De vloot van sultan SĂŒleyman de Grote ligt in de Golf van Arta aan de Griekse westkust. De 122 schepen varen onder het commando van een man die de Europeanen huiverend âBarbarossaâ noemen â Roodbaard.
In het Ottomaanse Rijk draagt de grootadmiraal de eervolle naam Khair ad-Din, âbeschermer van het geloofâ. Want de islamitische Ottomanen voeren een heilige oorlog tegen het christelijke Europa en Barbarossa is de ijzeren vuist van de sultan op zee.
Barbarossa heeft zijn vloot naar de Golf van Arta geleid, omdat de ingang van dit smalle vaarwater door twee sterke Ottomaanse vestingen wordt bewaakt: Preveza en Actium. Ze worden belegerd door een grote christelijke vloot, maar uit angst voor de kanonnen van de vestingen durft deze niet aan te vallen.
De listige piraat wil op een gunstig moment toeslaan. Op 28 september 1538 is het âs ochtends vroeg windstil, en dat is een voordeel voor de Ottomaanse galeien. De christelijke vloot telt veel grote zeilschepen, die zonder wind geen kant op kunnen.

Het Ottomaanse Rijk in 1516: Preveza (1) ligt aan de Griekse westkust en hoorde bij het rijk van de sultan. Barbarossa werd geboren op het eiland Lesbos (2) en ging later naar Constantinopel (3). Als piraat viel hij Rodos (4), Fondi (5) en Tunis (6) aan. Met zijn broers veroverde hij een rijk met Algiers (7) als hoofdstad.
Barbarossa beveelt zijn galeien de vijand te rammen en de christelijke schepen te enteren.
De machtige christelijke vloot, die volgens de paus de Middellandse Zee zou zuiveren van moslims, valt uiteen. En als de wind opsteekt, vluchten de schepen.
Barbarossa heeft de sultan zijn belangrijkste zege tot dusver bezorgd.
De Slag bij Preveza stelt de Ottomaanse heerschappij op de Middellandse Zee voor de komende drie decennia veilig en bezorgt Barbarossa de bloedige wraak waar hij al zijn hele leven naar verlangt. Want de christenen hebben zijn broers vermoord.
Pottenbakkerszoon wordt piraat
Barbarossa werd rond 1478 geboren op Lesbos in de EgeĂŻsche Zee. Zijn vader was cavalerist geweest in het Ottomaanse leger en verdiende sindsdien de kost als pottenbakker.
Hij noemde zijn vierde en jongste zoon Hizir. Niets duidde erop dat de jongen ooit de âgrootste piraat uit de wereldgeschiedenisâ zou worden, zoals veel historici Barbarossa nu noemen.
Toen ze wat ouder waren, brachten Hizir en zijn broers de potten en kruiken van hun vader naar Constantinopel (later Istanbul) om ze op de markt te verkopen.

In Constantinopel zag Barbarossa piraten die slaven verkochten. De piraten kaapten christelijke schepen (vooral langs de Spaanse kust) en brachten hun buit naar de Ottomaanse handelssteden.
In de hoofdstad van het Ottomaanse Rijk zagen de broers Noord-Afrikaanse piraten, die slaven en buit verkochten. In Europa stond Noord-Afrika bekend als Barbarije, maar de ogen van de vier broers glommen bij de aanblik van het goud dat de piraten hadden geroofd van Spaanse schepen die terugkwamen uit Zuid-Amerika.
De rijkdommen van de ongelovigen trokken hen aan, en rond 1505 werden ze piraten. De 12 jaar daarop leerden ze elke uithoek van de Middellandse Zee kennen en kaapten ze christelijke schepen.
Het leven op zee was lucratief, maar gevaarlijk, en een van de broers kwam al snel om. De oudste, Oruç, veroverde de Noord-Afrikaanse havenstad Algiers en maakte er een versterkt piratennest van.
Oruç had een rode baard en was de eerste die door zijn slachtoffers Barbarossa werd genoemd. In 1517 voer hij naar Constantinopel. Hij bood de sultan het piratennest aan, op voorwaarde dat Oruç gouverneur zou worden van de nieuwe provincie. De sultan ging op het aanbod in.
âOruç vocht als een leeuw tot zijn laatste snik.â Kroniek van Diego de Haedo uit 1612
De nieuwe titel ging gepaard met de verantwoordelijkheid om de provincie te verdedigen, en dat zou Hizirs andere twee broers het leven kosten. In 1518 had Karel I van Spanje genoeg van de piraterij en stuurde hij 10.000 troepen naar Afrika.
Ze gingen aan land en marcheerden naar Algiers, waardoor Oruç ver van zee moest vechten. Met een leger van 6500 man verschanste hij zich in de stad Tlemcen 500 kilometer ten westen van Algiers. Maar de Spanjaarden bestormden de stad.
âOruç vocht als een leeuw tot zijn laatste snik,â schrijft de Spaanse monnik Diego de Haedo in zijn kroniek. Ook Hizirs derde broer Ishak kwam om.
Na het nieuws van de nederlaag ontvluchtte Hizir Algiers. Hij zwoer gruwelijke wraak aan alle christenen â een belofte die de wereldgeschiedenis zou veranderen.
3000 lijken drijven in zee
Hizir vluchtte met slechts twee schepen en een paar trouwe piraten, maar bouwde in korte tijd een kloeke vloot van piratenschepen op.

Terwijl delen van het Oghuz-volk naar Klein-Azië (1) trokken, vestigden anderen zich aan de Kaspische Zee (2). In Turkmenistan woonden veel Oghuz begin 20e eeuw nog in joerten (ronde tenten).
Ottomanen kwamen van Aziatische steppen
1200 jaar hoorde Klein-Azië bij het Romeinse en het Byzantijnse Rijk. Turkstalige volken vestigden zich er pas in de middeleeuwen voor het eerst.
Tot ze werden verdreven door de Mongolen, bewoonden de Oghuz eeuwenlang de steppen tussen het Aralmeer en de Kaspische Zee. In de 11e eeuw kwamen de Turkstalige ruiters naar Klein-Azië. Net als de Mongolen leefden de Oghuz in ronde tenten, dronken ze paardenmelk en aten ze paardenvlees. In het hete, vruchtbare Anatolië gaven ze hun nomadenbestaan op en werden boeren.
Door contact met het islamitische kalifaat van de Abbasiden, dat het grootste deel van het Midden-Oosten besloeg, bekeerden de Oghuz zich in de 12e eeuw tot de islam.
Toen het christelijke Byzantijnse Rijk afbrokkelde, vormden de Oghuz hun eigen vorstendommen langs de Zwarte Zee. Een van de machtigste vorsten was Osman (1280-1299), wiens koninkrijk ten zuiden van Constantinopel lag.
Hij bracht krijgers bijeen om op rooftocht te gaan in Byzantijnse gebieden. De tochten waren zo succesvol dat Osmans nakomelingen in de 14e en 15e eeuw heel Klein-Azië en de zuidelijke Balkan veroverden.
Het rijk werd genoemd naar de stichter Osman: Het Ottomaanse Rijk.
Naast de resten van een piratenvloot erfde Hizir ook de naam van zijn oudere broer: hij werd de nieuwe Barbarossa, al had hij zelf geen rode baard. En hij werd de schrik van de Middellandse Zee.
âHij bestormde de kusten van Spanje, stichtte branden, plunderde en maakte slaven,â aldus Diego de Haedo.
Duizenden piraten sloten zich aan bij Barbarossa, die het jaar erop terugkeerde naar Algiers en de Spanjaarden verdreef. 3000 christenen werden gevangengenomen, en toen de Spaanse koning losgeld aanbood, doodde Barbarossa hen allemaal. De lichamen gooide hij in zee.
Ondanks de overwinning besefte Barbarossa dat hij een sterke bondgenoot nodig had om de Spanjaarden uit Noord-Afrika te houden, en net als Oruç zocht hij bescherming bij de sultan.
âHij stuurde een schip naar Constantinopel met een brief aan de Ottomaanse hoogheid, samen met kostbare geschenken, zijn hoogste ministers en zijn favoriete concubines,â vertelt De Haedo.
Sultan Selim I benoemde Barbarossa tot gouverneur, en de piraat vierde de overeenkomst door havensteden langs de Franse RiviĂšra te overvallen.

Een onbekende Europese schilder portretteerde Barbarossa in de 16e eeuw. Maar de kunstenaar had hem duidelijk nooit ontmoet en gaf hem een rode baard.
In 1520 volgde SĂŒleyman de Grote zijn vader op, en de nieuwe sultan wilde Europa ter zee aanpakken. Barbarossa moest daarbij een beslissende rol spelen.
Roofzuchtige ridders verdreven
Jarenlang hadden de Ottomanen hun bescheiden vloot bemand door onderdanen uit onderworpen gebieden op de Balkan onder dwang te rekruteren. Dit waren vaak Grieken, Albaniërs en Kroaten uit de bergen, die veelal geen ervaring hadden met het leven op zee.
Door de banden met Barbarossa aan te halen, kon de sultan profiteren van diens ervaring met gevechten op zee. Op advies van Barbarossa bouwde de sultan grote oorlogsschepen, zoals die van de Europeanen, en kleinere vaartuigen met een ramsteven en een paar kanonnen. De snelle galeien waren moeilijk te raken voor vijandelijke kanonnen.
SĂŒleymans nieuwe vloot werd bemand met ervaren piraten en kwam in 1522 voor het eerst in actie tegen de Orde van Sint Jan.
Deze orde op Rodos bestond uit piraten van het ergste soort, die Ottomaanse koopvaardijschepen kaapten en de buit meenamen naar hun vesting. SĂŒleyman de Grote schreef een brief aan de grootmeester van de ridders, Philippe de Villiers de LâIsle-Adam:
âMijn geduld is op. Ik heb genoeg van uw beledigingen, mijn volk heeft genoeg van uw overvallen. Geef mij Rodos en uw leven wordt gespaard. Kies oorlog, en u zult niet ontkomen.â
Toen de grootmeester niet reageerde, stuurde de sultan zijn nieuwe vloot met 100.000 troepen naar het eiland. Na een beleg van zes maanden volgden er onderhandelingen, waarna de orde Rodos moest verlaten.
Het oosten van de Middellandse Zee was nu in handen van de sultan, en macht op zee was destijds een belangrijke voorwaarde voor oorlogvoering. De weinige wegen waren slecht, dus kanonnen, soldaten en voorraden werden vaak per schip vervoerd.

Barbarossaâs schepen brachten onder meer de janitsaren, elitetroepen, naar Rodos.
Terwijl de paus tekeerging tegen SĂŒleyman en hem âeen vijand van Christusâ noemde, vielen de Ottomanen Hongarije binnen en belegerden ze in 1529 kortstondig Wenen. Maar na twee weken moesten ze opgeven en zich terugtrekken.
De Spaanse koning besefte dat het zaak was de Ottomanen op zee te verslaan. De koning was tevens keizer van het Heilige Roomse Rijk, dat naast Spanje ook Oostenrijk, delen van Duitsland, de Nederlanden, Zuid-Italië en koloniën in Amerika omvatte.
Mooie gravin wordt doelwit
Om SĂŒleyman te verzwakken, moest Barbarossa uitgeschakeld worden. In 1513 stuurde de keizer de Genuese admiraal Andrea Doria met 40 schepen naar Algerije om de piratenprovincie te veroveren.
1500 troepen bestormden de havenstad Cherchell, 85 kilometer ten westen van Algiers. Maar de soldaten vervielen tot plunderingen voor de stad volledig veroverd was, en Barbarossaâs piraten zetten een tegenaanval in die 900 Genuese levens kostte.
Kort daarna trok de christelijke vloot zich terug en kon Barbarossa zijn plundertochten voortzetten. Dat najaar viel hij de Spaanse Middellandse Zeekust en de eilanden bij Toulon in Zuid-Frankrijk aan.

Onder sultan SĂŒleyman de Grote (1520-1566) beheersten Ottomaanse schepen zowel de Middellandse Zee als de Rode Zee en de Perzische Golf.
In 1533 werd Barbarossa naar Constantinopel geroepen. De grootvizier, de tweede man van het rijk, adviseerde de sultan om de piraat tot kapudan-ı derya te maken, grootadmiraal:
âDit is een echte man van de zee. Benoem hem tot leider van de vloot.â
De piraat vierde de promotie met een gedurfde tocht: hij voer met 200 schepen de Golf van Napels binnen.
âDe arme christenen, die zich veilig waanden, waren totaal verrast. Veel steden, dorpen en boerderijen werden geplunderd, en talloze mannen, vrouwen, kinderen en babyâs aan hun moeders borst werden in erbarmelijke gevangenschap gevoerd,â schrijft Diego de Haedo.
Het was Barbarossa niet alleen te doen om slaven voor de slavenmarkt van Constantinopel, hij wilde ook de mooiste vrouw van Europa gevangennemen, Giulia Gonzaga.
De 21-jarige gravin van Fondi zou een geschenk zijn voor de sultan, maar ze ontsnapte, hoewel de piraten haar woonplaats âs nachts omsingelden. Ze zou halfnaakt op een paard zijn gesprongen en een Ottomaanse soldaat omver hebben gereden.

Giulia Gonzaga werd al jong weduwe toen haar man, de graaf van Fondi, overleed. Geruchten over haar schoonheid en intelligentie bereikten Constantinopel.
Barbarossa was woest, maar de reis had nog een belangrijker doel: hij wilde de kalief van Tunesië in slaap sussen met een stroom geruchten over zijn lange plundertocht in Italië. Dat plan slaagde.
In augustus 1534 dook de grote vloot van Barbarossa plotseling op bij de stad Tunis, en de kalief vluchtte.
Barbarossaâs jarenlange wraaktocht kostte de Rooms-Duitse keizer uiteindelijk zo veel dat hij twee jaar later de piraat probeerde over te halen om over te lopen. Hij stuurde een gezant naar Algiers om de piraat om te kopen of te vermoorden.
Zoals altijd was Barbarossaâs antwoord kort en duidelijk: met zijn kromsabel onthoofdde hij de gezant.
Na de zege op de grote christelijke vloot bij Preveza in 1538 stond de grootadmiraal op de toppen van de macht. Hij was de meest gevreesde man op de Middellandse Zee en een van de hoofdredenen dat de Rooms-Duitse keizer in 1544 een vernederend vredesverdrag moest sluiten met SĂŒleyman.

Barbarossa werd in Constantinopel begraven in een mausoleum ontworpen door de grote Ottomaanse architect Mimar Sinan.
Barbarossa was inmiddels 66 jaar en besloot dat het genoeg was geweest. Hij liet een paleis bouwen in Constantinopel. Bij zijn dood in 1546 zond het hof van de sultan een mededeling uit:
âDe leider van de zee is dood.â