Stedengids: Tsarenstad Sint-Petersburg
Peter de Grote, de machtigste Russische tsaar, stichtte de stad in het westen als een venster op Europa. 200 jaar lang ontwikkelde de havenstad en nieuwe hoofdstad zich tot de parel van het rijk. Print de gids naar Sint-Petersburg of maak de interactieve tour met Google Earth.

Peter de Grote stichtte een stad naar West-Europees model. De nieuwe hoofdstad moest Rusland openen naar het Westen.
Peter de Grote was op zijn tiende al tsaar en was voorbestemd om zijn hele leven achter de muren van het Kremlin in Moskou te slijten. Maar de jonge heerser vond de conservatieve hoofdstad maar niets. Hij werd geboeid door wetenschap, scheepvaart en scheepsbouw – lastig voor een tsaar op een troon honderden kilometers van open zee in een verouderd rijk.
In 1700 brak de Grote Noordse Oorlog uit en drie jaar later verdreven de Russen de Zweden uit het gebied ten zuiden van de Finse Golf. En zo kon Peter de Grote een droom realiseren: een havenstad bouwen die Rusland toegang verschafte tot het moderne West-Europa, dat hij mateloos bewonderde. Goederen, kennis en nieuwe ideeën zouden toestromen en het ingedutte vaderland moderniseren. De veroverde regio bij de Neva-rivier was echter één groot moeras, slechts bewoond door enkele Finse vissers. De tsaar liet duizenden dwangarbeiders, boeren en Zweedse krijgsgevangenen bomen rooien en heipalen de grond in slaan, zodat er gebouwd kon worden.
Peter de Grote noemde de stad naar zijn schutspatroon, de apostel Petrus, en maakte in 1712 Sint-Petersburg tot hoofdstad van het rijk. Op reizen door Europa had hij de paleizen van Venetië, de grachten van Amsterdam en de baroktuinen van Frankrijk gezien, en deze westerse inspiratie moest vorm krijgen in Sint-Petersburg. De tsaar gaf gedeporteerde edelen de opdracht om de meest indrukwekkende paleizen neer te zetten aan de grachten van de stad, en Peters opvolgers gaven de opdracht voor het luisterrijke Winterpaleis.
Bijna 200 jaar was het paleis de thuisbasis van de tsarenfamilie. Vanaf hier bestuurden de autocraten hun rijk, dat zich duizenden kilometers oostwaarts uitstrekte. Maar er ontstond verzet. De tsaren, de steenrijke adel en de gehate grondbezitters raakten hun grip op de onderklasse kwijt, ondanks kleine hervormingen. In maart 1917 dwongen de oproerlingen de laatste tsaar af te treden en Sint-Petersburg te verlaten. Lenin greep de macht en Moskou werd weer de hoofdstad van Rusland. Maar Peters levenswerk bleef bestaan.