinen een hak te zetten, maar we weten dat velen de oude goden en gebruiken niet volledig aan de dijk zetten, ook niet nadat ze christen waren geworden.

Babylon was geheimtaal voor Rome

Een voorbeeld van een zin die op een vervloeking lijkt, is Openbaring 18:21, waarin een engel een grote steen in zee gooit en wenst dat de vijand vernietigd wordt:

‘Toen tilde een sterke engel een steen zo groot als een molensteen op en smeet die in zee met de woorden: “Zo zal ook Babylon, die grote stad, worden weggeslingerd; ze zal voorgoed verdwijnen.”’

De structuur van de oorspronkelijke Griekse tekst lijkt volgens Hölscher sterk op die van een vloektablet.

Andere geleerden denken ook dat Babylon voor het gehate Romeinse Rijk staat in de Openbaring van Johannes, die de ondergang ervan beschrijft. De lange verhalen over het kwaad in Babylon en de dag des oordeels waren dus een versluierde verwijzing naar Rome en maakten duidelijk wat er volgens Johannes met het machtige rijk moest gebeuren.

Mogelijk interpreteerden de mensen die oorspronkelijk Johannes’ beschrijvingen van de eindtijd lazen of hoorden, de gebruikte zinnen en begrippen als vervloekingen,’ concludeert Hölscher.

Als hij gelijk heeft, dan had de Openbaring van Johannes een heel bijzondere betekenis voor de vroege christenen – een betekenis die latere lezers geheel ontging.