Fine Art Photography/Getty Images

Geheimen van de harem

De harem van de sultan was een oord van zonde, hete lusten en seksorgieën, aldus de mythe. Maar in werkelijkheid ging het er kalmpjes aan toe, en werd het rustige gezinsleven alleen onderbroken door moorddadige intriges.

Met een geoefende blik neemt de hoogste eunuch de jonge slavin die voor de poort van de harem staat, op.

Het meisje is een cadeau voor de sultan van een stadhouder van het immense Ottomaanse Rijk, en de zwarte eunuch is tevreden met wat hij ziet.

Hij kent de smaak van zijn heer en weet dat deze een zwak heeft voor een melkwitte huid, grote ogen en blozende wangen.

En die heeft het bange meisje dat voor hem staat. De plichtsgetrouwe eunuch bekijkt haar echter nog wat langer, op zoek naar het geringste foutje.

Scheve tanden of een slechte huid zijn genoeg om een slavin af te wijzen.

Alleen perfect is goed genoeg voor de sultan, die met zijn familie in het Topkapıpaleis midden in de hoofdstad Constantinopel woont.

De eunuch keurt het meisje goed en laat haar binnen.

Als de poort achter haar dichtvalt, begint er een volkomen nieuw bestaan. Ze krijgt een nieuwe naam, moet zich bekeren tot de islam en krijgt de taak om de familie van de sultan te bedienen.

Formeel is ze een slaaf van de sultan, maar ze zal er al snel achter komen dat wie onderdeel van zijn harem is rijk, machtig én vrij kan worden.

Het hangt er allemaal van af in hoeverre je de Ottomaanse heerser bevalt in bed.

© Shutterstock

Sultan zaaide angst in Europa

In de 14e eeuw stichtten Turkstalige nomaden een klein koninkrijk even ten zuiden van Constantinopel.

Ze noemden hun rijk het Ottomaanse Rijk, naar hun leider Osman I.

Het rijk groeide en kreeg er al snel ook Bulgarije en grote delen van Griekenland bij.

In 1453 veroverden de islamitische Ottomanen de hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk, Constantinopel (nu Istanboel).

Ze rukten op naar het noorden om in 1529 zelfs Wenen te belegeren, wat paniek creëerde in Europa.

Zelfs Maarten Luther gebruikte de Turken als schrikbeeld in een pamflet dat jaar:

‘God heeft ons terecht in de armen van de Satan en de Turken geworpen.’

Moeder heeft de macht

Het weelderige Topkapıpaleis vormde het hart van het machtige Ottomaanse Rijk. Van hieruit bestuurden islamitische heersers van begin 16e eeuw tot aan de 19e eeuw hun imperium.

Behalve het centrum van de macht was het paleis ook een samenleving met 4000 inwoners, die afgezonderd van de buitenwereld leefden.

Er liepen altijd ambtenaren, soldaten, eunuchen en wonderschone vrouwen rond in het paleis.

Ze waren continu in de weer om het de sultan naar de zin te maken en snelden door de parken, het doolhof van gangen en de prachtige zalen.

‘Een vast ritueel van de sultan was elke ochtend de hand van zijn moeder te kussen.’ Filizten Kalfa, haremvrouw

Als een spin in het web trok de sultan-moeder – de valide sultan – aan de touwtjes.

De sultan had weliswaar de macht over het uitgestrekte rijk, maar aan het hof had zijn moeder het voor het zeggen en waakte ze over haar zoon.

Ze hield toezicht op de privévertrekken van de sultan, de harem, waar beslist geen andere mannen mochten komen.

De moeder van de sultan bepaalde onder andere welke slavinnen er bij de sultan mochten komen, opdat hij hun schoonheid en charme kon beoordelen.

De sultan respecteerde zijn moeders positie en raadpleegde haar dagelijks.

De haremvrouw Filizten Kalfa (1865-1945) schreef over het leven achter de hoge muren:

‘Een vast ritueel van de sultan was elke ochtend de hand van zijn moeder te kussen.

Sinds 1478 ligt het Topakipaleis aan het uiteinde van een nes in de Bosporus. De omringende stad, Istanbul, is de afgelopen 100 jaar enorm gegroeid en telt nu 15 miljoen inwoners.

© Shutterstock

Hij stond op, liet zich wassen en aankleden en ontbeet licht, waarna hij zich naar de kamers van zijn moeder begaf,’ vertelde Filizten.

‘Welkom mijn zoon, kom binnen, ik zie u zo graag,’ zo begroette de sultan-moeder hem.

Meestal spraken ze lang met elkaar en beslisten ze samen wat er die dag in het paleis moest gebeuren.

Niet zelden duurden deze gesprekken tot de middag, waarna de sultan in zijn eigen vertrekken de lunch gebruikte – alleen of met twee van zijn vrouwen,’ schreef Filizten in haar memoires.

Slaven beginnen onderaan

Als een slavin binnenkwam in het hart van het Ottomaanse Rijk, was ze niet direct een haremvrouw, maar een acemi of odalisk. Dit laatste betekent ‘zij die tot een kamer behoort’. De naam gaf aan dat ze een eenvoudig dienstmeisje was.

Odalisken woonden met zijn vieren of vijven bij elkaar en waren verbonden aan een bepaalde kamer – een afdeling met een ervaren slavin aan het hoofd.

Deze was bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de baden, de sieraden, de koffie, het water of de voorraadkamer en had een officiële titel, zoals ‘draagster van de waterkannen’ of ‘bewaakster van de baden’. Een dergelijke titel gaf aanzien en er hoorde een vast loon bij.

‘Aangezien de meesten zo van het platteland kwamen, mochten ze niet in de buurt van hun meester komen.’ Safiye Ünüvar, lerares in de harem

De nieuwe odalisk stond helemaal onderaan in de hiërarchie en moest bijvoor­beeld in de keuken werken of als wasvrouw.

Pas als ze had laten zien wat ze waard was, kon ze mogelijk een trede klimmen op de ladder.

Presteerde ze echter ondermaats, dan kon ze op de slavenmarkt worden doorverkocht.

Volgens ooggetuige Safiye Ünüvar, een vrije vrouw die lesgaf aan de kinderen van de sultan, ging er behoorlijk wat tijd overheen voordat de heerser de nieuwe meisjes te zien kreeg.

‘Meisjes die nog maar pas tot de harem waren toegetreden, werden acemi ofwel novice genoemd.

Aangezien de meesten zo van het platteland kwamen, mochten ze niet in de buurt van hun meester of vrouwe (de valide sultan, red.) komen voordat ze de procedures van het paleis hadden leren kennen en wisten hoe ze zich dienden te gedragen.

De slavinnen waren fragiele, gevoelige en intelligente wezens.

Ze konden natuurlijk geen Turks verstaan, maar pikten het al snel op.

En vaak maakten ze zich ook binnen de kortste keren de gebruiken van het paleis eigen,’ schreef de lerares.

Veel haremvrouwen waren bedienden en geen minnaressen van de sultan.

© Peter Horree/Imageselect

Drie vrouwen lichtten een tipje van de haremsluier op

Wat er achter de deuren van de harem gebeurde, was eeuwenlang geheim. Maar drie vrouwen, die in totaal een halve eeuw in deze mysterieuze wereld woonden, schreven hun belevenissen op. Hun verhalen geven ons een zeldzaam kijkje in het leven in de harem.

©

De concubine vertelt

In 1876 kwam Filizten Kalfa op haar 14e naar Constantinopel vanuit de plaats Pitsoenda in Georgië.

Ze was een geschenk voor de Ottomaanse sultan Murat V, die echter na 93 dagen aan de macht al stierf.

Toch zou Filizten 28 jaar in de harem doorbrengen.

Een tijdlang was ze gözde, een van de uitverkoren concubines van Abdülhamit II.

©

Dochter van de sultan op de vlucht

Ayse was een dochter van sultan Abdülhamit II, die in 1876 door een coup aan de macht kwam.

Ze werd in 1887 geboren en bracht de eerste 22 jaar van haar leven door in de harem, waar de kinderen van de sultan woonden en les kregen.

Toen het leger haar vader in 1909 ten val bracht, vluchtte ze met haar ouders naar het Griekse Thessaloniki, om een jaar later terug te keren naar Constantinopel.

Na de val van het Ottomaanse Rijk verhuisde ze naar Parijs. In 1952 keerde ze terug naar haar vaderland om haar memoires te schrijven.

©

Lerares in de harem

Als kersverse lerares verhuisde Safiye Ünüvar in 1915 door tussenkomst van haar hoogstaande oom naar het paleis van de sultan in Constantinopel.

Ze was de eerste docent die in de harem woonde in plaats van elke dag op bezoek te komen, en onderwees de kleinkinderen van Mehmet V en de volwassen vrouwen in de harem.

Safiye Ünüvars memoires, die in 1964 uitkwamen in het Turks, zijn voor zover bekend de enige van een haremmedewerker.

Eunuchen bewaken de ingang

De harem bevond zich midden in het paleis, waar ook de sultan sliep, en telde zo’n 400 kamers.

Hier leefden honderden vrouwen achter gesloten deuren en onder strenge bewaking, maar wel in weelde.

Ze konden gebruikmaken van fraaie parken met vijvers en fonteinen, meer dan 30 baden en zelfs een kleine dierentuin met gazellen, apen, pauwen en nachtegalen in kooien.

Ruim 150 koks zorgden voor het eten, en de harem werd door zwarte eunuchen bewaakt.

Dit waren krijgsgevangenen of, net zoals de vrouwen zelf, slaven, die waren gecastreerd voordat ze in de puberteit kwamen.

Op het hoogtepunt van het Ottomaanse Rijk, gedurende de 16e eeuw, beschikte de sultan over een korps van 600 à 800 zwarte eunuchen.

Hun taak was simpel, aldus prinses Ayse (1887-1960), die een dochter van sultan Abdülhamit II was.

‘De eunuchen moesten elke avond de deuren van de harem op slot doen en ze ’s ochtends weer openen, op wacht staan en in de gaten houden wie er kwam en ging.

Ze begeleidden mensen naar hun koets, escorteerden artsen het paleis in en uit en zorgden ervoor dat niemand van buiten zomaar het paleis in kon komen.

De eunuchen waren hier jong gekomen en opgegroeid. Het waren trouwe dienaren, toegewijd aan hun heer.’

In de Ottomaanse hiërarchie stonden boven de hoogste eunuch alleen de sultan en de grootvizier, de plaatsvervanger van de heerser en de religieuze leider van het rijk.

De officiële titel van de hoogste eunuch was kizlar agha, ‘baas van de meisjes’. Hij sprak elke dag met de sultan en diens machtige moeder en bracht vertrouwelijke boodschappen over tussen de sultan en de grootvizier.

Door deze omgang met de machtigste mannen van het rijk had hij veel politieke invloed.

Mensen met ambitie deden er bij de vaak bloedige machtsconflicten in het Ottomaanse Rijk goed aan de ‘baas van de meisjes’ voor zich te winnen.

Wasdag is een feest

Hoewel de vrouwenafdeling hermetisch afgesloten was van de buitenwereld, sijpelden er toch geruchten naar buiten. Van bedienden en handelaars hoorden buitenlandse ambassadeurs de wildste verhalen: de harem zou een poel des verderfs zijn, waar de sultan ’s nachts orgiën hield met talloze vrouwen.

Maar volgens Filizten stond het haremleven meer in het teken van eentonigheid en plichten dan van erotiek en hitsigheid.

‘Als ik gedurende de 28 jaar dat ik in het paleis woonde een dagboek bij had gehouden, zouden alle dagen op elkaar hebben geleken.

We deden iedere dag hetzelfde, met de precisie van een uurwerk dat nooit uit de pas liep.

Elke vrouw wist wat haar taken waren en we voerden iedere dag dezelfde handelingen uit, als een geoliede machine,’ vertelde ze.

Voor Filizten was iets alledaags als wasdag een welkome onderbreking in het eentonige harembestaan en een van de weinige hoogtepunten van haar tijd daar.

‘In de keuken werden stoomketels opgezet en zeven grote kuipen werden op de grond geplaatst.

Bij elke kuip stonden drie meisjes. Het wasgoed ging van de eerste kuip naar de volgende en zo verder, tot het alle kuipen langs geweest was.

Het was een prachtig gezicht, al die frisse jonge schoon­heden die samen kleren wasten en schrobden in het witte zeepsop, onderwijl kletsend en af en toe in lachen uitbarstend.’

Volgens Filitzen werden de kleren en het beddengoed van de sultan apart door speciale haremvrouwen gewassen en mochten lage haremvrouwen er niet aankomen. De schone was werd aan een speciale lijn te drogen gehangen.

‘De sultan was heel schoon op zichzelf en droeg bijna elke dag andere kleren. We hingen zijn gewassen kleding altijd buiten te drogen en besprenkelden het met bloemenextract, zoals rozenwater,’ aldus Filizten in haar memoires.

Zeer mooie of getalenteerde odalisken werden eruit gepikt en tot concubine opgeleid.

Ze leerden dansen, gedichten reciteren, een instrument bespelen en de kunst van de liefde beheersen.

Volgens Filizten was de belangrijkste taak van de concubines om buiten de vertrekken van de heerser klaar te staan.

‘Iedere nacht stonden we met zijn tweeën voor de woning van de sultan, altijd in onze mooiste kleren.

Bij aankomst moesten we ons allereerst melden bij de moeder van de sultan. Zij inspecteerde ons grondig en corrigeerde wat haar niet beviel.

Daarna waarschuwde de valide sultan: “Houd jullie ogen en oren open. Zorg dat mijn zoon op zijn wenken wordt bediend en stoor hem niet.”

Onze heer vroeg ons bijvoorbeeld om een droogdoek voor zijn handen.’

De sultan had echter ook wensen in een ietwat andere richting.

‘Onze heer, die altijd nog laat op was, liet aan een wacht weten met welke vrouw hij de nacht wilde doorbrengen.

De wacht informeerde de betreffende dame dan discreet. Soms wilde onze heer ’s nachts geen gezelschap.

Dan zei hij tegen ons: “Sluit de deur. Neem zelf wat rust”,’ aldus Filizten.

Volgens de concubine mocht er niemand anders dan de sultan in zijn bed slapen. De vrouwen die hem gezelschap hielden, waren daarom aangewezen op een ander bed in de slaapkamer.

Haremvrouwen leidden luxeleven

Bijna 400 jaar woonden de Ottomaanse sultans in het Topkapıpaleis in Constantinopel. Het hart van het paleis was de harem, waar alleen de sultan, zijn familie en zijn haremvrouwen mochten komen. Hier waren de badkamers van marmer en de kranen van goud.

Poort van de groet

Alleen genode gasten en ambassadeurs mochten door de paleispoort gaan. De sultan reed erdoor, anderen moesten de poort nederig te voet passeren.

Shutterstock

Koetspoort

De harem had een bescheiden poort, maar binnen zag je aan de rijk versierde wanden meteen dat dit het hart van het paleis was. Omdat de haremvrouwen alleen per koets door de poort mochten, heette hij de Koetspoort.

De vrouwen werden door zwarte eunuchen begeleid als ze het paleis verlieten. Artsen en leraren mochten de poort gebruiken met toestemming van de sultan-moeder.

Shutterstock

Een drukte van belang

De harem telde 400 kamers, waaronder veel gezamenlijke ruimten. De laagste slavinnen sliepen op zaal, de familie van de sultan en de favorieten hadden hun eigen kamer.

Shutterstock

Wachten

De kazerne van de zwarte eunuchen had een centrale plek. Zij bewaakten de ingangen en begeleidden gasten. Ze kwamen uit Somalië en Ethiopië en werden als kind gecastreerd.

Florilegius/Bridgeman Images

Moeders woning

De sultan-moeder woonde het meest luxe van alle vrouwen in de harem. Ze had een eigen binnenplaats, een eetkamer en een grote slaapkamer. De sultan sliep in de vertrekken ernaast.

Shutterstock

Parken

Tussen de fraaie paleisgebouwen bevonden zich parken, fonteinen en baden. Er liepen pauwen en gazellen rond, zodat de sultan en zijn harem iets moois hadden om naar te kijken.

Shutterstock

Je kon je plaats in het bed verkopen

Hoewel sommige sultans volgens de overlevering met honderden vrouwen seks hadden – Murat III zou bij zijn dood in 1595 meer dan 100 kinderen hebben gehad – hielden de meesten het bij een kleine selectie concubines, die om de beurt de nacht met hem doorbrachten.

De harem hield een logboek bij van wie er wanneer het bed had gedeeld met de sultan, omwille van de wettigheid van de kinderen en de erfopvolging.

Voor een haremvrouw was het zaak in de inner circle van de sultan opgenomen te worden en kinderen van hem te krijgen, want dat zou haar eigen toekomst en die van haar kinderen veiligstellen.

Soms verkocht een haremvrouw haar plaats in de rij, omdat ze iemand iets verschuldigd was of droomde van een leven buiten het paleis. Maar dat was niet geheel zonder gevaar.

In 1562 liet de machtige sultan Süleyman de Grote een van zijn echtgenotes doden omdat ze haar plaats in zijn bed had afgestaan aan iemand anders.

Süleyman de Grote (1520-1566) was een van de machtigste Ottomaanse sultans. Hij kreeg minstens 12 kinderen met zijn 17 haremvrouwen.

© Shutterstock

Prinses Ayse, wier moeder in de jaren 1880 tot een van de echtgenotes van sultan Abdülhamit II was bevorderd, maakte geen al te grote drama’s mee.

‘Als het bedtijd was, ging mijn moeder in nachtkleding naar mijn vader toe en brachten ze samen de nacht door. Mijn vader at en sliep altijd met mijn moeder.

De andere vrouwen ontving hij op een vooraf afgesproken tijdstip.’

Vrouwen die het schopten tot het bed van de sultan kregen extra privileges, zoals een eigen kamer en dienstmeisjes.

En als een minnares een zoon baarde, maakte ze een goede kans om te worden bevorderd tot echtgenote.

Jaloerse concubine pleegt moord

De harem moest ervoor zorgen dat de sultan sterke, wijze erfgenamen kreeg, die het voortbestaan van de dynastie zeker stelden.

Maar de concurrentie om door de sultan te worden uitverkoren, was hard en genadeloos. Een concubine moest altijd op haar hoede zijn voor de andere bedgenotes van de sultan.

Soms was die rivaliteit dodelijk, zo blijkt uit een voorbeeld uit de 17e eeuw.

Lange tijd was Gülnus¸ de absolute favoriet van sultan Mehmet IV. Maar toen de wonderschone slavin Gülbeyaz toetrad tot de harem, verloor de sultan zijn hart aan haar.

Voor Gülnus¸ was dit een catastrofe: ze hield intens van de sultan en was ziek van jaloezie.

Toen ze haar rivaal op een dag op een rots zag zitten uitkijken over het water van Bosporus, duwde ze Gülbeyaz in een opwelling van de klif, waarna de indringer verdronk.

Gülbeyaz was bepaald niet de enige haremvrouw die op jonge leeftijd door geweld om het leven kwam.

Intriges en jaloezie waren aan de orde van de dag in het paleis. Niet zelden kreeg de hoogste eunuch de opdracht om een intrigante te doden. Hij deed dat door de boosdoener te wurgen of haar in een zak te stoppen, met haar de Bosporus op te roeien en haar in het water te gooien.

‘De sultan hield niet van luiheid en wilde dat we altijd druk bezig waren.’ Filizten Kalfa, haremvrouw

Een dergelijk wreed lot trof in 1665 ook een groep vrouwen uit de harem van sultan Mehmet IV.

De vrouwen hadden juwelen gestolen uit een met edelstenen ingelegde wieg. Om hun sporen uit te wissen staken ze de wieg in brand, maar het vuur greep wild om zich heen en richtte grote schade aan in het Topkapıpaleis. Op bevel van de woedende sultan wurgde de hoogste eunuch de schuldigen.

Begin 20e eeuw ging het er echter een stuk vreedzamer aan toe in de harem.

De lerares Safiye Ünüvar bemerkte geen spoor van haat en nijd.

‘Hoewel de vier echtgenotes van de sultan ieder hun eigen huishouding hadden, kwamen ze nu en dan bij elkaar om te praten, te kaarten of gewoon samen te zijn, net als zussen doen.

Als een echtgenote op bezoek wilde bij een van de anderen, stuurde ze altijd van tevoren een verzoek om toestemming.’

Weinig slavinnen schopten het tot de rang van kadin.

© Pictures From History/Bridgeman Images

Weinigen bereikten het bed van de sultan

De belangrijkste functie van de harem was erfgenamen voortbrengen, maar lang niet alle haremvrouwen kwamen dicht bij de sultan.

De sultan kreeg slavinnen cadeau of liet ze kopen op slavenmarkten.

Bij aankomst in de harem begon een slavin als dienstmeisje, dat andere haremvrouwen bediende. Alleen wie heel mooi, slim en getalenteerd was, klom op in de hiërarchie.

De slavinnen kregen les in schrijven, gedichten reciteren en dansen. Enkele speciaal geselecteerde vrouwen kregen de taak de heerser te baden, aan te kleden en te bedienen.

Als de sultan onder de indruk was van een slavin, nam hij haar als minnares. Dat gaf status en privileges.

Gözde – eerste stap in de harem

VOORDELEN: Als een slavin geluk had, nam de sultan haar als minnares (gözde). Hij overlaadde haar met geschenken en ze kreeg de beschikking over slavinnen.

NADELEN: De uitverkorene kon ieder moment weer uit de gratie raken, of worden uitgehuwelijkt buiten de harem.

Iqbal – een favoriet van de sultan

VOORDELEN: Een gözde die opklom, werd iqbal – de officiële minnares van de sultan. Ze genoot respect, kreeg haar eigen woning, slavinnen en een privékoets.

NADELEN: De favoriet kon haar privileges weer kwijtraken als de interesse van de sultan bekoelde of als ze geen kinderen bleek te kunnen krijgen. Ook werden veel iqbals weggegeven aan een ambtenaar van de sultan.

Kadin – echtgenote van de sultan

VOORDELEN: Een haremvrouw die een kind kreeg van de sultan, werd een kadin. Als het kind een jongen was en hij zijn vader opvolgde, werd de moeder de machtigste vrouw van het rijk en kreeg ze de rang van valide sultan, sultan-moeder.

NADELEN: Een kadin liep voortdurend gevaar om door een jaloerse rivaal te worden vermoord. Als haar kind een jongen was die later de troon zou erven, liep ook hij altijd het risico om te worden vermoord door haremvrouwen die graag hun eigen zoon in die rol zagen.

Rust en orde in het paleis

Dankzij zijn harem was de sultan enigszins verzekerd van rust in het paleis.

Hier leefde hij met zijn naaste familie, zijn concubines en zijn honderden slavinnen, die ervoor zorgden dat alles in de harem op rolletjes liep.

Iedereen kende zijn plaats in de zeer hiërarchische minisamenleving, waar de hele dag door een sfeer van bedrijvigheid heerste, aldus Filizten in haar memoires.

‘De sultan hield niet van luiheid en wilde dat we altijd druk bezig waren en nieuwe dingen leerden, zoals lezen en schrijven. Velen maakten zich nieuwe talen eigen.

De meeste dagen vulden zich met muziek en dans.

Bijna iedereen werd aangestoken door de liefde voor muziek van de sultan. De concubines speelden piano, viool en fluit of dansten, en de sultan zat vaak zelf achter de piano en componeerde kleine muziekstukken.’

De 400 kamers van de harem omvatten slaapzalen, eetsalons en een wirwar van gangen.

© The Stapleton Collection/Bridgeman Images

De sultan eiste, naast het bespelen van een instrument, ook discipline van zijn talrijke kinderen, vertelde prinses Ayse.

‘Mijn vader vond het belangrijk dat we goede manieren hadden en zag geen enkele onbeleefdheid door de vingers. Hij liet ook niet toe dat zijn kinderen een te nauwe band met hem kregen.

Als hij zag of vermoedde dat we iets verkeerds hadden gedaan, zei hij dat niet tegen onszelf, maar stelde hij onze moeder op de hoogte.

We mochten niet hard praten of druk gebaren, en hij verzekerde zich er altijd van dat we ons bescheiden en met waardigheid gedroegen.’

Volgens de prinses sloop iedereen in de harem door het paleis als de patriarch zich terugtrok om te rusten. De muziek verstomde en de kinderen zwegen.

Slavinnen gebruikt als geschenk

Omdat haremvrouwen zo beschaafd en ontwikkeld waren, waren ze buiten de paleismuren extreem gewild.

Elk jaar deed de sultan enkele slavinnen cadeau aan speciaal geselecteerde ambtenaren en officieren – een grote eer. Met name degenen die een maagd kregen, stonden in hoog aanzien.

‘De sultan zorgde ervoor dat hij een passende echtgenoot uitkoos voor de vrouw die hij weggaf.

Ze kreeg ook een bepaald geldbedrag, afhankelijk van hoe lang ze bij de sultan in dienst geweest was en hoezeer hij haar gewaardeerd had,’ legde prinses Ayse uit.

Volgens Safiye Ünüvar konden dienstmeisjes van de koninklijke familie zelfs een verzoek om vrijlating indienen.

‘Als een haremvrouw de stad wilde verlaten om te trouwen, schreef ze een bericht aan de prins of prinses bij wie ze diende. Een vertrekbriefje werd dit wel genoemd.

De sultan wees dergelijke verzoeken nooit af, maar was genadig en keurde ze allemaal goed.

Hij betaalde zelfs de kosten voor het levensonderhoud van de vrouw, zodat ze geen last zou zijn voor haar echtgenoot.’

Kösem liet in de jaren dat ze regeerde ‘Sultan’ aan haar naam toevoegen.

© Christie’s Images/Bridgeman Images

Slavin heerste 20 jaar over de Ottomanen

In de 17e eeuw schreef de Venetiaanse ambassadeur over Kösem, een van de vrouwen van sultan Ahmed I:

‘Ze is mooi en gedreven. Een van haar vele talenten is dat ze prachtig zingt, en daarom houdt de sultan veel van haar. Ze is zijn lieveling, en hij wil haar de hele tijd dicht bij zich hebben.’

Kösem was de dochter van een Griekse priester, maar werd als meisje ontvoerd. In 1604 kwam ze terecht in het Topkapıpaleis. Ze werd al snel een van de sultans favorieten en kreeg negen kinderen van hem, onder wie vijf zonen, die de troon konden erven.

Bij Ahmeds dood in 1617 waren Kösems zonen te jong om te regeren en nam de broer van de sultan het over.

Toen hij echter via een coup afgezet werd, sloeg Kösem toe. Van 1623 tot 1632 was ze regentes voor haar oudste zoon. Daarna regeerde hij acht jaar, tot hij stierf aan cirrose.

Vervolgens werd Kösems jongste zoon benoemd tot sultan, maar hij was zo labiel dat zijn moeder in zijn plaats moest regeren.

Toen hij na acht jaar probeerde om haar de macht te ontfutselen, liet ze hem executeren.

Ze schoof nu haar kleinzoon Mehmet IV naar voren en werd zijn regentes.

Uiteindelijk werd Kösem zelf slachtoffer van het spel om de macht in het paleis. In 1651 liet Mehmets moeder haar wurgen met haar eigen haar.

Sultan begluurt zijn schoonheden

De haremafdeling was omringd door weelderige tuinen, waar de vrouwen over smalle paadjes konden slenteren, die naar vijvers leidden met waterlelies en exotische vissen.

Her en der stonden schaduwrijke paviljoens, waar ze op een warme zomerdag konden ontspannen, terwijl ze met elkaar kletsten en de kleurrijke bloembedden bewonderden.

In de droge, hete zomers waren de baden van het Topkapıpaleis extreem populair. De grootste waren bekleed met marmer en hadden roeibootjes, waarin de haremvrouwen rondvoeren.

Tijdens het baden mochten ze elkaar graag natspatten, onder toeziend oog van zwarte eunuchen – en vaak ook van de sultan, die de naakte schoonheden vanachter een gouden hek bekeek.

Na zonsondergang mocht geen enkele vrouw nog buiten zijn, en ze ver­le­ven­dig­den de avonden met opium.

Een populair tijdverdrijf van de vrouwen was een spel waarbij een van hen zich in het water liet vallen, waarna de anderen moesten voorkomen dat ze er weer uit klom.

Als de vrouw er toch in slaagde, probeerde zij op haar beurt de anderen in het water te duwen.

Vooral Ibrahim, die vanaf 1640 sultan was, zou verzot op vrouwen geweest zijn. Hij bedacht telkens nieuwe spelletjes. Zo gooide hij parels en robijnen in het water, waarna hij de haremvrouwen aanmoedigde ernaar te duiken.

Sowieso stond de harem in het teken van glitter en glamour.

Van de kranen tot het koepelplafond, alles was verguld, en vrouwen die hoog op de ladder stonden, kleedden zich extravagant in kleurrijke jurken van zijde, fluweel en brokaat met gouddraad.

De sultan zag zijn favorieten nooit tweemaal in dezelfde jurk.

Zelfs de boeken waren ingebonden in verguld leer, ingelegd met robijnen.

De vrouwen droegen gouden ringen met glinsterende diamanten, en om hun pols en nek hingen andere kostbaarheden.

In 1878 hielp Rusland Bulgarije om zich na felle gevechten los te maken van het Ottomaanse Rijk.

© Dea/D. De Gregorio/Getty Images

Eerste Wereldoorlog kostte de sultan zijn troon en zijn enorme rijk

Gaandeweg maakte het ene na het andere land zich los van het immense Ottomaanse Rijk, dat ‘de zieke man van Europa’ werd genoemd. Toen de wereldoorlog slecht uitpakte voor de Ottomanen, werd de sultan afgezet.

Eind jaren 1690 werd de lange neergang van het Ottomaanse Rijk al ingezet. Na een nederlaag op het slagveld verloor de sultan in die tijd veel grondgebied in Oost-Europa.

Begin 19e eeuw heerste hij echter nog steeds over de hele Balkan, grote delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

Maar dat bleef niet zo. Onder andere de Grieken, Serviërs en Egyptenaren ontworstelden zich aan de greep van de sultan en verzwakten het rijk. De troon van de sultan wankelde.

Eind 19e eeuw veroverde met name Rusland gebieden die eeuwenlang Ottomaans waren geweest.

In de hoop de restanten van zijn rijk te behouden, koos de sultan in de Eerste Wereldoorlog de kant van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije tegen Rusland. Het zou een noodlottig besluit blijken.

De uitkomst van de oorlog was een zware slag voor het rijk. Met de Vrede van Sèvres in 1920 werd het bijna geheel onder Groot-Brittannië, Frankrijk en Griekenland verdeeld.

De Turken zetten de sultan af en kwamen in verzet tegen de vreemde mogendheden. Uit die strijd ontstond Turkije, zonder sultan of harem.

Hele harem moet vertrekken

De maaltijden waren ook pure luxe, met onder andere kaviaar en koffie. Na het eten streken de favoriete vrouwen neer op de zachte divankussens, terwijl ze een waterpijp rookten.

Na zonsondergang moesten de harem­vrouwen altijd binnen blijven, en ze verle­ven­dig­den de avonden met opium. Die maakte de tongen los, en de dames vertelden elkaar urenlang fantasievolle verhalen.

Te midden van al die weelde en overvloed wisten ze echter dat hun prettige leven op elk moment voorbij kon zijn.

Als een sultan stierf, moest zijn harem, inclusief prinsen en prinsessen, het paleis verlaten. Iedereen werd uit het centrum van de macht geëscorteerd.

Voortaan moesten ze genoegen nemen met het veel soberder Huis der Tranen, een voormalig paleis dat ook wel Paleis van de Ongewensten werd genoemd.

Als de oude harem eenmaal weg was, bouwde de nieuwe sultan onder toezicht van zijn moeder een nieuwe op.

Dan klopten er nieuwe leveranciers aan de poort van de harem om slavinnen aan te bieden, die door de oude eunuch met zijn ervaren oog voor vrouwelijk schoon werden beoordeeld.