Wikimedia Commons/Dossemann
Sultan Mehmet II verovert Constantinopel. Detail van diorama in het militair museum van Istanboel.

Bloeitijd en val van het Ottomaanse Rijk

Het Ottomaanse Rijk ontstond uit het niets in een stukje Anatolië, maar breidde zijn grondgebied uit naar drie continenten, tot de Ottomanen de Zwarte Zee, Rode Zee en de helft van de Middellandse Zee beheersten. Hoe verliep dat precies?

Als je aan het Ottomaanse Rijk (ca. 1300-1923) denkt, denk je aan machtige sultans, janitsaren met kromzwaard en prachtige paleizen met grote harems. En oorlog natuurlijk. Heel veel oorlog.

Ga met ons mee terug in de tijd, van het moment dat het Ottomaanse Rijk drie werelddelen beheerste tot het ten onder ging als de zieke man van Europa.

Het Ottomaanse Rijk op z’n machtigst

Op 22 januari 1517 trok het 60.000-koppige Ottomaanse leger de Egyptische hoofdstad Caïro binnen. Het moreel onder de troepen was hoog. Vier maanden eerder hadden ze Syrië vrijwel zonder slag of stoot veroverd.

De Egyptische sultan Tumanbay had 20.000 man op de been gebracht om de Ottomaanse aanval af te slaan – door te dreigen dat alle deserteurs bij hun eigen voordeur zouden worden opgehangen. Maar zijn leger kon niets uitrichten tegen het machtige Ottomaanse Rijk.

De Ottomanen bij Wenen in 1683.

De Ottomanen staan voor de poort van een andere vijand dan de mammelukken in Caïro. Dit is het Beleg van Wenen in september 1683, een gevecht tussen de Ottomanen en het Heilige Roomse Rijk met steun van o.a. een Pools-Litouws bondgenootschap. De Ottomanen drongen meerdere keren door tot Centraal-Europa, en dit was de laatste keer dat ze zo ver kwamen.

© Wikimedia Commons

Al na een uur vechten trokken de Egyptische soldaten zich terug. De Egyptische hoofdstad was nu in Ottomaanse handen.

‘De Ottomanen verschenen als sprinkhanen ... en kwamen van alle kanten als zwermen, met een oorverdovend lawaai van hun musketten en een felle aanval.’ De Egyptische historicus Muhammad ibn Iyas over de verovering van Caïro

Een week na de invasie arriveerde de machtige sultan van het Ottomaanse Rijk, Selim I – bijgenaamd De Verschrikkelijke – in Caïro.

Sinds zijn aantreden in 1512 had de nieuwe Ottomaanse sultan het noorden van Irak, Palestina, Syrië en nu dus Egypte veroverd.

Na de Ottomaanse zege op de Egyptenaren werd bijna de hele Arabische wereld voor het eerst sinds de opkomst van de islam geregeerd vanuit een niet-Arabische hoofdstad: Istanboel in het huidige Turkije, waar de sultan sinds 1459 zetelde.

Het Ottomaanse Rijk was echter nog lang niet klaar met de gebiedsuitbreiding.

Uitbreiding van het Ottomaanse Rijk

Drie werelddelen

Het Ottomaanse Rijk wordt vooral als een Arabisch rijk gezien, maar in zijn bloeitijd strekte het zich uit over drie werelddelen: Azië, Afrika en Europa.

Jonas Sjöwall Haxø & Shutterstock

1300-1359

De bakermat van het Ottomaanse Rijk is Anatolië in het huidige Turkije, en wel het dorp Söğüt (nu Bilecik) ten zuiden van het moderne Bursa. Hiervandaan begonnen de Ottomanen aan de verovering van heel Anatolië en Thracië.

Jonas Sjöwall Haxø & Shutterstock

1359-1451

In de volgende eeuw bleven de Ottomanen hun grondgebied uitbreiden rond de Zwarte Zee en op de Balkan.

Jonas Sjöwall Haxø & Shutterstock

1451-1512

In 1453 valt Constantinopel in Ottomaanse handen. In 1459 wordt het hoofdstad van het Ottomaanse Rijk. Ook delen van het huidige Roemenië, Hongarije en Oekraïne worden ingelijfd.

Jonas Sjöwall Haxø & Shutterstock

1512-1520

De Ottomanen verslaan de mammelukken en nemen hun rijk over, dat Syrië en Egypte beslaat. De heilige steden Mekka en Medina worden ook bij het Ottomaanse Rijk gevoegd.

Jonas Sjöwall Haxø & Shutterstock

1520-1566

In de 16e eeuw gaat de Ottomaanse expansie door in Hongarije. Bagdad wordt ingenomen, en ook delen van de Noord-Afrikaanse kust komen bij het Ottomaanse Rijk.

Jonas Sjöwall Haxø & Shutterstock

1566-1683

In deze tijd is het Ottomaanse Rijk op z’n grootst. De uitbreiding in Noord-Afrika gaat door, en Bakoe in het huidige Azerbeidzjan en de resterende gebieden rond de Rode Zee worden Ottomaans.

Jonas Sjöwall Haxø & Shutterstock

Het Ottomaanse Rijk in Europa

Toen Süleyman I, de zoon van Selim I, in 1520 aan de macht kwam, onderwierp het Ottomaanse Rijk onder meer heel Noord-Afrika, de heilige steden Mekka en Medina, de rest van Irak, het westen van Iran en de Kaukasus.

Süleyman zag zichzelf als de leider van de moslims en geloofde dat Allah hem had opgedragen om de islam te verspreiden via jihad, heilige oorlog. Al snel richtte de machtige sultan zijn blik op Europa.

‘God heeft ons terecht in de schoot van Satan en de Turken geworpen.’ Maarten Luther
Vader en zoon: sultan Selim I en sultan Süleyman I.

Vader en zoon. Selim I: Ottomaans miniatuurschilderij van Nakkaş Osman. Süleyman I: Schilderij van Venetiaanse kunstenaar.

© Wikimedia Commons

In de jaren 1520 veroverden de Ottomanen Belgrado, delen van Hongarije en het eiland Rodos, en in 1529 belegerden ze Wenen, waardoor het christelijke Europa in paniek raakte.

De hervormer Maarten Luther gebruikte de Ottomanen als schrikbeeld tegen het katholicisme toen hij in dat jaar schreef: ‘God heeft ons terecht in de schoot van Satan en de Turken geworpen.’

Tijdens de 46 jaar dat sultan Süleyman I op de troon zat (1520-1566) groeide het Ottomaanse Rijk uit tot een van de grootste imperia die de wereld ooit heeft gekend.

Süleyman regeerde over het hele moderne Turkije en grote delen van het Midden-Oosten en Europa, en de sultan werd het symbool van de succesvolle expansiepolitiek die het Ottomaanse Rijk 200 jaar eerder had ingezet.

De stichting van het Ottomaanse Rijk

De Groene Moskee in Bursa

De Groene Moskee in Bursa, een voorbeeld van vroege Ottomaanse architectuur. Bursa was de Ottomaanse hoofdstad tot de Ottomanen Constantinopel veroverden.

© Wikimedia Commons

Het Ottomaanse Rijk werd rond 1300 gesticht door Osman I in Anatolië, en wel in het dorp Söğüt, waar Osman over een bescheiden vorstendom heerste.

Anatolië vormt een groot deel van het huidige Turkije, afgezien van het uiterste westen en oosten, en was eeuwenlang het centrum van het christelijke Byzantijnse Rijk, met als hoofdstad Constantinopel aan de Bosporus.

Osman I voerde een heilige oorlog tegen de christenen, en in de 14e en 15e eeuw voegden zijn opvolgers een aantal Turkse vorstendommen toe aan het Ottomaanse Rijk.

De verovering van Constantinopel

Sultan Mehmet II verovert Constantinopel. Detail van diorama in het militair museum van Istanboel.

Sultan Mehmet II verovert Constantinopel. Detail van diorama in het militair museum van Istanboel.

© Wikimedia Commons/Dossemann

In 1453 wist de zevende Ottomaanse sultan Mehmet II Constantinopel te veroveren. Het leverde hem de bijnaam De Veroveraar op.

Constantinopel stond al heel lang op het verlanglijstje van het Ottomaanse Rijk.

De stad had een groot symbolisch belang als laatste bastion van het Romeinse Rijk en was bovendien strategisch gelegen aan de smalle Bosporus.

Het lag dan ook voor de hand dat Constantinopel na een paar jaar de Ottomaanse hoofdstad werd.

Topkapıpaleis

Het Topkapıpaleis in Istanboel

Het Topkapıpaleis in Istanboel. In het grote complex hield de Ottomaanse heerser hof.

© Shutterstock

In 1459 begon de bouw van de hoofdzetel van het Ottomaanse Rijk: het enorme Topkapıpaleis met uitzicht over de hoofdstad, de Bosporus en de Gouden Hoorn (de zeestraat die het Europese van het Aziatische deel van Turkije scheidt).

Het Topkapıpaleis was niet alleen de residentie van de Ottomaanse sultan, maar vormde een gemeenschap op zich met zijn 4000 bewoners die afgezonderd waren van de buitenwereld.

In het hart van Topkapı bevond zich de gigantische harem van de sultan: honderden mooie vrouwen leefden achter slot en grendel in meer dan 400 vertrekken.

Harem was gouden kooi

De vrouwen waren in feite slaven, die werden bewaakt door honderden eunuchen. Ook zij waren slaven of krijgsgevangenen uit vooral Ethiopië en Somalië en waren als kind gecastreerd.

De slavinnen die onderaan de hiërarchie stonden, woonden in slaapzalen, terwijl de favorieten van de sultan hun eigen vertrek hadden.

De favorieten waren de mooiste vrouwen en werden concubines genoemd. Ze werden opgeleid in de minnekunst en moesten in bed alles doen wat de sultan verlangde.

Hun belangrijkste taak was het baren van gezonde en intelligente troonopvolgers om het voortbestaan van de dynastie van de sultan veilig te stellen.

Grote hal van de harem in het Topkapıpaleis

Grote hal van de harem in het Topkapıpaleis

© Shutterstock

Hoewel de positie van concubine felbegeerd was, ging het leven als favoriete minnares van de sultan niet over rozen. Wie de bevelen van de sultan niet opvolgde, werd streng gestraft.

Zo executeerde Süleyman I in 1562 een van zijn concubines omdat ze niet in zijn bed verschenen was en haar plaats aan een andere vrouw had afgestaan.

De machtigste vrouw van het paleis was echter de moeder van de sultan, valide sultan genoemd. Zij leefde in weelde in een eigen gedeelte van het paleis met een grote eetzaal en ruime slaapkamer.

Het bestuur van het rijk

Het Dolmabahçepaleis, de bestuurszetel van het Ottomaanse Rijk

Het Dolmabahçepaleis was het administratieve centrum van het Ottomaanse Rijk van 1856 tot 1887 en van 1909 tot 1923.

© Shutterstock

De sultan was de alleenheerser van het Ottomaanse Rijk, en zijn wil was wet.

Naarmate het imperium in de 16e eeuw uitdijde, kregen de nieuwe grondgebieden in onder meer Syrië, Irak en Egypte de status van provincie.

Een legerleider was verantwoordelijk voor het handhaven van de wet en het innen van belasting.

Sultan Süleyman I voerde een aantal hervormingen door, waardoor het Ottomaanse Rijk het karakter van een feodaal rijk met militair bewind kreeg. De Egyptische historicus al-Jabarti schreef over de hervormingen van Süleyman:

‘Sultan al-Kanuni (een bijnaam van Süleyman, red.) legde de principes van het rijksbestuur vast, voltooide de opbouw van het rijk en organiseerde de provincies. Hij bracht licht in het donker, liet het licht van de religie overal schijnen en bluste de branden van de ongelovigen.’

Religie in het Ottomaanse Rijk

De Blauwe Moskee in Istanboel

De Blauwe Moskee in Istanboel, ook bekend als de Sultan Ahmetmoskee. Gebouwd tussen 1609 en 1616.

© Shutterstock

In tegenstelling tot zijn christelijke collega-vorsten in Europa stond Süleyman I een zekere mate van godsdienstvrijheid toe onder de volken die hij ‘bevrijd’ had. Elke religieuze groepering kreeg de status van millet.

Millet betekent ‘gemeenschap van gelovigen’, en deze groepen hadden zelf wat in de melk te brokkelen.

Aan het hoofd van een millet stond de religieuze leider van de betreffende minderheid. Het Ottomaanse Rijk telde onder meer een Armeense, Syrische en joodse millet.

Elke millet had zijn eigen rechtbank, inde zelf belastingen en mocht bepaalde wetten en regels opstellen voor zijn religieuze minderheid, bijvoorbeeld op het gebied van huwelijken en echtscheidingen.

Anders dan de moslims hoefden joden en christenen in het Ottomaanse Rijk geen dienst te doen in het leger, maar in ruil daarvoor betaalden ze extra belasting.

In de katholieke gebieden werd de bevolking gedwongen bekeerd tot het christendom, maar in de landen die de Ottomaanse sultan had veroverd, hoefden de inwoners dus geen moslim te worden.

De janitsaren – het elitekorps van de Ottomanen

Janitsaren – Jongens worden geronseld.

Janitsaren: 1) Jongens worden geronseld voor het janitsarenkorps. Miniatuurschilderij uit 1558. 2) Twee janitsaren met boog, in 1573 getekend door de Vlaming Lambert Wijts.

© Wikimedia Commons

De Ottomaanse expansie was mogelijk dankzij het goed georganiseerde leger. En het hart daarvan vormde het janitsarenkorps.

Een keer per jaar haalden Ottomaanse soldaten jonge christelijke jongens op, vooral uit de Balkan, waarna ze in Istanboel als slaaf moesten werken.

Ze werden bekeerd tot de islam en leerden de sultan gehoorzamen. Het ronselen van de jonge christenen werd in het Turks devşirme (ophalen van kinderen) genoemd.

Toen het Ottomaanse Rijk eind 17e eeuw op z’n sterkst was, beschikte het over bijna 200.000 soldaten. De meest gevreesde waren de janitsaren, bekeerde christenen, van wie velen waren gerekruteerd onder de devşirme.

De janitsaren stonden bekend om hun vaardigheden met pijl-en-boog, vuurwapens en geschut. De Ottomaanse strijdkrachten zijn wel beschreven als het eerste beroepsleger van Europa.

Eind 17e eeuw werden er steeds minder christelijke soldaten geronseld, onder meer omdat het janitsarenkorps zo aantrekkelijk was geworden dat veel moslims er ook in opgenomen wilden worden.

De janitsaren werden steeds machtiger en kwamen enkele keren in opstand tegen de Ottomaanse sultan.

Dit gebeurde vooral wanneer de sultan het leger probeerde te moderniseren, wat ertoe leidde dat het Ottomaanse leger zelden nieuwe wapentechnologieën omarmde. De Ottomaanse strijdkrachten werden hierdoor zwakker ten opzichte van de Europese legers.

De sultan wankelt

De Ottomanen belegeren Wenen in 1683.

De Ottomanen belegeren Wenen in 1683. Tekening van de Vlaming Frans Geffels (1624-1694).

© Wikimedia Commons

In de 18e en het begin van de 19e eeuw zetten de janitsaren zeven van de 14 sultans af met hulp van de oelema: de geestelijk leider van het Ottomaanse Rijk.

In 1826 rekende sultan Mahmut II af met de janitsaren en werd het korps volledig opgeheven. De sultan doodde 4000 janitsaren tijdens een bloedige veldslag, en de rest van het korps werd geëxecuteerd of verbannen uit het rijk.

Op dit moment was het Ottomaanse Rijk al een stuk zwakker dan in zijn hoogtijdagen. De machtigste sultan, Süleyman I, had twee keer geprobeerd Wenen te veroveren (in 1529 en 1566), maar beide keren was het mislukt. De veldtocht van Süleyman in 1566 was tevens zijn laatste, want dat jaar overleed hij aan een ziekte.

Meer dan 100 jaar later, in 1683, probeerde sultan Mehmet het nog een keer, geïnspireerd door zijn grote voorbeeld, maar deze keer kreeg Wenen hulp van onder meer Polen en de republiek Venetië. De Ottomanen werd een pijnlijke nederlaag toegebracht.

Begin 19e eeuw heerste de sultan echter nog steeds over de hele Balkan en grote delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

Maar er werd aan zijn stoelpoten gezaagd. Zo moesten de Ottomanen grote gebieden afstaan aan Rusland, waaronder Servië, Bulgarije en Griekenland.

Het rijk van de sultan kwam bekend te staan als de ‘zieke man van Europa’.

Grote Oorlog was doodsteek voor Ottomanen

Ingekleurde foto van de Galatabrug in Istanboel

Eind 19e eeuw was Istanboel een multiculturele stad met tal van nationaliteiten. In zijn reisverslag Constantinopel uit 1877 beschrijft de Italiaan Edmondo De Amicis de stad: ‘Het is een prettig schouwspel om naar de voeten van de passanten te kijken en de hele wereld aan je voorbij te zien trekken – van Adams sandalen tot de nieuwste modelaarsjes uit Parijs.’ Ingekleurde foto van de Galatabrug in Istanboel uit eind 19e eeuw.

© Library of Congress

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, steunde de sultan Duitsland en Oostenrijk-Hongarije in hun strijd tegen Rusland. Daarmee wedde hij op het verkeerde paard.

Na de oorlog werd een groot deel van het rijk verdeeld tussen Groot-Brittannië, Frankrijk en Griekenland.

Uit frustratie over deze vernedering verdreven de Turken de sultan, en op 29 oktober 1923 maakte het Ottomaanse Rijk plaats voor een democratische, seculiere republiek onder Mustafa Kemal.

Hij kreeg de bijnaam Atatürk: vader van de Turken.

Met de val van het Ottomaanse Rijk begon de geschiedenis van het moderne Turkije.

Ottomaanse Rijk – tijdlijn

De Ottomanen veroveren Constantinopel.

De Ottomanen veroveren Constantinopel. Detail van diorama in het militair museum in Istanboel.

© Shutterstock

Ca. 1300: Osman I is de grondlegger van het rijk

Het Ottomaanse of Osmaanse Rijk is genoemd naar zijn stichter, de islamitische legerleider Osman, die eind 13e eeuw heerst over een beylik (vorstendom) bij Söğüt in Anatolië.

1326: Orhan Gazi

De Ottomanen veroveren het belangrijke Bursa en maken er hun hoofdstad van. Deze stad ten zuiden van de Zee van Marmara en ten noorden van Söğüt behoudt die status lang. In de regeringstijd van Orhan Gazi (1326-1360) worden de resterende Byzantijnse gebieden in Noordwest-Anatolië veroverd. In de tweede helft van de 14e eeuw nemen de Ottomanen ook Thracië in.

1361: Moerad I verovert Adrianopel

De Ottomanen veroveren Adrianopel (nu Edirne) onder sultan Moerad I (1360-1389). Tussen 1413 en 1458 is Adrianopel de hoofdstad van het rijk. In 1371 worden de Serviërs verslagen aan de Maritsa. Bij Samokov verslaan de Ottomanen een Servisch-Bulgaarse coalitie, en in 1385 neemt Moerad Sofia in.

1453: Constantinopel valt

Sultan Mehmet II belegert Constantinopel (nu Istanboel) en neemt de stad in. Verder verovert hij Servië (1459), Morea (de Peloponnesos, 1460), Bosnië (1463) en Albanië (1468). In 1475 erkennen de Krimtataren de zeggenschap van Mehmet II over de Zwarte Zee.

1512: Selim I stoot vader van de troon

Selim is niet tevreden met het bewind van zijn vader, sultan Bayezid II (1481-1512). Met hulp van het leger grijpt Selim I (1512-1520) de macht in het Ottomaanse Rijk. In 1514 krijgen de Ottomanen het oostelijke deel van Anatolië in handen, en in 1517 veroveren ze onder Selim I Syrië en Egypte op de mammelukken.

1529: Eerste belegering van Wenen

Süleyman I (1520-1566), de zoon van Selim I, verovert in 1521 Belgrado. In 1526 neemt hij het op tegen de Habsburgers door grote delen van Hongarije te annexeren. In 1529 belegeren de Ottomanen Wenen. Ze slagen er echter niet in de stad te veroveren en druipen af.

1571: Slag bij Lepanto

De Kerkelijke Staat, Venetië en Spanje verslaan gezamenlijk de Ottomaanse vloot in een grote slag in de Egeïsche Zee.

1648: Vrede van Westfalen

De Vrede van Westfalen maakt een eind aan de Dertigjarige Oorlog en legt het principe van de soevereine staat vast. Het Ottomaanse Rijk was neutraal in de Dertigjarige Oorlog.

1683: Tweede poging om Wenen te veroveren

In 1682 beginnen de Ottomanen een nieuw, grootschalig offensief tegen de Habsburgers en het Heilige Roomse Rijk in Centraal-Europa, en in 1683 doen ze een tweede poging om Wenen in te nemen. Oostenrijk krijgt echter steun van Duitse en Poolse troepen, en de Ottomanen worden verdreven. Na een nederlaag bij Esztergom moeten de Ottomanen Hongarije en Transsylvanië opgeven.

1699: Vrede van Karlowitz

Sultan Mustafa II (1695-1703) staat Morea (de Peloponnesos) af aan Venetië, Podolië (Oekraïne) aan Polen en het midden van Hongarije, Transsylvanië en een groot deel van Slavonië (Kroatië) aan Oostenrijk. Oostenrijk wordt een grootmacht.

1768: Rusland – de nieuwe aartsvijand

Het Russische rijk wil naar het zuiden uitbreiden, waardoor het Ottomaanse Rijk in de 18e eeuw bedreigd wordt. In 1711-1713 en 1736 weten de Ottomanen een Russische aanval op Moldavië af te slaan, maar in 1768-1774 moet het Ottomaanse Rijk de Krim afstaan, en in 1806-1812 verovert Rusland Bessarabië (Moldavië).

1821-1829: Griekenland maakt zich los

Eind 18e eeuw komt er in Griekenland een nationale beweging op, die streeft naar zelfstandigheid. In 1821 breekt er een burgeroorlog uit, en in 1829 moeten de Ottomanen Griekenland afstaan, dat een eigen staat vormt.

1853-1856: Krimoorlog

Groot-Brittannië en Frankrijk mengen zich in de strijd tussen het Ottomaanse Rijk en Rusland en scharen zich aan Ottomaanse zijde. Dit draait uit op een vernedering voor Rusland wanneer een expeditieleger van nog geen 100.000 man 1 miljoen Russen verslaat. Rusland accepteert een vredesverdrag, dat in Parijs wordt ondertekend. De Ottomanen krijgen de zeggenschap over de Zwarte Zee.

1875: Staatsbankroet

De hoge kosten van oorlogvoering en hervormingen leiden tot een economische crisis in het Ottomaanse Rijk. In 1875 bedraagt de buitenlandse schuld 200 miljoen pond, en de Ottomanen moeten internationaal toezicht op hun economisch beleid dulden.

1878: Congres van Berlijn

Na de Russisch-Turkse Oorlog van 1877-1878 zetten Europese grootmachten het Ottomaanse Rijk onder druk om gebieden op de Balkan af te staan. Oostenrijk-Hongarije krijgt Bosnië-Herzegovina; Servië, Montenegro, Bulgarije en Roemenië worden zelfstandig.

1908: De Jonge Turken

Abdülhamit II (1876-1909) onderdrukt de aanzwellende roep om democratische hervormingen. Al vele jaren broeit er verzet onder etnische en religieuze minderheden, maar nu begint ook de Turkse meerderheid zich te roeren. Een groep uit de bovenklasse vormt in 1889 de partij Comité voor Eenheid en Vooruitgang, beter bekend als de Jonge Turken. In 1908 stoten ze Abdülhamit van de troon en voeren ze enkele democratische hervormingen door. Later valt de partij uiteen in een liberale en een nationalistische factie.

1913: Balkanoorlogen

De Ottomanen verliezen Macedonië, Thracië en Albanië aan respectievelijk Bulgarije, Griekenland en Servië. Een jaar later nemen de Britten bezit van Ottomaanse gebieden in Egypte, Soedan en op Cyprus.

1920: Vrede van Sèvres

Na de Eerste Wereldoorlog ondertekenen de Entente en de Ottomanen de Vrede van Sèvres, waarmee het einde van het Ottomaanse Rijk bezegeld wordt. De resten komen in Franse, Britse en Griekse handen, maar het leger wijst het verdrag af en verslaat de invasiemachten.

1923: Het moderne Turkije verrijst

Turkse nationalisten vormen in 1923 de republiek Turkije onder leiding van Mustafa Kemal (Atatürk). Het Ottomaanse Rijk is definitief verleden tijd.