Fjodor Dostojevski (1821-1881) is een van de grootste Russische schrijvers ooit. Hij schreef onbetwiste literaire meesterwerken als De idioot, Midaad en straf en De gebroeders Karamazov.
Dostojevski’s privéleven was echter bepaald geen succesverhaal. Armoede, tragische sterfgevallen, ziekte en een gokverslaving achtervolgden hem zijn leven lang.
Maar ondanks die vele persoonlijke tragedies vond de auteur toch de motivatie en de kracht om zijn dikke romans te schrijven, waarbij hij vaak als een bezetene zat te werken.
Lees hier meer over het ongelooflijke leven en schrijverschap van Dostojevski.
Inhoud
Dostojevski wordt opnieuw geboren
Op 22 december 1849 staat de 28-jarige Fjodor Dostojevski op het Semjonovskiplein in Sint-Petersburg te wachten op zijn einde.
Acht maanden geleden zijn het aanstormende schrijverstalent en drie van zijn vrienden gearresteerd voor het lezen en bespreken van buitenlandse literatuur en filosofie. Onder het autocratische tsarenbewind zijn artikelen en boeken uit West-Europa verboden vanwege potentieel ondermijnende ideeën.
Dostojevski’s vrienden staan geboeid en met een zak over hun hoofd tegen houten palen. De officier leest het doodvonnis voor en het vuurpeloton legt aan. Een paar seconden later zijn zijn vrienden dood en is Dostojevski zelf aan de beurt.

Op 22 december 1849 stond Fjodor Dostojevski met drie schrijversvrienden geboeid te wachten op de dood. Dostojevski zou als laatste worden geëxecuteerd, maar hij kreeg onverwacht gratie.
Maar dan gebeurt er een wonder: een boodschapper van tsaar Nicolaas I rijdt het plein op en blaast de executie af. Op het laatste moment wordt het doodvonnis omgezet in vier jaar dwangarbeid in een werkkamp in Siberië, gevolgd door zes jaar gedwongen militaire dienst.
‘Mijn leven begint vandaag. Ik ben opnieuw geboren in een nieuwe vorm,’ schreef Dostojevski over de ervaring.
Slechts weinig mensen krijgen een tweede kans in het leven, en Dostojevski wilde die grijpen. De rest van zijn leven zette hij zich in om de grootste Russische schrijver ooit te worden.
Vader wordt dood gevonden in sloot

Het Mariinski-ziekenhuis in Moskou, waar Fjodor Dostojevski op 11 november 1821 werd geboren. Zijn vader Michail Andrejevitsj Dostojevski werkte als armenarts in het ziekenhuis, waar nu een van de vele Russische Dostojevski-musea is gevestigd.
De Amerikaanse schrijver Ernest Hemingway kreeg eens de vraag wat de beste training was om een groot schrijver te worden. ‘Een ongelukkige jeugd,’ antwoordde hij.
Als dat klopt, was het schrijverschap van Fjodor Dostojevski voorbestemd.
Hij werd op 11 november 1821 geboren in het Mariinski-ziekenhuis in Moskou als tweede zoon in een gezin van uiteindelijk acht kinderen.
Zijn liefde voor boeken ontstond toen zijn moeder hem als jongetje De vertellingen van duizend-en-één-nacht voorlas. Later hield hij vooral van de Russische dichter Aleksandr Poesjkin.
De kleine Fjodor had genoeg reden om in de wereld van de literatuur te willen vluchten. Zijn vader was een nare man, streng en opvliegend, en zijn moeder een kwetsbare vrouw, die aan tbc overleed toen Fjodor een tiener was.
Na de dood van Fjodors moeder greep zijn vader naar de fles, en op 16 juni 1839 werd hij dood aangetroffen in een sloot. Officieel was hij overleden aan een hartstilstand, maar er gingen geruchten dat hij na een hevige ruzie door zijn lijfeigenen zou zijn vermoord.
Op dat moment studeerden Fjodor en zijn oudere broer Michael (daartoe gedwongen door hun vader) aan de militaire academie in Sint-Petersburg. Fjodor maakte de opleiding tot ingenieur in 1843 af en kreeg al snel een aanstelling als eerste luitenant.
Slechts twee jaar later nam hij ontslag, op zijn 23e. Hij had geen interesse in de genie, maar wilde zich richten op het menselijk bestaan. Zoals hij het in een brief aan zijn broer verwoordde:
‘De mens is een raadsel. Dit raadsel moet worden opgelost, en als je daar je hele leven mee bezig bent, is je werk nooit tevergeefs. Ik houd me bezig met dit raadsel omdat ik een mens wil zijn.’

Tsaar Alexander II overleefde vijf mislukte aanslagen, maar de zesde werd hem fataal. Dit is een illustratie van de derde aanslag in 1879, toen hij op zijn dagelijkse wandeling rond zijn paleis in Sint-Petersburg werd aangevallen door een man met een pistool.
19e-eeuws Rusland was steeds in conflict met zichzelf
De Russische schrijver Fjodor Dostojevski leefde in een tumultueuze tijd van grootscheepse repressie, gewelddadige opstanden en ideologische machtsstrijd.
Boeren deden slavenarbeid
Terwijl de industrialisatie vanaf halverwege de 18e eeuw een omwenteling teweegbracht in het grootste deel van Europa, was zo’n 85 procent van de Russische bevolking in Dostojevski’s tijd nog altijd boer. De boeren hadden generaties in lijfeigenschap geleefd – ze waren eigendom van de landeigenaar, die met hen kon doen wat hij wilde.
De Russen leefden onder totalitair bewind
Terwijl zich in West-Europa langzaam democratieën ontwikkelden, verstevigde tsaar Nicolaas I (1825-1855) zijn totalitaire greep op Rusland. Westerse filosofie en literatuur werden verboden, en ‘eurofiele’ Russen, die wilden dat Rusland meer richting West-Europa ging, werden hard aangepakt.
Communisten en nihilisten verdeelden Rusland
In de tweede helft van de 19e eeuw wonnen twee stromingen in Rusland terrein: het goddeloze, sombere nihilisme en het nieuwe, van buiten komende communisme. In 1881 vermoordden Russische rebellen tsaar Alexander II, maar de communisten, geleid door Lenin, gaven met de Russische Revolutie van 1917 het tsarenbewind de doodsteek.
Debuut maakte Dostojevski tot een sensatie
In 1845 publiceerde Fjodor Dostojevski zijn eerste roman, Arme mensen. Hij was in één klap een literaire sensatie en behoorde al snel tot de inner circle van de jonge, liberale schrijvers van Sint-Petersburg.
Elke vrijdag kwamen ze bij de revolutionaire Michail Petrasjevski bijeen om literatuur te lezen en erover te praten. De zogeheten Petrasjevski-kring was vooral geïnteresseerd in West-Europese essays en boeken, die in het autocratische Rusland verboden waren vanwege hun ondermijnende ideeën.
In 1849 kwam er een einde aan de boekenclub. De geheime politie van Nicolaas I had de kring geïnfiltreerd en genoeg bewijs verzameld om de jonge schrijvers te kunnen arresteren.
Op 23 april om 4.00 uur ’s ochtends werd Dostojveski van zijn bed gelicht. Acht maanden later werd hij ‘opnieuw geboren’ na zijn afgelaste executie op het Semjonovskiplein en naar een werkkamp in Siberië gestuurd. Hier begon de zwaarste tijd van zijn leven.
Angstaanvallen en aambeien in het werkkamp

Een werkkamp in Siberië in 1891, enkele decennia na Dostojevski’s verblijf van 1850-1854.
Op 23 januari 1850 arriveerde Fjodor Dostojevski met ketens aan zijn voeten in het Siberische Omsk. De komende vier jaar zou een koude, vochtige barak met schimmelende houten wanden zijn huis zijn.
‘De viezigheid lag centimeters dik op de vloer. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat was het onmogelijk om je niet als een varken te gedragen,’ schreef hij erover.
Het was een ellendige tijd. Dostojevski had regelmatig angstaanvallen, sliep maar vier à vijf uur per nacht en had ook nog eens veel last van aambeien.
Het ergste vond hij dat hij niet meer kon schrijven. Zoals hij het later met gevoel voor drama verwoordde: ‘Het leven kan pas doorgaan als ik weer word gepubliceerd!’
In februari 1854 kwam Dostojevski vrij. Nu volgde zes jaar militaire dienst in de buurt van Semipalatinsk (nu Semej in Kazachstan) – een gebied dat zo verlaten is dat de Sovjet-Unie het later gebruikte voor kernproeven.
In Semipalatinsk werd Dostojevski verliefd op de 28-jarige weduwe Maria Isajeva, met wie hij in 1857 trouwde. Tijdens hun huwelijksnacht kreeg Dostojevskie een ernstige epileptische aanval. Er zouden er nog vele volgen.
Dostojevski’s epilepsie

Illustratie van een epileptische aanval in een wetenschappelijke publicatie uit 1897.
Freud noemde Dostojevski’s epilepsie ‘hysterie’
In 1928 schreef de beroemde psychoanalyticus Sigmund Freud het essay ‘Dostoevsky and Parricide’.
Daarin betoogde hij dat de epilepsie van de beroemde Russische schrijver slechts een symptoom was van Dostojevski’s ‘neurose’, die Freud classificeerde als hystero-epilepsy – ofwel een zware vorm van hysterie.
Inmiddels hebben de meeste neurologen Freuds diagnose-op-afstand van Dostojevski’s stoornis verworpen.
Het is onzeker aan welke vorm van epilepsie de auteur precies leed, maar deskundigen vermoeden dat de aanvallen ontstonden in de temporale kwab.
Dit hersencentrum houdt zich bezig met het verwerken van geluidsindrukken, taal en geheugen.
In zijn aantekeningen beschrijft Dostojevski dat zijn geheugen na de toevallen slechter was, wat erop duidt dat de epilepsie ontstond in het deel van de hersenen dat betrokken is bij het geheugen.
Dostojevski bezocht meerdere artsen, maar niemand kon hem van zijn epilepsie afhelpen.
Tegenwoordig zijn er medicijnen die de aanvallen van de schrijver waarschijnlijk hadden kunnen verlichten of helemaal kunnen stoppen.
Nieuwe tsaar versoepelt censuur
Het huwelijk met Maria Isajeva kwam de schrik van Dostojevski’s toevallen nooit te boven. Maria voelde zich bedrogen omdat ze met een ‘invalide’ was getrouwd, en de relatie werd er niet beter op toen hun eerste dochter Sonja overleed toen ze nog maar drie maanden oud was.
Terwijl Dostojevski’s privéleven in het ijskoude Siberië scheurtjes vertoonde, bloeide zijn creativiteit juist weer op. Hij schreef onder meer over zijn ervaringen in het werkkamp, waaruit de roman Aantekeningen uit het dodenhuis zou voortkomen.
In 1859 werd Dostojevski uit het leger ontslagen vanwege zijn epilepsie. Samen met Maria en haar zoon uit haar eerdere huwelijk verhuisde hij naar Sint-Petersburg.
‘Het geheim van de menselijke existentie bestaat niet alleen in het feit dát hij leeft, maar tevens in de vraag waarvóór hij leeft.’ Dostojevski in de roman ‘De gebroeders Karamazov’
Rusland was veranderd in zijn afwezigheid. In 1855 was tsaar Nicolaas I overleden en nu zat zijn zoon Alexander op de troon.
De nieuwe tsaar was liberaler dan zijn voorganger en versoepelde onder meer de zware censuur. In dit mildere politieke klimaat besloten Fjodor Dostojevski en zijn broer Michail in 1861 het tijdschrift Vremja (De tijd) op te richten.
Eind 1864 werd Vremja verboden na publicatie van een tsaarkritisch artikel, geschreven door de auteur en filosoof Nikolai Strachov. Het tijdschrift werd opgedoekt en de broers Dostojevski bleven achter met een enorme schuld bij hun vele investeerders.
Kort daarna stierven Dostojevski’s vrouw en zijn broer Michail een paar maanden na elkaar, de eerste aan tbc en de tweede aan een leverziekte.
‘Mijn leven is in één jaar tijd gebroken,’ schreef hij in zijn dagboek.
Twee maanden om dikke pil te schrijven

Dostojevski’s werkkamer nagemaakt in zijn laatste woning in Sint-Petersburg. Rusland telt meerdere Dostojevski-musea. De klok rechts staat precies op het tijdstip waarop de schrijver stierf op 9 februari 1881.
Dostojevski was weer alleen – deze keer met een torenhoge schuld van in totaal 25.000 roebel (ongeveer 200.000 euro nu). En hij moest ook nog eens zijn stiefzoon en de weduwe en de vier kinderen van zijn broer onderhouden.
In deze chaos begon hij aan een van zijn beroemdste romans, Misdaad en straf, die in 1866 uitkwam. Datzelfde jaar sloot hij een van de slechtste deals uit de geschiedenis, met de beruchte uitgever Stellovski.
Dostojevski kreeg een voorschot van 3000 roebel als hij Stellovski de rechten zou geven om al zijn eerdere werk te publiceren. Tegelijk verplichtte de auteur zich ertoe om op 1 november 1866 een nieuwe roman te leveren.
Als Dostojevski de deadline miste, kreeg de uitgever de rechten om de komende negen jaar al Dostojevski’s werken te publiceren – voor niets.
Dostojevski had een idee voor een roman, die De speler zou gaan heten, over een gokverslaafde die zijn leven verspeelt. Het verhaal stond dicht bij zijn eigen leven.
Sinds een casinobezoek in Duitsland in 1863 was hij zelf verslaafd geraakt aan gokken, en het draaiende roulettewiel werd in de jaren daarna een verwoestende obsessie.
In september 1866 had Dostojevski nog geen letter op papier gezet van de roman die een kleine twee maanden later op Stellovski’s bureau moest liggen.
Stenograaf werd Dostojevski’s grote liefde

Dostojevski in 1876.
In paniek huurde Dostojevski een stenograaf in om de roman te schrijven terwijl hij die dicteerde.
De keus viel op de 20-jarige Anna Snitkina. De twee slaagden erin de roman binnen twee maanden tijd te voltooien, en op 1 november 1866 leverden ze hem in bij de uitgeverij – slechts een paar uur voor de deadline.
Tot dusver had de 45-jarige Fjodor Dostojevski weinig geluk gehad in het spel of in de liefde, maar met Anna Snitkina won hij de jackpot.
De twee werden verliefd en in 1867 trouwden ze. Ze kregen samen vier kinderen, van wie er echter twee op jonge leeftijd stierven.
De huwelijksreis ging naar Europa en zou drie maanden duren. Maar Dostojevski raakte weer in de greep van zijn gokverslaving en verspeelde al het geld voor de terugreis. Daardoor werd de huwelijksreis uiteindelijk vier jaar langer.
Vier meesterwerken van Dostojevski
De Russische auteur schreef enkele van de belangrijkste werken uit de wereldliteratuur. Deze vier romans van de meester mag je niet missen.

De beroemde – ‘Misdaad en straf’ (1866)
De roman wordt beschouwd als een van de grootste prestaties van de wereldliteratuur. Het is het verhaal van Rodion Raskolnikov, een arme student die zorgvuldig de roofmoord op een pandjesbaas plant. Het verhaal draait om grote thema’s als schuld, straf en schuldgevoel – of het gebrek daaraan.

De menselijke – ‘De idioot’ (1869)
Deze bijna actieloze pil van meer dan 800 bladzijden gaat over prins Lev Mysjkin, die zo goedhartig en liefdadig is dat hij het kwaad van anderen niet ziet. Iedereen beschouwt hem als ... een idioot. Net als Dostojevski zelf lijdt de hoofdpersoon aan hevige epileptische aanvallen.

De autobiografische – ‘Aantekeningen uit het dodenhuis’ (1860)
De meeste romans van Dostojevski putten uit zijn eigen leven, maar zelden zo openlijk als in het semi-autobiografische ‘Aantekeningen uit het dodenhuis’. De roman is gebaseerd op Dostojevski’s tijd in een werkkamp in Siberië, en zijn alter ego in het verhaal is de edelman Aleksandr Petrovitsj. De roman was Dostojevski’s terugkeer op het literaire toneel na 10 jaar onvrijwillig verblijf in Siberië.

De laatste (en beste?) – ‘De gebroeders Karamazov’ (1880)
Wie heeft Fjodor Karamazov vermoord? Die vraag staat centraal in Dostojevski’s laatste en meest ambitieuze werk, waarin verhaallijnen uit zijn andere grote romans zijn verweven. De lezer maakt kennis met disfunctionele families, liefdesverdriet en een bloedstollende rechtszaak. Voor veel mensen is dit het hoogtepunt van Dostojevski’s werk.
Dostojevski – bibliografie
Dostojevski was geweldig productief. Hij schreef romans, novellen en nog veel meer. Dit is een overzicht van zijn belangrijkste romans:
- 1846 – Arme mensen
- 1846 – De dubbelganger
- 1860 – Aantekeningen uit het dodenhuis
- 1861 – De vernederden en vertrapten
- 1864 – Aantekeningen uit het ondergrondse
- 1866 – Misdaaf en straf
- 1867 – De speler
- 1869 – De idioot
- 1870 – De eeuwige echtgenoot
- 1872 – Boze geesten
- 1875 – De jongeling
- 1880 – De gebroeders Karamazov
Dostojevski gaat bij tsaar op de thee
Dankzij een gulle lening van Dostojevski’s rijke tante konden Fjodor en Anna in de zomer van 1871 eindelijk terugkeren naar Sint-Petersburg.
Het jaar daarop verscheen Dostojevski’s roman Boze geesten, en vanaf 1876 gaf hij Dagboek van een schrijver uit als maandblad.
Net als hedendaagse columns en schrijversblogs bevatten deze publicaties Dostojevski’s persoonlijke observaties en meningen over de tijd en de maatschappij in een veranderend Rusland, waar de troon van de tsaar definitief wankelde.
Dagboek van een schrijver gaf de auteur eindelijk het massale succes waar hij zijn hele leven naar had verlangd. In 1878 werd hij zelfs uitgenodigd op de thee in het overdadige Winterpaleis van Alexander II.

Het Winterpaleis in Sint-Petersburg, waar Dostojevski mocht komen theedrinken met de tsaar. Nu zit hier een van de belangrijkste kunstmusea ter wereld: de Hermitage.
De publicatie van Dostojevski’s ambitieuze roman De gebroeders Karamazov in 1880 bekrachtigde zijn status als een van de grootste schrijvers van Rusland. Hij zou echter niet lang van de roem genieten.
Op 9 februari 1881 stierf hij aan een longontsteking en aan de epilepsie die hem zo lang geplaagd had. Hij werd 59 jaar.
Dostojevski was zijn leven lang bezig geweest met het raadsel van het menselijk bestaan, en in een beroemde passage uit De gebroeders Karamazov kwam hij met het antwoord:
‘Het geheim van de menselijke existentie bestaat niet alleen in het feit dát hij leeft, maar tevens in de vraag waarvóór hij leeft.’