Apenleger moest Sovjet-Unie onoverwinnelijk maken
Een dam om de Noordpool te smelten, eeuwige jeugd en een leger van aapmensen. De Sovjet-Unie probeerde jarenlang de natuur de baas te worden. Meestal kon dit geen kwaad, maar soms leidde het tot rampen en hongersnood.

De Sovjetleiders hadden de wildste plannen voor het in stand houden van de Sovjet-Unie, waaronder medische experimenten en soldatenmutanten.
Wintertarwe: Sovjets hadden niets geleerd van Darwin
Met een nieuw soort supergraan hoefden de Sovjetburgers nooit meer honger te lijden, beloofde de landbouwkundige Trofim Lysenko, die in de jaren 1930 beweerde het hele jaar door graan te kunnen verbouwen in het ijzige Siberië.
Met het uitgangspunt van het plan van Lysenko was niets mis: op de boerderij van zijn vader had hij proeven gedaan door zaadjes aan kou bloot te stellen (vernalisatie).
Hij begroef ze in de sneeuw en ontwikkelde zo wintertarwe, die in de herfst gezaaid werd en in de winter onder de grond bleef. Dit gaf een grotere opbrengst.
Tot zo ver niets aan de hand. Maar Lysenko dacht dat het zaad van de wintertarwe had ‘geleerd’ om in de kou te groeien.
Hij wilde – net als de Sovjetleiding – niets weten van de leer van Charles Darwin, die stelt dat genetische aanpassingen vele generaties kosten.
Toen het zaad dat Lysenko had gezaaid de vorst niet overleefde, brak er weer een hongersnood uit.