De historische Mohammed: Van arme koopman tot beroemde profeet

Oorlog dreigt de bedoeïenenstad Mekka uiteen te scheuren. Op zoek naar geestelijke bezinning trekt de gefrustreerde en verarmde Mohammed naar een grot in de bergen. Hier hoort hij een stem die de geschiedenis zal veranderen.

Aartsengel Gabriel en de profeet Mohammed.

Op een berg bij Mekka kreeg Mohammed een openbaring die de grondslag vormde van een nieuwe wereldreligie.

© Scanpix & Alloverpress

Wie was de profeet Mohammed, en in wat voor wereld groeide hij op?

Dit is de geschiedenis van Mohammed vóór en na de eerste openbaring van de profeet in 610 n.Chr.

De eerste openbaring van Mohammed in 610

Mohammed wordt met een angstig gevoel wakker. Een kracht die zo overweldigend is dat hij er geen woorden voor heeft, omvat hem. Van schrik tuimelt hij uit zijn bed.

‘Reciteer!’

Mohammed voelt de stem meer dan dat hij hem hoort. Hij begrijpt de boodschap niet. Hij is maar een eenvoudig koopman en kan lezen noch schrijven. Het gevoel van verstikking wordt erger en hij denkt dat hij gaat sterven.

Wanneer hij dreigt te bezwijken en naar adem hapt, rollen de woorden opeens als vanzelf uit zijn mond.

‘Reciteer in de naam van uw Heer. Hij heeft de mens geschapen uit een bloedklonter. Uw Heer is de nobelste, die onderwezen heeft met de pen. Hij heeft de mens geleerd wat hij niet wist.’

De woorden stromen uit Mohammeds mond alsof ze zijn laatste adem zijn. Dan valt hij neer, verbaasd over zijn eigen welbespraaktheid.

Volgens de moslimtraditie maakte Mohammed een nachtelijke reis, waarbij hij de hemel en de hel bezocht.

Scanpix/akg-Images

Buraq is het gevleugelde dier dat Mohammed bij een in de Koran beschreven hemelreis bereed. In kunst en literatuur is het dier vaak afgebeeld met een vrouwengezicht.

Scanpix/akg-Images

Engelen hebben volgens de Koran geen vrije wil, maar zijn dienaars van God. Ze bestaan uit licht en zijn daarom onzichtbaar voor mensen. Volgens de Koran wordt ieder mens door twee engelen gevolgd, die diens goede en slechte daden opschrijven.

Scanpix/akg-Images

Volgens de 9e-eeuwse islamgeleerde Bukhari vond dit voorval in 610 plaats op een berg bij Mekka en was Mohammed enorm geschrokken.

In de stad had hij mensen schuimbekkend over de grond zien rollen, terwijl ze stemmen gehoorzaamden die alleen zij konden horen.

Men zei dat ze door boze geesten bezeten waren. Overtuigd dat hem hetzelfde lot te wachten stond, beklom Mohammed de berg. Hij gooide zich liever te pletter dan dat hij als krankzinnige eindigde.

Maar de 40-jarige Mohammed zou de top nooit bereiken.

Halverwege werd hij geroepen door een stem van boven. Langzaam keek hij op. Wat hij zag was even indrukwekkend als angstaanjagend. Aan de hemel verscheen de aartsengel Gabriël ‘als een man met gespreide vleugels.

Hij stond in het hemelgewelf met zijn voeten op de aarde. Ik keerde mijn gezicht van hem af, maar waar ik mijn blik ook heen wendde, ik zag hem overal steeds in dezelfde vorm opdoemen’, zo zou Mohammed later vertellen.

Het citaat is afkomstig van de Arabische geschiedkundige Ibn Ishaq die in de 8e eeuw mondelinge overleveringen verzamelde en daarnaast de eerste biografie over Mohammed schreef.

Terwijl de toekomstige profeet met trillende benen naar de grot terugloopt en op zijn bed gaat liggen, beseft hij dat wat hij heeft meegemaakt een openbaring van God was.

De gevolgen van de gebeurtenis kan hij echter nog niet overzien. In de volgende 23 jaar van zijn leven hoort hij steeds weer nieuwe zinnen.

Samen zullen ze de Koran vormen, het heilige boek van de moslims dat in een paar eeuwen tijd de geschiedenis een nieuwe wending zal geven.

Bedoeïenenstam stichtte Mekka

Mohammed was niet zomaar iemand. Zijn familie had Mekka praktisch gesticht.

Voor haar komst, een paar generaties eerder, was de stad net als de rest in het Centraal-Arabische gebied: een dorre, desolate woestenij, waar niets groeide en de bevolking in honger en armoede leefde.

Dat veranderde toen de bedoeïenenstam Quraysh, de voorouders van Mohammed, zich er vestigde.

De grootste klok ter wereld: de Abraj Al Bait-toren.

De grootste klok ter wereld staat in Mekka. De wijzerplaat alleen al heeft een diameter van 46 meter en is onderdeel van de zogeheten Abraj Al Bait-toren van 601 meter hoog.

© Shutterstock

Voortvarend stuurde de stam direct karavanen op pad om producten te ruilen met grote handelscentra in de buurt, De karavanen vormden een zeer winstgevende handel en door zijn gunstige ligging ging het Mekka voor de wind.

De wegen in het westen liepen naar kustplaatsen aan de Rode Zee en de zeeroute naar Egypte, India en China. In het zuiden lag het huidige Jemen, destijds een rijk en vruchtbaar koninkrijk.

Hier groeiden bomen waar de kostbare wierook uit werd gewonnen. In het noordoosten doorkruisten wegen de rijke landbouwgrond in Irak tot aan de steden in Mesopotamië en het machtige Perzië.

In het noorden leidden de wegen naar bloeiende handelsmarkten in Damascus en Bosra, dat de poort was naar de christelijke grootmacht Byzantium.

Er was op deze wegen een druk verkeer van goederen – wierook, mirre, leer, specerijen, gedroogde vruchten en sieraden – en dat bracht welvaart voor de kooplieden in Mekka, en vooral Mohammeds familie.

Door haar status werd de familie beschermer van de heilige tempel de Ka’aba. Hier vereerden de Arabieren honderden natuurgoden en het hele jaar door trokken pelgrims naar Mekka om er te bidden en offeren.

De religieuze en handelsbelangen van Mohammeds familie gingen hand in hand, wanneer ze van de gelegenheid gebruikmaakte om handel te drijven met de bedevaartgangers.

Mohammed werd wees op 6-jarige leeftijd

In 570, kort voor de geboorte van zijn zoon, stierf de vader van Mohammed en zes jaar later verloor hij ook zijn moeder. Zoals gebruikelijk bij de stammen ontfermden de grootvader en de ooms zich over de jongen.

Ze zorgden ervoor dat hij de militaire vaardigheden verwierf die pasten bij een man van zijn stand: zwaardvechten, boogschieten en worstelen.

Daarnaast hielpen de ooms hem zijn handelsbedrijf op te zetten. Toen hij 25 was, had Mohammed een gedrongen figuur, krullend haar, een baard en een stralend, open gezicht.

Volgens sommige vroege bronnen stond hij onder zijn tijdgenoten ook wel bekend als ‘de betrouwbare’ vanwege zijn eerlijke manier van zakendoen.

Mohammed merkte dat de nieuwe welvaart ook nadelen had. Door de groeiende welvaart nam de onrust in de kleine gemeenschap in Mekka toe.

Voorheen was de Quraysh-stam in de onherbergzame woestijn erg hecht en werd er ook goed voor de zwaksten gezorgd. In de stad daarentegen vormde niet de natuur, maar de handelsconcurrentie een bedreiging.

Hier kwam iedereen alleen voor zichzelf op, met tweespalt en strijd als gevolg. Vooral de meest kwestbaren waren hiervan het slachtoffer: weduwen, armen en wezen.

Dit lot had Mohammed van kinds af aan zelf ervaren.

Hoewel zijn clan in het begin hoog stond aangeschreven in Mekka, kon deze de concurrentie niet aan. Na zijn dood liet Mohammeds vader zijn vrouw en ongeboren zoon slechts vijf kamelen en een slavenmeisje na.

Dit was erg weinig vergeleken met de vele kamelen van de rijken. Als wees had Mohammed bovendien geen contacten of een familiekapitaal om op terug te vallen.

Mohammed raakte verbitterd toen hij zag dat de rivaliteit Mekka van binnenuit vergiftigde. Langzaam verdween de saamhorigheid en de stad werd kwetsbaar.

De karavanen genoten niet langer bescherming van de kooplieden en werden steeds vaker aangevallen door bendes uit de woestijn.

Regelmatig werden er rondreizende kooplieden gedood en de handel had zwaar te lijden onder deze ellendige toestand.

Geestelijk zoekende gedood

Op zijn lange handelsreizen door de woestijn was Mohammed hierover aan het piekeren. Ondertussen luisterde hij met grote interesse naar de verhalen over andere culturen en geloven.

Arabië was omstreeks 600 een multireligieus gebied, waar christenen, die vaak actief zieltjes wonnen, en Joodse stammen in de woestijn woonden tussen Arabische nederzettingen.

Mohammed hoorde dat christenen en Joden één god hadden, en voor deze god waren alle mensen, rijk of arm, waardevol.

Dit verschilde sterk van wat hij gewend was. In de Arabische stammenmaatschappij waren alleen de clan en de stam van belang. Als voedsel schaars was, werden pasgeboren meisjes in het zand begraven.

En in Mekka telden alleen de rijken mee. Hij bedacht dat aan zowel Joden als christenen een heilig boek was geopenbaard door hun enige, almachtige god, terwijl de Arabieren alleen maar hun goden en mondelinge overleveringen hadden.

Op een dag ontmoette Mohammed vier geestverwanten. Ze vormen een sekte en beloofden elkaar te proberen het ware geloof te vinden.

Volgens de historicus Ibn Ishaq werden drie van hen christen. De vierde, Zayd Ibn Amr, werd verdreven uit Mekka en gedood door de leiders van de stad, die woest waren omdat hij het geloof van de voorvaderen afviel.

Mohammed volhardde in zijn zoektocht. Hij vastte, bad en mediteerde om in contact te komen met de ene, ware god.

Alleen zijn vertrouwelingen wisten dat hij bij tijd en wijle naar een grot buiten Mekka ging, waar hij in afzondering naar een stem luisterde die hem op het juiste pad zou brengen.

Armen en bedelaars sloten zich aan

Het lot van Zayd Ibn Amr toonde aan hoe gevaarlijk het was tegen de heersende religie in te gaan.

Mohammed was dan ook voorzichtig en vertelde alleen zijn naasten over zijn ervaring op de berg. Zijn vrouw, stiefzoon en tien­jarige neef waren de eersten die hij tot het nieuwe geloof wist te bekeren.

‘De wees, onderdruk hem niet. De smekende, stoot hem niet af.’ Mohammed

In 612 kreeg de nederige koopman opnieuw een openbaring. Ditmaal betrof het de zorg voor de zwakkeren, en de inhoud en de vorm van de verzen die tot hem kwamen deden Mohammed denken aan de christelijke boodschap.

‘De laatsten zullen beter voor u zijn dan de eersten. De Heer zal voor u zorgen en gij zult tevreden zijn’, werd aan hem verteld. ‘De wees, onderdruk hem niet. De smekende, stoot hem niet af. De weldaad van uw Heer, spreek daarvan.’

Toen een aangetrouwd familielid, een christen, de woorden hoorde, trok hij bleek weg. Hij waarschuwde Mohammed dat hij ervan kon worden beschuldigd dat hij een spion van het christelijke Byzantium was of de goden van zijn voorouders verloochende.

Mohammed schrok enorm, maar voelde dat hij niet anders kon. Hij was er vast van overtuigd dat God via hem sprak.

Telkens als Gods woorden tot hem kwamen, trilde en zweette hij en was hij lange tijd erna nog uitgeput, maar hij weigerde op te geven wat hij als een bevel van God zag.

In plaats daarvan leidde hij het gebed, uitgestrekt op de grond als teken van onderwerping.

Langzaam kreeg hij meer volgelingen, voornamelijk armen, weduwen, bedelaars en anderen die niet tot de gegoede kringen van Mekka hoorden.

Mohammed schuilde in de bergen

De welgestelden van Mekka hadden zo hun bedenkingen als ze Mohammed, wiens familie ooit tot de top behoorde, als een slaaf op de grond zagen liggen, omgeven door in lompen gehulde bedelaars.

Ze kwamen echter tot een ander inzicht naarmate Mohammeds woorden zich verspreidden, en steeds meer mensen, ook de rijken, lieten zich bekeren.

Een van de eersten, de gerespecteerde koopman Aboe Bakr, werd Mohammeds trouwste bondgenoot en samen kregen ze veel navolging.

De traditionele families waren woest. Het veronachtzamen van de andere goden was in hun ogen een doodzonde.

Net als in de oude stammenmaatschappij hadden de kooplieden in Mekka verschillende goden die ze aanbaden. Ze werden hiervoor beloond met voorspoedige handel, veilige karavaantochten of een zoon.

Muhammed zuivert de Ka’aba.

Na de verovering van Mekka zuiverde Mohammed direct de Ka’aba van heidense afgoden.

© Scala/BPK

Allah was er vóór Mohammed

In de 7e eeuw aanbaden de Arabieren allerlei goden. Een van hen was Allah, naar wie de moslimgod is vernoemd.

De naam ‘Allah’ is nauw verbonden met de islam, maar bestond al voor Mohammed zijn eerste openbaring had.

Samen met andere goden en heiligen werd de heidense versie van Allah in de Ka’aba aanbeden, vóór de uitbreiding van de islam de hoofdtempel van Mekka.

De Ka’aba was oorspronkelijk gewijd aan Hubal, de maangod van regen en vruchtbaarheid.

Bij Mohammeds geboorte in 570 had Allah inmiddels de positie van belangrijkste god ingenomen.

Samen met andere goden, waaronder drie belangrijke godinnen die bekendstonden als ‘de dochters van Allah’, werd hij aanbeden door de bedevaartgangers die naar Mekka kwamen.

Toen Mohammed in 630 Mekka innam, liet hij alle heidense schilderingen, amuletten en beelden weghalen.

Alleen een afbeelding van de maagd Maria en Jezus en een afbeelding van Abraham mochten blijven ter erkenning van het joden- en christendom.

De Ka’aba werd het belangrijkste islamitische heiligdom en de naam ‘Allah’ kreeg de betekenis van een alomtegenwoordige god. Volgens moslimtheologen staat Allah gelijk aan de joodse en de christelijke god.

Als iemand niet meer bad of offerde zou niet alleen deze persoon, maar de hele maatschappij daarvoor worden gestraft.

De verloochening door Mohammed kon alles op het spel zetten en moest worden gestopt.

‘De profeet’, zoals zijn aanhangers Mohammed noemden, werd beschermd door zijn oom, die in de stad veel aanzien genoot.

Maar na diens dood werd Mohammed niet met rust gelaten. Hoon en intimidatie vielen hem nu ten deel. Bij het bidden kreeg hij afval over zich heen.

Als hij over straat liep, werd hem zand in de ogen gegooid. En niemand wilde nog zaken met hem doen.

Dit was echter nog niets vergeleken met wat zijn minder voorname aanhangers te verduren kregen. Wie arm of slaaf was werd vernederd en in elkaar geslagen.

Toen het niet lukte Mohammed met intimidaties het zwijgen op te leggen, besloot de regent van Mekka in 622 om hem te doden.

Elke clan stuurde er een krijger op uit, maar Mohammed had de stad al verlaten en was met zijn vriend Aboe Bakr de bergen in gevlucht.

Ondanks een beloning van 100 kamelen wist niemand de profeet te pakken te krijgen. Hij verschool zich in een grot tot het gevaar geweken was en hij op een veilige plek zijn geloof kon belijden.

Vluchtelingen stichtten modelstad

Kort na zijn vlucht ging Mohammed naar de oase Yathrib, 350 kilometer ten noorden van Mekka.

Groepen aanhangers kwamen hem jubelend en huilend van vreugde tegemoet, terwijl de leider van de oase hem welkom heette.

In zijn laatste jaren in Mekka had Mohammed openlijk getracht de pelgrims die bij de Ka’aba kwamen bidden te bekeren, en zijn woorden hadden onder de inwoners van Yathrib weerklank gevonden.

Net als in Mekka was men bij de oase diep verdeeld. Twee families stonden lijnrecht tegenover elkaar en Yathrib had een sterke leider nodig die eenheid kon brengen.

De inwoners zagen in Mohammed zo’n leider. Al maandenlang vluchtten er moslims uit Mekka naar de oase, en nu was voor Mohammed de weg vrij om van deze plaats de eerste moslimgemeenschap te maken.

Mohammed was zich bewust van de hem toebedeelde rol en van meet af aan stelde hij zich diplomatiek op. De eerste dagen overnachtte hij om beurten bij de leiders van de rivaliserende clans.

Toen het tijd werd voor een vaste verblijfplaats, gaf hij zijn kameel in de oase de vrije teugel tot deze halt hield bij een tuintje met een oude, vervallen schuur en uitzicht op een begraafplaats.

De profeet vestigde zich hier en bouwde er zijn eerste moskee van leem.

Mohammed bouwt de eerste islamitische moskee.

In het jaar 622 kwam Mohammed aan in de Yathrib-oase, waar hij de eerste islamitische moskee liet bouwen.

© Scanpix/Granger

Het gebouw diende als gebedshuis, vergaderplek en woning voor Mohammed en werd het trefpunt van de oase, die was omgedoopt tot Medina, een verkorting van Medina al-Nabi, stad van de profeet.

Van heinde en verre kwamen hier mensen naartoe om te bidden of te eten en de profeet liep van hieruit elke dag een rondje door de straten, op zijn gele lievelingssandalen, met zijn onafscheidelijke tulband op.

Hij vrolijkte mensen die het moeilijk hadden op en hij troostte de zieken. Bij sterfgevallen hielp hij de nabestaanden met het afleggen van de overledene.

Vijfmaal per dag werden de moslims tot het gebed opgeroepen. Ter onderscheid van de christenen, die een klok luidden, en de Joden, die op een hoorn bliezen, liet Mohammed een slaaf de oproep doen.

In Mekka was deze slaaf gemarteld wegens zijn nieuwe geloof.

Zijn heer had hem uren in de brandende zon vastgebonden laten staan, terwijl hij het uitgilde van de pijn.

Nu riep zijn stem triomfantelijk op tot het gebed: ‘God is de grootste. Ik getuig dat er geen andere god is dan Allah!’

Na enkele maanden had Mohammed een soort modelsamenleving op moslimgrondslag gecreëerd.

Hij begreep inmiddels wel dat de kleine enclave geen toekomst had als het machtige Mekka nog steeds tegen hem was.

Vanaf het begin was het zijn bedoeling dat zijn geboorteplaats zich aan de islam zou onderwerpen.

Als koopman wist Mohammed hoe hij Mekka het beste kon raken en hij stuurde krijgers op pad om de karavanen van Mekka te plunderen.

Erfstrijd verdeelde de islam: Soennieten en sjiieten

Eensgezindheid onder moslims was een van Mohammeds hoofddoelen. Bij leven was de profeet een bindende factor, maar vlak na zijn dood brak de strijd los.

Aboe Bakr, de rechterhand van de profeet, werd door de kring rond Mohammed benoemd tot kalief: opvolger van de profeet.

Maar Ali, Mohammeds neef, vond dat hij als familielid de erfopvolger was. De twee groepen streden jaren, tot Ali in 656 kalief werd en werd vermoord.

Zijn zoon Hoessein wierp zich op als verdediger van de islamitische waarden. In 680 trok hij ten strijde tegen de zittende kalief bij de Iraakse stad Karbala, waar hij een zware nederlaag leed.

Hoessein stierf met zijn zoon, Mohammeds laatste mannelijke erfgenaam, in zijn armen.

De slag dreef de moslims definitief uiteen, en sindsdien is Hoesseins gedenkplaats een bedevaartsoord voor sjiieten. De onenigheid draaide in de eerste plaats om macht, maar kreeg later ook een theologisch karakter.

Sjiieten kastijden zichzelf op de dag voor de slag bij Karbala (10 oktober 680).

Ieder jaar herdenken sjiieten de Slag bij Karbala. Groepjes mannen geselen zichzelf met kettingen om het lijden van Hoessein te ervaren.

© Getty Images

Soennitische en sjiitische islam: Wat is het verschil?

Het spel rond Mohammeds positie als onbetwiste leider van de islam verdeelde de eerste moslims in twee kampen: de soennieten en de sjiieten.

Soennisme

  • Mohammed benoemde zijn opvolger niet. Iedereen die geschikt is kan in feite leider van de islam (kalief) worden.
  • Overleveringen over Mohammeds daden (hadith) dienen als leidraad voor het dagelijks leven voor soennieten.
  • Er zijn vijf ‘zuilen’ van geloof: vasten, geloofsbelijdenis, Mekkabedevaart, dagelijkse gebeden en aalmoezen.

Sjiisme

  • Mohammed benoemde zijn neef Ali als plaatsvervanger. De mannen van Ali’s familie zijn dus de ware islamleiders.
  • Sjiieten verwerpen een deel van de hadith van de soennieten en hebben eigen verhalen over Mohammeds daden.
  • De sjiitische theologie accepteert de vijf zuilen maar voegt een paar toe, zoals de strijd om Gods gunst (jihad).

Mohammed overwon

In 623 wees alles erop dat het voornemen van Mohammed zou slagen.

Er was een grote karavaan op weg van Syrië naar Mekka en Mohammed wist dat deze op 130 kilometer van Medina bij de bronnen van de stad Badr zou stoppen.

Onder een wit vaandel en met een leger van 350 man reed Mohammed naar Badr.

Hij had echter geen rekening gehouden met de spionnen van Mekka. Die zagen de grote hoeveelheden uitwerpselen van Mohammeds kamelen.

Aan de dadelpitten in de poep zagen ze dat de dieren uit Medina kwamen, dat om zijn dadels bekendstond.

De karavaan werd omgeleid en Mohammed en zijn mannen stuitten niet op een onschuldige karavaan, maar op 1000 goed bewapende mannen.

Voor Mohammeds soldaten was het een onaangenaam weerzien. Ze stonden nu oog in oog met de mannen die hen eerder hadden vervolgd om hun geloof.

Het was tijd voor een afrekening en hun wraakgevoelens gaven de mannen ongekende kracht. Hoewel hun leger drie keer zo groot was, moesten de leiders van Mekka zich als verslagen beschouwen.

Joden in Medina afgeslacht

Door de overwinning bij Badr voelden Mohammed en de zijnen zich gesterkt, maar Mekka wilde de islam nog steeds niet erkennen.

Zes jaar lang bestreden de steden elkaar. Toen Mekka in 627 met een enorm leger Medina belegerde, keerde het tij. Medina sloeg de aanval af en Mohammeds invloed groeide.

Het gezicht van de profeet Mohammed wordt niet afgebeeld in de islamitische kunst.

Mohammeds gezicht wordt vaak weggelaten in tekeningen en schilderingen. De Koran verbiedt dit niet met zoveel woorden, maar sommige aanvullende islamitische teksten wijzen afbeeldingen af omdat ze tot verafgoding leiden.

© Scanpix/Granger

Wel moest hij de balans opmaken. Hij had ooit gehoopt dat de drie Joodse stammen in Medina zich tot de islam zouden bekeren, maar de Joden hielden juist steeds meer aan hun geloof vast.

Mohammed kon inmiddels ook niet meer rekenen op hun loyaliteit. Ze spanden vaak samen met zijn vijanden.

Twee van de stammen wist hij binnen de kortste keren te verdrijven, en na het beleg van 627, waarbij de derde en laatste stam de vijand had geholpen, besloot Mohammed voorgoed met de Joden af te rekenen.

Bij de mannen werd de keel doorgesneden en hun lichamen werden in een massagraf bij de oude markt gesmeten.

De vrouwen en kinderen werden gevangengenomen. Hun gejammer over het verlies van hun mannen, neven en broers klonk door de nacht in Medina, vertelt Ibn Ishaq.

Nederlaag werd overwinning

Het bloedbad onder de Joden vestigde Mohammeds naam in en buiten Mekka. Nu de Joodse stammen uit de weg waren geruimd, betwistte niemand zijn status als Medina’s geestelijk en politiek leider.

Na enkele geslaagde aanvallen op karavanen uit Syrië kreeg hij steun van de omringende bedoeïenenstammen.

Als demonstratie van zijn macht besloot Mohammed in het voorjaar van 628 zijn trouwste aanhangers naar Mekka te begeleiden om met hen bij de Ka’aba te bidden.

Slechts bewapend met een zwaard gingen 1000 moslims op pad, voorafgegaan door 70 kamelen die zouden worden geofferd.

Mocht Mohammed hebben gedacht dat hij Mekka ongehinderd in kon, dan had hij het mis.

Een leger sneed hen de pas af en Mohammed moest uitwijken naar een dal buiten de stad. Terwijl de nacht viel, kon hij slechts zijn lot afwachten.

Het heiligste monument van de Islam: de Ka’aba in Mekka.

Miljoenen moslimpelgrims reizen ieder jaar naar Mekka om de Ka’aba te bezoeken.

© Shutterstock

Als het leger hem zou aanvallen, dan was hij verloren. Zijn enige kans was een wapenstilstand, maar een compromis kon zijn status als leider aantasten.

Bewogen vroeg Mohammed zijn volgelingen om steun in de strijd. Die gaven ze hem meteen. Onder een boom legden volgens geschiedkundige al-Waqidi alle mannen de volgende eed af:

‘O boodschapper van God, ik geef U mijn trouw voor wat er in Uw ziel is.’

Gesterkt door deze woorden sloot Mohammed een tienjarige wapenstilstand.

De voorwaarden waren allemaal in het voordeel van Mekka, maar na wat gemor schaarde iedereen zich achter de profeet.

De bedrukte stemming verdween op de terugweg. De profeet kreeg weer een nieuwe openbaring, waarin zijn handelwijze in Mekka werd goedgekeurd en het verbond in een ruimere context werd geplaatst:

‘Wij hebben u een roemrijke zege gegeven, opdat God u uw zonden uit het verleden en ook in de toekomst kan vergeven’, zo reciteerde Mohammed voor de omstanders.

Dit zorgde voor opluchting onder de gelederen. Een grote vernedering werd een goddelijke zege.

De profeet Mohammed en twee engelen.

Volgens de Koran werd Jezus niet gekruisigd. Hij steeg op naar de hemel, waar hij op de dag des oordeels wacht.

© Bridgeman

Bijbelse personen in de Koran

Islam overwon in Arabië

Door het bestand kreeg Mohammed op vreedzame wijze voet aan de grond in Mekka. Velen hadden over zijn successen gehoord en hadden grote eerbied voor hem.

Hij benutte dat om huwelijken te regelen tussen moslims en verschillende invloedrijke burgers van Mekka.

‘Ere zij God, die Zijn belofte hield, Zijn slaven hielp en de clans de poort uit smeet.’ Mohammed na de inname van Mekka

In 629 kreeg hij te horen dat het tijd was om weer naar Mekka te gaan, en nu was de weg vrij. In gezelschap van 2000 pelgrims trok hij de stad in en bad hij bij de Ka’aba.

Een jaar later liet hij zijn leger de stad binnentrekken om de overgang naar de islam te bekrachtigen.

Zijn strijders ontmoetten weinig tegenstand en Mohammed kon de Ka’aba nu voorgoed inwijden als heiligdom voor Allah alleen.

Hij raakte de beelden van de heidense goden die rond het heiligdom stonden stuk voor stuk aan, waarna zijn mannen ze vernielden en in het vuur gooiden.

Vervolgens beklom Mohammed de trappen van de Ka’aba en sprak triomfantelijk tot de menigte: ‘Ere zij God, die Zijn belofte hield, Zijn slaven hielp en de clans de poort uit smeet!’

Hij had redenen genoeg om te zegevieren, want zijn wensen waren nu eindelijk vervuld; Mekka was herenigd en kon spiritueel en materieel gaan groeien, en de Arabieren hadden hun eigen religie gekregen.

De Koran: de openbaringen van Mohammed staan in het heilige schrift van de islam.

Volgens sommigen werden Mohammeds woorden al tijdens zijn leven opgeschreven. Anderen menen dat dit na zijn dood gebeurde.

© Shutterstock

Koran moest Arabische cultuur bewaren

In de volgende jaren zou de islam zege na zege behalen, en in 632 was het hele Arabische Schiereiland islamitisch geworden.

Volgens Bukhari hield Mohammed datzelfde jaar zijn grootste rede voor zijn vertrouwelingen.

Als het jaar voorbij was, zou hij niet langer onder hen zijn, vertelde Mohammed zijn aanhangers bij de Arafat-berg ten zuidoosten van Mekka. Hij vroeg hun zijn boodschap te onthouden en te verspreiden.

‘Verlaat niet het pad van rechtvaardigheid als ik weg ben’, gebood hij hen.

Zijn voorspelling kwam uit. Enkele maanden later kreeg hij hevige hoofdpijn en na een paar dagen blies hij in Medina zijn laatste adem uit. Het verhaal van Mohammed was ten einde, dat van de islam was net begonnen.