Meesterscheepstimmerman Gerrit Claesz. Pool kijkt naar alle bedrijvigheid op de grootste werf van de Nederlanden als twee Engelse timmer-lieden hem aanspreken.
Ze vragen of het klopt dat de Russische tsaar zelf, Peter de Grote, in het diepste geheim op de werf werkt als scheepstimmerman.
Pool glimlacht en roept naar een stel mannen met de rode jas en witte broek van een timmerman: ‘Gezel Peter, help de anderen eens die balk op te tillen!’
De man knikt en gaat op een groepje arbeiders af die een zwaar stuk hout proberen op te tillen. In Rusland krijg je de doodstraf als je het waagt de tsaar zo aan te spreken, maar de 24-jarige meester-timmerman heeft speciale toestemming.
Peter de Grote is in de late zomer van 1697 naar de Republiek gekomen om te leren hoe je oorlogsschepen bouwt, en de tsaar wenst geen aparte behandeling: hij wil juist in de anonimiteit blijven.
Maar nieuwsgierigen en kwajongens dreigen roet in het eten te gooien nog voordat de studiereis echt is begonnen.
Tsaar wil Zweden verslaan
Toen Peter in 1682 de Russische troon erfde, was hij pas 10 jaar, en zijn moeder Natalja Narysjkina regeerde dan ook in zijn naam. Pas toen zij in 1694 stierf, kon de 22-jarige Peter aan zijn levenswerk beginnen.
Hij wilde het achterlijke Rusland moderniseren naar Europees voorbeeld en er een grootmacht van maken, zowel te land als ter zee.
Al twee jaar later won Peter zijn eerste veldslag: 145.000 Russen verdreven de Ottomanen uit de stad Azov, zo’n 600 kilometer ten oosten van de Krim.
De eerste Russische overwinning in 30 jaar was mogelijk doordat de onbeduidende vloot buitengewoon slim werd ingezet.
30 kleine schepen, galeien en pramen sloten de haven af terwijl de infanterie aanviel. Maar om de rest van de Zwarte Zee in handen te krijgen, had de tsaar moderne oorlogsschepen nodig.
Ook in de Oostzee wachtte een uitdaging: daar waren de Zweden heer en meester. Als onderdeel van zijn plan bereidde Peter in het diepste geheim een reis voor.
‘De tsaar wil alleen het land uit om lol te maken.’ Bericht van Oostenrijkse spion, 1697
Hij wilde Europese landen achter zich scharen voor een offensief tegen het Ottomaanse Rijk en tegelijkertijd alles over scheepsbouw leren van de grootste zeevarende naties van die tijd: Engeland en de Republiek der Nederlanden.
In januari 1697 selecteerde Peter 250 landgenoten voor zijn gevolg, waardoor de Russische elite op de hoogte kwam van zijn plan.
Het idee wekte veel beroering: er was nog nooit een Russische tsaar in vredestijd naar het buitenland gereisd, en de adel vroeg zich af wie in plaats van Peter zou regeren.
Waarom hij onder een schuilnaam reisde en wat het doel van de reis was, wist niemand. Een Oostenrijkse spion in Moskou schreef naar zijn vaderland: ‘De tsaar wil alleen het land uit om lol te maken. De reis heeft geen serieus doel.’
Maar de spion onderschatte de jonge tsaar, die zo graag een echte zeemacht wilde opbouwen dat hij persoonlijk alles over scheepsbouw wilde leren.
Daartoe moest hij incognito reizen, want anders zou hij telkens op audiëntie moeten bij de Europese koningen en worden uitgenodigd voor galadiners en partijen.
Tsaar duikt onder in Nederland
In maart 1697 verliet een konvooi van sledes Moskou: de Grote Ambassade. Het reisgezelschap telde diplomaten, edelen, priesters, tolken, secretarissen, muzikanten, koks, vier dwergen, 70 soldaten en de ruim 2 meter lange tsaar, die zich Peter Michailov noemde.
Na een lange, moeizame reis stonden de Russen in augustus aan de grens van de Republiek. De tsaar kocht meteen een rivierboot en ging met een paar raadgevers vooruit.
Peter was al een tijdlang gefascineerd door Nederland en zijn twee miljoen inwoners, die 4000 schepen hadden gebouwd en de handel wereldwijd beheersten.
Nederlanders in Russische dienst hadden Peter verteld over Zaandam, waar de werven maar liefst 350 schepen per jaar afleverden. Die plaats wilde hij met eigen ogen zien.
In die stad waren de scheepsbouwers naar verluidt zo goed dat ze maar vijf weken deden over een groot schip. Op zondag 18 augustus stond Peter op de voorsteven van een bootje dat over een kanaal naar Zaandam voer.
Plotseling herkende hij iemand op de kade. Het was Gerrit Kist, een smid die Peter had ontmoet toen hij in Rusland werkte.
De tsaar wilde ingekwartierd worden in het huis van Kist, die een inwonende weduwe op straat moest zetten om zijn hoge gast onderdak te kunnen bieden.
‘Peter Michailov’ kocht gereedschap en ging in de leer als scheepstimmerman op een werf in Zaandam.
Peter hielp de timmermansleerlingen en vroeg de meestertimmerman van de werf uit over allerlei details van de scheepsbouw. ’s Avonds ging de tsaar op bezoek bij mensen met familieleden die in Rusland werkten.
‘Ik ben ook timmerman,’ verkondigde hij trots. De volgende dag kocht Peter een roeiboot, waarop hij flink afdong – zoals het een echte Nederlander betaamt. De boot kostte 40 gulden, en na de deal ging de tsaar met de verkoper de kroeg in.
Hoewel Peter het grootste deel van zijn gevolg naar andere steden had gestuurd en maar zeven Russen bij zich had, lekte het nieuws over zijn bezoek al snel uit.
Na een paar dagen wist iedereen in Zaandam dat er een hooggeplaatst heerschap in de stad was, maar wie het was, was nog niet duidelijk.
Toen Peter op een dag een zak pruimen deelde met een groep jongens, maar niet genoeg had voor iedereen, werd hij met appels, peren, stenen en graszoden bekogeld. De tsaar rende de herberg De drie zwanen binnen en liet de burgemeester komen.
Voor zijn eigen veiligheid vertelde hij wie hij was, en de burgemeester liet meteen verkondigen dat de baldadige jeugd niet meer mocht ‘gooijen met steenen en veelderhande vuijlicheijdt, op de hooghste boeten en straffen’.
Het gerucht dat de ‘czaarce maijesteijt’ in Zaandam was, ging als een lopend vuurtje door het land, en in Amsterdam en Den Haag werd gewed of het waar was.
Na vijf dagen kon Peter niet meer ongestoord over straat in Zaandam. Hij had een nieuwe boot gekocht en was een proefvaart aan het maken, maar werd hinderlijk ‘gevolcht van veele andere Saandammer boeijerjachten’.
Zodra de tsaar aan land ging, werd hij belaagd door een menigte, ‘nieuwgierigh zijnde om den groot vorst te zien’.
Woedend gaf hij iemand een klap voor zijn kop, waarna het slachtoffer gefeliciteerd werd dat hij tot ridder was geslagen.
Toen Peter de volgende dag naar de werf kwam, zaten de mensen zelfs op de daken. Om van de opdringerige meute af te komen, toog hij naar Amsterdam.
Nederland bouwde ’s werelds beste schepen
Het was geen toeval dat de tsaar juist naar de Republiek kwam om schepen te leren bouwen. Het kikkerlandje was een grote zeemacht.
In Amsterdam werd de tsaar ontvangen door burgemeester Nicolaes Witsen, een avonturier en schepenfanaat. Hij toonde Peter zijn collectie modelschepen en navigatie-instrumenten, waarna de twee elkaar bijna dagelijks spraken.
De burgemeester wist wel waar zijn hoge gast terechtkon: de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) bouwde haar schepen op een ommuurde werf.
Een paar dagen later betrok Peter het huis van de touwslager op de werf, en om hem de kneepjes van het vak bij te brengen, werd de kiel van een heel nieuw fregat gelegd.
Gerrit Claesz. Pool nam de tsaar onder zijn hoede en legde geduldig uit hoe alles in zijn werk ging. Na een lange werkdag trok de tsaar zich terug in zijn huisje, waar hij zelf zijn potje kookte.
Maar hij was niet vergeten dat hij een machtig man was. Toen hij vernam dat twee Russen tegen de Nederlanders over hem hadden geklaagd, veroordeelde hij hen ter dood.
De Amsterdamse burgemeester herinnerde hem er echter aan dat hij in de Republiek die bevoegdheid niet had, en de twee Russen werden verbannen.
Op zijn vrije dagen bezocht de tsaar zaagmolens, spinnerijen en botanische tuinen. Hij zag overal dingen die hij niet kende uit Rusland en wilde precies weten hoe alles werkte.
Peter leerde over architectuur, maakte kennis met de uitvinder van een brandspuit en besprak vestingbouw met een baron.
Terwijl hij de ontleding van een lijk bijwoonde in Leiden, gaven enkele leden van zijn gevolg blijk van hun walging. Daar kregen ze spijt van: de tsaar dwong hen in het lijk te bijten.
In september trof Peter Willem III van Oranje, stadhouder van de Republiek en koning van Engeland.


Peter de Grote had zelf meegebouwd aan het oorlogsschip Amsterdam.
Met een klein jacht volgde de tsaar zijn schip tijdens de eerste vaart naar Rusland.
Ze konden goed met elkaar opschieten, maar toen de tsaar hulp vroeg bij het bouwen van 70 oorlogsschepen en 100 galeien om tegen de Ottomanen in te zetten, kreeg hij nul op het rekest.
De Republiek was zelf een leger aan het opbouwen en kampte nog met de gevolgen van het rampjaar 1672. Om de tsaar op te vrolijken trakteerde de beroemde admiraal Gilles Schey de tsaar op een spiegelgevecht.
Twee linies schepen en sloepen lagen tegenover elkaar en de kanonnen en musketten werden geladen met losse flodders. Op het teken van de admiraal barstte de hel los.
Peter keek toe vanaf een jacht en wilde zo dicht mogelijk bij de actie zijn. Volgens de admiraal bevond de tsaar zich in een ‘nauwelijks te beschrijven staat van verrukking’.
Tsaar verwezenlijkt zijn droom
Negen weken later was de romp van het fregat waaraan Peter had meegebouwd voltooid. Voordat het op 16 november 1697 te water werd gelaten, schonk burgemeester Witsen het schip aan de tsaar. Die was diep ontroerd en doopte het de Amsterdam.
Maar de vorst was nog blijer met de brief die hij van zijn leermeester Pool kreeg. Daarop stond dat Peter Michailov een volleerd scheepstimmerman was.
De tsaar bleef tot 6 januari 1698 in Amsterdam. Ten afscheid gaf hij een feest, waarop hij de meeste Nederlanders onder de tafel dronk. Ook voor zijn 250-koppige gevolg was de reis een succes geweest.
Maar liefst 640 Nederlanders gingen naar Rusland om te assisteren bij de opbouw van de Russische vloot.
‘Wie had kunnen bevroeden dat we de Oostzee zouden bedekken met schepen die we zelf hebben gebouwd?’ Peter de Grote, 1714
De tsaar deed ook Engeland, Duitsland en Oostenrijk aan op zijn grand tour, en op 5 september 1698 keerde hij met zijn konvooi terug naar Moskou, waar hij de opgedane kennis onmiddellijk in praktijk bracht.
Binnen een paar maanden had hij een zeevaartschool in het leven geroepen en werkten er duizenden mensen op nieuwe scheepswerven.
De nieuwe schepen bewezen hun waarde echter niet in de Zwarte Zee, maar in de Oostzee. In 1700 begon de Grote Noordse Oorlog, waarin Russische fregatten en kanonneerboten korte metten maakten met de Zweedse vloot.
Toen de Russische schepen in 1714 hun eerste grote zege behaalden in de Zeeslag bij Gangoet, was de tsaar zo trots als een pauw.
Tijdens een rede in Sint-Petersburg zei Peter de Grote: ‘Vrienden! Wie had toch 20 jaar geleden kunnen bevroeden dat we de Oostzee zouden bedekken met schepen die we zelf hebben gebouwd, of dat we deze stad zouden bouwen op grond die we op onze Zweedse vijanden hebben veroverd?’
Diplomatieke missie was een fiasco vanjewelste
Peter wilde niet alleen schepen bouwen, maar ook de Europese landen opzetten tegen de Ottomanen. Maar daar slaagde hij niet bepaald in.
Peter de Grote probeerde tijdens zijn reis in 1697 en 1698 landen zo ver te krijgen dat ze zich aansloten bij de Heilige Liga, een verbond tussen staten die tegen de Ottomanen vochten.
Maar Peter wist geen enkele Europese vorst over te halen. Toen een van de landen van de Liga, het Habsburgse Oostenrijk, een jaar later apart vrede sloot met de Ottomanen, viel het bondgenootschap uit elkaar.
Een teleurgestelde Peter de Grote kon de Krim en het Zwarte Zeegebied op zijn buik schrijven. Pas in 1764 lijfde Catharina de Grote deze gebieden in bij het Russische Rijk.