In zijn laatste levensjaren trok de eerder zo sterke dictator zich steeds meer terug.
Van 1946 tot zijn dood hield Stalin maar drie toespraken en zat hij de helft van de tijd in zijn zomerhuis in Georgië.
Stalin was bang voor artsen
Stalin vertrouwde artsen voor geen cent, en in 1952 was zijn paranoia op het toppunt.
De dictator wist zeker dat joodse artsen een complot beraamden om communistische leiders om het leven te brengen.
Honderden artsen werden opgepakt en gedwongen de samenzwering te bekennen. Stalin stierf echter voor de processen begonnen, en alle artsen werden vrijgesproken.