U.S Marshals temden het Wilde Westen

Overvallen en moordpartijen zijn aan de orde van de dag in het Indian Territory, maar in 1874 moeten 200 U.S. Marshals orde brengen. Onder de ruige agenten is een voormalige slaaf, die al snel de ergste nachtmerrie van de outlaws wordt.

© Three Rivers Museum & University of Oklahoma & Garret Scott & Getty Images & Relativity Media/Tree Line Film/Lionsgate Entertainment

De kleine zilveren ster met het opschrift United States Marshal is het enige wat verraadt dat de zwarte ruiter op het witte paard een man van de wet is.

Bass Reeves rijdt rustig door de beboste Cherokee-heuvels terwijl hij zijn ogen goed de kost geeft. Hij weet dat de bandiet Bob Dozier en een van diens kompanen een paar uur geleden door deze streek zijn gekomen, en Reeves wil van deze dag in 1878 de laatste maken dat Dozier vrij rondloopt.

De misdadiger heeft drie onschuldigen gedood tijdens zijn vele veediefstallen en bank- en treinroven, maar tot nu heeft geen marshal hem weten aan te houden.

Als een hoosbui vlak na zonsondergang alle sporen uitwist, besluit Reeves om zijn kamp op te slaan voor de nacht. In de stromende regen rijdt hij een kloof in, die slechts wordt verlicht door de snel op elkaar volgende bliksemflitsen.

Bass Reeves pakte meer dan 3000 misdadigers op in zijn tijd als U.S. Marshal.

© Three Rivers Museum & University of Oklahoma & Garret Scott

Hij heeft echter de bodem nog niet bereikt of er vliegt een kogel vlak langs zijn hoofd. Reeves werpt zich plat in de modder, zoekt dekking achter een paar bomen en trekt zijn krachtige Colt-revolver.

Na een paar doodstille minuten ziet hij een schim de helling op rennen, en snel schiet Reeves twee keer. Maar daardoor geeft hij zijn positie prijs, en de geheimzinnige figuur schiet terug.

Reeves rolt opzij en doet of hij dood is. Een tijdje hoort hij alleen het geluid van de regen en de donder, maar dan komt te schutter tevoorschijn.

Als de bliksem de kloof verlicht, weet Reeves het zeker: het is Bob Dozier, een van de ergste misdadigers die er in het Wilde Westen rondlopen.

Reeves zet voorzichtig zijn revolver op scherp en wacht tot Dozier vlakbij is. Dan springt hij fluks overeind, richt zijn wapen op het hoofd van de bandiet en draagt hem op zijn pistool te laten vallen.

Dozier valt bijna achterover van de schrik en probeert als eerste te vuren. Maar Reeves is sneller. De U.S. Marshal vuurt een dodelijk schot af dwars door de keel van de moordenaar.

Dood of levend

Bob Dozier was maar één van de duizenden criminelen die de U.S. Marshals te pakken kregen in het Indian Territory in het huidige Oklahoma.

Tussen 1874 en 1907, toen Oklahoma een staat werd en daarmee zijn eigen politiekorps en rechtbanken kreeg, was de handhaving van de wet in handen van de marshals.

Bass Reeves was er al die tijd bij en schreef het record voor het aantal aanhoudingen en gedode verdachten op zijn naam.

Arrestanten konden wel een maand in deze wagen zitten. Overdag was het stikheet, ’s nachts ijskoud.

© Getty Images

Arrestanten gingen door een hel

In 1874 heerste er wetteloosheid in het territorium, en het werd zo erg dat de opperhoofden president Grant verzochten om in te grijpen.

Indianen mochten namelijk uitsluitend hun eigen mensen oppakken en berechten, waardoor blanke en zwarte gelukszoekers en veteranen van de burgeroorlog erop los konden moorden en roven.

President Grant bedacht een oplossing: blanke en zwarte misdadigers zouden door U.S. Marshals gearresteerd en naar een rechtbank in Arkansas gebracht worden, net buiten de grenzen van het territorium.

Isaac Parker, een rechter die bekendstond om de zware straffen die hij oplegde, werd naar Fort Smith in Arkansas gestuurd, waar hij 200 U.S. Marshals aannam om in het 192.000 km² grote gebied te werken.

Deze taak was de U.S. Marshals op het lijf geschreven. Als politiekorps van de federale rechtbanken hadden ze al veel ervaring met het oppakken van boeven en het afleveren van dagvaardingen.

Maar er was een groot verschil tussen ordelijke gebieden als Massachusetts en het wetteloze en dun bevolkte Indian Territory.

Hoewel zwarten als Bass Reeves toegelaten werden tot de U.S. Marshals, zaten ze op foto’s op de onderste rij.

© Three Rivers Museum & University of Oklahoma & Garret Scott

Zwarte marshals waren gewild

Elke marshal was verantwoordelijk voor een gebied zo groot als de huidige provincie Utrecht, en de agenten moesten op hun hoede zijn voor schietgrage gekken en op wraak beluste indianen.

In 1875 sprak Parker zijn nieuwe marshals toe in Fort Smith, waarbij hij de beroemde woorden sprak: ‘Neem ze te grazen – dood of levend.’

Reeves leeft tussen de indianen

Onder de 200 enthousiaste, nieuwe agenten was één zwarte Amerikaan: de 1,90 meter lange Bass Reeves.

Zijn collega’s gaven hem niet veel kans in de wildernis, maar de 37-jarige Reeves was waarschijnlijk geschikter voor een bestaan als marshal dan wie ook. Hij was geboren als slaaf in Arkansas en droeg de achternaam van zijn eigenaar.

Later werd hij diens lijfwacht, en zoals gebruikelijk was in de Amerikaanse Burgeroorlog, volgde hij zijn eigenaar het slagveld op.

Hij was een fantastische schutter, wat zelfs de racistische, blanke officieren toegaven. Maar na de oorlog wilde hij geen slaaf meer zijn.

Toen hij ruzie kreeg met zijn eigenaar tijdens een kaartspel gaf hij deze een oplawaai en vluchtte hij halsoverkop naar het Indian Territory. Daar leerde hij Muskogee, zodat hij met de Creek-indianen kon praten.

De oorspronkelijke bevolking leerde hem ook spoorzoeken in de natuur. Zo kon hij in één oogopslag vaststellen of er een ruiter langsgekomen was. Na een paar jaar in de wildernis stichtte Reeves een gezin en ging hij als verkenner voor de U.S. Marshals in Arkansas werken.

Hij deed zijn werk zo goed dat de dienst hem in 1875 een goedbetaalde baan aanbood als U.S. Marshal in het wetteloze Indian Territory in Oklahoma, dat hij naar eigen zeggen ‘kende zoals een kok zijn eigen keuken kent’.

Bass Reeves zou al snel de kans krijgen om zijn kennis in de praktijk te brengen. Jim Webb, een boer met een kort lontje, had in 1883 een zwarte predikant gedood op zijn ranch, en Reeves ging erheen om hem te arresteren.

De indianen werden gedwongen gehuisvest in het huidige Oklahoma.

© Getty Images

De marshal nam een blanke collega mee, want hij wist dat blanken het vaak niet op prijs stelden om aangehouden te worden door een zwarte agent. Op een ochtend reden ze naar het woonhuis van de ranch.

De twee marshals hadden hun ster in hun zak gedaan en deden of ze reizigers waren die iets te eten wilden kopen, maar Webb vertrouwde ze niet en hield zijn hand op de revolver aan zijn riem.

Toch liet hij de twee binnen en vroeg ze op de kok te wachten. Toen Reeves uit het raam keek, zag hij hoe Webb een cowboy iets toefluisterde.

Het plan was doorzien, en Reeves besefte dat hij als eerste in actie moest komen wilde hij deze dag overleven. Even later gingen de twee marshals naar de mannen toe, die met getrokken revolver op een bankje op de veranda zaten.

Reeves deed of er niets aan de hand was en praatte over koetjes en kalfjes, tot Jim Webb heel even wegkeek. Nu zag Reeves zijn kans schoon. Bliksemsnel schopte hij de revolver uit de hand van Webb en greep hem met zijn linkerhand bij de keel terwijl hij met zijn rechterhand zijn Colt-revolver in de mond van de moordenaar drukte.

‘Ik geef me over,’ wist Webb nog uit te brengen. De cowboy vuurde twee keer op Reeves, maar miste beide keren. Toen draaide de marshal zijn revolver naar de aanvaller en doodde hem met een schot in zijn buik.

Tot woede van Bass Reeves kreeg Jim Webb niet de straf die hem toekwam. Een onbekende weldoener betaalde zijn borg van 17.000 dollar, en de boer kwam niet opdagen bij zijn rechtszaak. Een paar jaar later kreeg marshal Reeves echter een kans om het recht alsnog te laten zegevieren.

Huis van bewaring is de hel op aarde

Het was geen wonder dat Jim Webb zo snel mogelijk uit zijn cel in Fort Smith wilde komen. In de kelder van de rechtbank zaten de gevangenen opeengepakt in twee cellen van in totaal 300 m². Daar zaten soms wekenlang 150 mannen en vrouwen. Een bezoeker, Anna Dawes, was geschokt over de omstandigheden.

‘In dit donkere, overvolle hol hangt de ergste stank die je je kunt voorstellen. Het is de hel op aarde – middeleeuwse barbarij,’ schreef ze over het huis van bewaring. En er was geen woord van de beschrijving overdreven: een emmer deed dienst als toilet, de gevangenen kregen wekenlang geen schone kleren en mochten zich niet wassen.

De stank van urine, vuil en zweet drong regelmatig door in de rechtszaal op de begane grond, waar de rechters en advocaten net deden of ze niets roken. En de raampjes van de cellen waren zo klein dat het er altijd donker was. Bovendien werden de gevangenen niet gescheiden.

Dat hield in dat veedieven en whisky-smokkelaars in dezelfde cel zaten als moordenaars en verkrachters. Het was er dan ook levensgevaarlijk, en als een gevangene eindelijk naar boven mocht om zijn vonnis te horen van de strenge Isaac Parker – bijgenaamd de Hanging Judge – voelde het als een bevrijding.

© Bridgeman

Strenge rechter liet galg overuren maken

In 1884 kreeg Bass Reeves weer een kans om Jim Webb te grazen te nemen toen hij een tip kreeg dat de moordenaar zich schuilhield in een handelspost in het Arbucklegebergte.

Toen Reeves en zijn assistent daar aankwamen, zagen ze een gewapende Webb uit het raam springen en naar zijn paard op zo’n 100 meter afstand rennen.

Maar toen Reeves de weg versperde, sprintte de boer op de bosrand af, waar hij halt hield om met zijn geweer op de marshals te schieten.

‘Voor ik van mijn paard kon stappen had hij een knoop van mijn jas geschoten en nog een kogel afgevuurd, die dwars door de teugels ging,’ zei Reeves later in de krant. Maar de ervaren marshal hield het hoofd koel. Hij trok zijn Winchester-geweer uit zijn zadeltas en richtte.

Twee luide knallen galmden door de bergen, en Jim Webb viel dood neer. Reeves inspecteerde het lichaam met een grote grijns op zijn gezicht: ‘Toen ik hem omdraaide, zag ik dat mijn kogels nog geen halve inch van elkaar terechtgekomen waren. Hij was 400 meter van me vandaan toen ik schoot,’ vertelde hij trots.

De kranten stonden bol van de verhalen over de heldendaad, maar niet Reeves, maar zijn blanke collega kreeg de eer van het onschadelijk maken van Webb. Een zwarte meesterschutter die een blanke cowboy uitschakelde, daar waren de Amerikanen nog niet helemaal klaar voor.

‘Ik denk dat we jou eens even in orde gaan maken.’ Crimineel tegen Bass Reeves.

Niet veel later haalde Reeves echter alsnog de krant. Tijdens een patrouille op de whisky trail – een route waarlangs drank naar de indianen gesmokkeld werd – liep de agent in een hinderlaag.

Hij werd plotseling omsingeld door drie zwarten met pistolen die hem dwongen van zijn paard te stappen. Reeves herkende ze meteen als de criminele gebroeders Bruner en haalde rustig hun arrestatie-bevel uit zijn binnenzak.

Hij vroeg welke datum het was, zodat hij de papieren in orde kon maken.

‘Ik denk dat we jou eens even in orde gaan maken,’ zei een van de broers, en greep naar zijn pistool. Maar de marshal was sneller.

Hij schoot twee van de broers neer met zijn Colt, greep het wapen van de derde broer en sloeg hem bewusteloos. Twee minuten later waren er weer drie misdadigers minder in het Indian Territory.

Gevaarlijk werk

Bass Reeves was een briljante marshal, maar dat hij zo veel vuurgevechten overleefde, was toch vooral een kwestie van geluk. Van de 200 nieuwe marshals die rechter Parker in 1875 aanstelde, kwamen er 67 om in het Indian Territory.

De agenten hadden vaak met georganiseerde bendes te maken, en die losten geen waar-schuwingsschoten. Zo waren er de drie gebroeders Dalton en hun twee helpers. Zij waren opvallend genoeg hun loopbaan als wets-handhavers begonnen en hadden onder meer in het Indian Territory jacht gemaakt op bandieten.

Maar toen de oudste, een U.S. Marshal, gedood werd en de anderen een tijdlang geen salaris kregen, liepen ze over naar de tegen-partij. De broers pleegden talloze trein- en bankroven en vermoordden daar drie U.S. Marshals bij voordat ze zelf in 1892 doodgeschoten werden.

In de kolonistensteden in het Wilde Westen was de marshal onmisbaar. Hij probeerde de vele gelukszoekers zo goed en zo kwaad als het ging in toom te houden.

© Granger/Polfoto

Een goede U.S. Marshal kon meer dan schieten alleen, zo bewees de inmiddels 55 jaar oude Bass Reeves in 1893. Een zekere Wilson, een 26-jarige kruimeldief, had ’m een avond flink geraakt met een makker in de Red Dog Saloon in het plaatsje Keokuk Falls.

Hiervandaan gingen ze naar hun kamp in de wildernis. De volgende dag vond een voorbijganger een lijk in een beek. Het slachtoffer miste twee vingers aan één hand, en zijn schedel was met een bijl ingeslagen.

Een paar dagen later werd Wilson opgepakt door Bass Reeves, die een bebloede bijl tussen diens bezit vond. Wilson beweerde echter dat hij een haas geslacht had met de bijl, maar Reeves ontmaskerde die leugen snel toen hij het kamp van de man doorzocht.

Hij vond het erg verdacht dat er sporen van twee vuren waren, waarvan een vlak naast een boom. Hij veegde de as weg en wroette wat in de grond, en zoals hij al had vermoed, stuitte hij op bloed.

Wilson had het slachtoffer doodgeslagen en het bloed proberen te verbergen door een vuur te stoken. Wilson werd later ter dood veroordeeld in Fort Smith.

Indianen raken territorium kwijt

In 1893 besefte Bass Reeves dat zijn loopbaan als U.S. Marshal bijna voorbij was, maar niet vanwege zijn leeftijd. Blanke boeren wilden zich graag in het gebied vestigen. President Harrison had al in 1889 50.000 mensen toestemming gegeven om 8000 km² grond in cultuur te brengen in het Indian Territory.

Een weekblad beschreef hoe het gebied langzaam veranderde van een wildernis in een bewoond gebied: ‘Op maandag om 12 uur telde Guthrie nul inwoners. Vlak voor zonsondergang waren het er zeker 10.000. In de tussenliggende uren waren er straten aangelegd, kavels afgezet en een gemeenteraad gevormd.’

Oklahoma was geen achtergebleven wildernis meer, en in 1893 begon de regering de rest van het indianengebied te verdelen. Iedereen die er boer wilde worden, kreeg 160 acres land. Het inwonertal explodeerde, en de nieuwe nederzettingen stelden hun eigen politiekorpsen in.

Daardoor was er steeds minder behoefte aan U.S. Marshals om de wet te handhaven.

Ondanks de gigantische bevolkingsaanwas was Oklahoma echter nog niet als een van de staten van de VS tot de unie toegelaten, en nog in 1904 reed een grijze, 66 jaar oude Bass Reeves op zijn witte paard rond in het Indian Territory. In de herfst van zijn loopbaan wist hij zelfs twee moordverdachten uit Texas op te sporen.

‘Goedemorgen, mijne heren,’ zei Reeves toen hij hen zag.

‘Ik praat niet met negers,’ zei een van de misdadigers. Het duurde een hele tijd voordat de tweede Texaan vroeg: ‘Ben jij niet Bass Reeves?’

‘Nee hoor,’ zei de marshal kalm.

Toch trokken de Texanen hun wapens en droegen hem op om af te stappen. Ze vroegen of hij nog wat laatste woorden wilde zeggen voor ze hem doodmaakten. Reeves antwoordde dat hij een brief van zijn vrouw in zijn binnenzak had en vroeg de Texanen die voor te lezen.

Hij haalde een stukje papier tevoorschijn en gaf het met trillende handen aan een van de bandieten. Plotseling, toen de Texanen het briefje bekeken, greep de marshal met zijn rechterhand een van de misdadigers bij de keel en pakte hij diens revolver af.

‘Son of a bitch, je bent aangehouden,’ riep Reeves, waarna de ander zo bang werd dat hij zich overgaf.

Bass Reeves was steragent

Drie jaar later, in 1907, maakte Reeves zijn laatste ronde door de wildernis. In november van dat jaar werd Oklahoma een staat en kreeg het zijn eigen politiekorps. Daarmee was de rol van de U.S. Marshals als federale ordehandhavers uitgespeeld.

Ter gelegenheid daarvan bracht de krant Weekly Times-Journal een groot portret van Reeves, de dodelijkste U.S. Marshal, die nu met pensioen zou gaan.

‘Als er een eind komt aan het federale bestuur – als Oklahoma een staat wordt – zal hij zijn revolver verruilen voor een ploeg en boer worden. Die revolver was in zijn handen altijd een krachtig werktuig, waarmee hij de territoria ontdeed van bandieten en paardendieven.’

De krant overdreef misschien een beetje, maar Reeves had zeker een unieke prestatie geleverd: met ruim 3000 arrestaties en 14 gedode misdadigers – allemaal gevallen van zelfverdediging – was hij de meest effectieve marshal in de geschiedenis van de dienst. En zelf werd hij door niet één kogel geraakt.

U.S. Marshals hebben een rijke geschiedenis

Bij veel belangrijke gebeurtenissen waren U.S. Marshals betrokken. Jarenlang maakte de dienst jacht op weggelopen slaven, spionnen en dranksmokkelaars.

Maar eens een marshal, altijd een marshal. Toen de 69-jarige Bass Reeves zijn ster aan de wilgen had gehangen, besloot hij agent te worden in de plaats Muskogee.

Hij had een wandelstok nodig om zijn ronde te lopen, maar na een jaar kon de lokale krant melden dat er niet één misdaad was gepleegd in de wijk van de oude man. In 1910 sliep Bass Reeves stilletjes in in een stad waar het geluid van automobielen dat van paardenhoeven en zweepslagen aan het verdringen was.

Met Bass Reeves verdween ook een bijzonder type U.S. Marshal. Nadat hij met pensioen was gegaan, kreeg de dienst meer weg van een speciale eenheid.

Het beschermen van getuigen en opsporen van ontsnapte gevangenen werden de hoofdtaken. Vandaag de dag dragen de U.S. Marshals meestal een pak, maar de functie zal altijd verbonden blijven met de fiere ruiter met een revolver in zijn riem en een zilveren ster op zijn borst.

Vandaag de dag hebben U.S. Marshals een aantal taken, zoals getuigenbescherming.

Vandaag de dag hebben U.S. Marshals een aantal taken, zoals getuigenbescherming.

© Getty Images