De Koerdische Arbeiderspartij (PKK) werd in 1978 opgericht door een groep Koerden. Het Koerdische volk is een grote minderheid die nooit een echt eigen land heeft gehad, en in Turkije, Iran, Irak en Syrië werd vervolgd.
De PKK verklaarde een zelfstandig Koerdistan als doel te hebben, en kort daarna reisden de leden af naar Syrië en Noord-Irak om trainingskampen te bouwen. In 1984 pleegde de PKK voor het eerst een aanslag op Turks grondgebied, en in de jaren daarna voerde de PKK een bloedige guerrillaoorlog tegen het Turkse leger, met 40.000 doden tot gevolg.
In de jaren 1990 veranderde Oost-Turkije in een oorlogsgebied, met duizenden door het leger platgebrande dorpen en doodseskaders in de Koerdische steden. De PKK zat op haar beurt achter een reeks aanslagen op burgerdoelen, onder meer om de toeristische industrie te raken.