Op 19 mei 1856 zit Charles Sumner in zijn stoel in de Senaat in Washington D.C. enveloppen te frankeren. De senator uit Massachusetts, een van de felste tegenstanders van de slavernij in de VS, is bezig om kopieën van een inmiddels beruchte toespraak die hij drie dagen eerder, op 19 mei 1856, gaf op te sturen naar gelijkgezinden.
Dan loopt er iemand op hem af. De bijziende politicus knijpt zijn ogen samen en kijkt omhoog. Hij kent Preston Brooks niet persoonlijk, maar de jonge politicus en slavenhouder uit South Carolina is razend sinds de toespraak die Sumner een paar dagen eerder gaf.
‘Mr Sumner, ik heb uw toespraak nu twee keer goed gelezen. Het is pure laster over South Carolina en over Mr Butler, die tevens familie van mij is,’ zegt hij boos, verwijzend naar een oudere senator die door Charles Sumner is uitgekozen als zijn politieke en persoonlijke doelwit.
‘Geef die abolitionist wat hij verdient!’ De Democraten juichen terwijl Sumner klappen krijgt
Sumner wil opstaan als Brooks zonder te aarzelen zijn wandelstok pakt en de senator hard op het hoofd slaat. Verbijsterd valt Sumner terug in zijn stoel, terwijl Brooks zijn stok opnieuw optilt. Die is gemaakt van massief hout en voorzien van een zware gouden bol aan het uiteinde. Nu regent het stokslagen, en de zittende man probeert zich met zijn handen te verweren. Er stroomt bloed uit Sumners ogen, zijn hoofdhuid is beschadigd en hij schreeuwt het uit.
‘O God!’ roept Sumner als de stok breekt – maar Brooks blijft slaan. Door alle klappen verliest Sumner zijn gezichtsvermogen. Hij vertelt:
‘Ik kon mijn aanvaller niet meer zien, of iets anders in de kamer. Ik reageerde puur uit zelfbehoud.’
De senator probeert dekking te zoeken tussen de stoelen van de andere Senaatsleden in de vrijwel lege zaal, maar Brooks pakt hem in zijn kraag en blijft op hem inslaan met het zware uiteinde van zijn stok.
‘Geef die abolitionist wat hij verdient!’ roept een andere Democraat vanaf de zijlijn.

Charles Sumner wordt door moderne historici bewonderd om zijn vasthoudendheid en zijn strijd voor gelijke rechten.
Een journalist rent met een paar andere mannen op Brooks af om hem tegen te houden, maar diens vriend Laurence Keitt, ook lid van het Huis van Afgevaardigden, trekt zijn pistool en schreeuwt: ‘Bemoei je er niet mee!’
Uiteindelijk lukt het enkele senators om Brooks weg te trekken. Sumner ligt bewusteloos op de grond. Hij is ernstig gewond en bloedt nog steeds als een paar vrienden hem op een bank in een zijkamer leggen en de dokter bellen.
Intussen rapen een aantal Zuidelijke congresleden de splinters van Brooks’ stok van de vloer, alsof het heilige relikwieën zijn.

Preston Brooks liep met een stok nadat hij in 1840 tijdens een duel in zijn been was geschoten.
Slavernij verdeelt de VS
De 45-jarige Charles Sumner was de meest uitgesproken abolitionist (voorstander van de afschaffing van de slavernij) in het Congres. Als jonge rechtenstudent was hij naar Europa gereisd, en in Frankrijk had hij zwarte medestudenten ontmoet. Hij besefte dat het verschil tussen zwarten en blanken in de VS niet verklaard kon worden door huidskleur, maar door een gebrek aan gelijke kansen.
Net als veel Noorderlingen vond hij dat slavernij beperkt moest worden tot de staten waar ze al legaal was. Maar naarmate het land groeide, werd de slavenproblematiek nijpender: moest slavernij ook in de nieuwe deelstaten legaal worden?
De kwestie werd des te controversiëler doordat de slavenstaten relatief veel invloed hadden – elke slaaf telde namelijk als ⅗ inwoner en droeg zo bij aan het inwonertal van de deelstaat, ook al mochten ze niet stemmen. Hierdoor kregen de slavenstaten meer leden in het Huis van Afgevaardigden en meer kiesmannen bij de presidentsverkiezingen

Tijdens het Missouri-compromis van 1820 werd er een streep getrokken langs de zuidelijke grens van Missouri – ten zuiden van de lijn was slavernij toegestaan, ten noorden ervan niet.
In 1850 sloten de strijdende partijen een compromis: de nieuwe staten New Mexico en Utah mochten zelf kiezen of ze slaven toestonden of niet. De meeste Noordelijke politici waren ervan overtuigd dat hiermee de vrede voor de toekomst was gegarandeerd, maar Sumner was woedend. Slavernij bleef in beide staten in bepaalde mate toegestaan, waardoor het Zuiden zijn macht kon vergroten.
Toch stond de meerderheid van de Noordelijke staten niet aan zijn kant. Veel mensen en bedrijven waren afhankelijk van producten uit het Zuiden, vooral katoen – en zij wilden de goede relatie met hun leveranciers niet op het spel zetten.
Desondanks werd Sumner in 1851 met een nipte meerderheid gekozen als senator van Massachusetts.
Activisten met bijlen
Algauw werd de nieuwe senator gezien als een van de meeste extreme en meest gehate abolitionisten. Woedende demonstranten in zijn geboortestad Boston bestormden op 24 mei 1854 met bijlen het gerechtsgebouw om de jonge, weggelopen slaaf Anthony Burns te bevrijden. De bevrijding mislukte en een gevangenbewaarder kwam om. Het Zuiden hield Sumner en zijn toespraken verantwoordelijk.
Amerika stond op springen. De volgende slag tussen de slavenhouders en abolitionisten werd uitgevochten in Kansas, dat op het punt stond een zelfstandige staat te worden. Het Noorden steunde antislavernij-activisten die naar de deelstaat wilden verhuizen, terwijl burgerwachten uit het Zuiden ook naar Kansas trokken. Zij vermoordden en pleegden aanslagen op tegenstanders van de slavernij. Bij de eerste verkiezingen in de staat stemden meer dan 6000 mensen, hoewel er slechts 1500 geregistreerde kiezers waren.

De slaven Anthony Burns en Thomas Sims worden afgevoerd naar Virginia, terwijl inwoners van Boston de agenten uitschelden.
Het resultaat was dat er nog een staat in handen van de slavenhouders viel, die nu ook de Amerikaanse grondwet op de korrel namen. Inwoners konden strenge straffen krijgen als ze de abolitionisten steunden, en mensen die ontsnapte slaven hielpen, riskeerden de doodstraf.
Het conflict kreeg verstrekkende politieke gevolgen. De Whig Party viel uiteen, omdat duidelijk werd dat haar gematigde koers ten opzichte van het Zuiden had gefaald. De politici die een radicalere koers voorstonden, richtten een nieuwe partij op: de Republikeinse Partij.
In het begin had de partij slechts drie van de 62 Senaatszetels – waaronder een voor Charles Sumner – maar daar zou Sumners beroemde toespraak verandering in brengen.
Geweld barst los in het Congres
De aanval van Preston Brooks op Charles Sumner was niet de eerste of de laatste keer dat Amerikaanse politici met elkaar op de vuist gingen – meestal vanwege aanzien of om politieke overtuigingen.

1798: Stok tegen haardpook
Na maanden van beledigingen gingen in 1798 Roger Griswold uit Connecticut en Matthew Lyon uit Vermont elkaar te lijf. Griswold sloeg Lyon met een stok, terwijl Lyon zich verdedigde met een pook. Griswold werd niet gestraft, omdat het Congres grotendeels aan zijn kant stond.

1858: Gevecht eindigde met gelach
In 1858 leidt een debat over de grondwet van Kansas tot een vechtpartij in het Huis van Afgevaardigden. Er ontstaat een vechtpartij tussen 50 politici. Maar als een lid zijn pruik verliest en hem achterstevoren op zet, begint iedereen te lachen en stopt het gevecht.

1902: Democraat wilde geen kolonist zijn
De Democraat John McLaurin ging tegen zijn partij in toen hij zich in 1902 uitsprak tegen de annexatie van de Filipijnen. Zijn partijgenoot Benjamin Tillman noemde hem een verrader. Er brak een gevecht uit en meerdere senators werden in elkaar geslagen. Beide senators kregen een boete.

1985: Collega werd een mietje genoemd
In een toespraak op een Republikeinse bijeenkomst noemde Robert Dornan zijn Democratische collega Thomas Downey een mietje en een dienstweigeraar. Op 4 maart 1985 kregen de twee ruzie, toen Dornan de stropdas van Downey vastpakte en aantrok. Dornan weigerde excuses aan te bieden.
De hoer van de slavernij
Op 19 mei 1856 was zelfs de damestribune in de Senaat afgeladen. Iedereen wilde horen wat senator Sumner zou vertellen over de politieke ontwikkelingen in Kansas.
En of je hem nu mocht of niet, zijn toespraken stelden nooit teleur. Sumner stond bekend om zijn extreme uitspraken en persoonlijke aanvallen. Veel mensen vonden hem een betweterige snob die anderen als kinderen behandelde.
‘Er is een misdaad begaan die ongekend is in onze geschiedenis: de verkrachting van maagdelijk terrein,’ zei Sumner in een nauwelijks impliciete verwijzing naar geruchten over slavenhouders die hun slavinnen verkrachten.
Diverse Zuidelijke politici keken verontwaardigd naar de vrouwen op de tribune.
‘De strijd is niet langer lokaal, maar nationaal. Terwijl ik hier spreek, pakken dikke wolken zich samen aan de horizon. Zij dreigen het land te verduisteren, terwijl er al gefluisterd wordt over een burgeroorlog,’ ging hij verder.
‘Hij heeft een minnares genomen die, ook al is ze lelijk in de ogen van anderen, hem altijd dierbaar is geweest. Die, ook al is ze door en door verdorven, hem trouw blijft. Ik heb het over de hoer van de slavernij!’ Charles Sumner over de Zuidelijke politicus Andrew Butler
Aan het einde van zijn vijf uur durende toespraak sprak Sumner zijn collega’s persoonlijk aan – onder wie Andrew Butler, een oudere politicus die niet aanwezig was omdat hij vanwege een hersenbloeding moeite had met praten. Hij beschreef Butler als een clown die alleen maar onzin uitkraamde. Tegen het einde maakte Sumner zelfs Butlers zelfbeeld als gentleman belachelijk:
‘Hij heeft een minnares genomen die, ook al is ze lelijk in de ogen van anderen, hem altijd dierbaar is geweest. Die, ook al is ze door en door verdorven in de ogen van de rest van de wereld, hem trouw blijft. Ik heb het over de hoer van de slavernij!’
De slavenbezitters waren geschokt en drie dagen later viel Preston Brooks hem aan. Sumner werd halfdood geslagen en ook Brooks had medische hulp nodig, omdat hij zichzelf per ongeluk in zijn oog had geraakt.

De bloedige gevechten tussen voor- en tegenstanders van de slavernij in Kansas worden gezien als de voorbode van de Amerikaanse Burgeroorlog.
Strijd om slavernij eindigde in burgeroorlog
In de jaren vóór de Amerikaanse Burgeroorlog in 1861 werd de kloof tussen het Noorden en het Zuiden alleen maar groter. Het wantrouwen tussen de partijen nam steeds verder toe.
1777: Vermont verbiedt slavernij
Vermont is de eerste staat die slavernij verbiedt. De andere Noordelijke Staten volgen dit voorbeeld. Er ontstaat een strijd tussen het Noorden en het Zuiden over de slavernij in de nieuwe staten.
1820: Amerika verdeeld door een rechte lijn
Om het evenwicht te bewaren wordt Missouri een slavenstaat en Maine een vrije staat, volgens het Missouri-compromis. Slavernij wordt verboden in de westelijke gebieden ten noorden van breedtegraad 36° 30’.
1854: Burgeroorlog in Kansas
Kansas staat op de rand van een burgeroorlog als voorstanders van de slavernij de wapens oppakken om de nieuwe deelstaat veilig te stellen. Tegen het compromis in wordt er een referendum gehouden.
1857: Noorden beschuldigd van vergiftiging
In 1857 worden gasten van het National Hotel in Washington ziek. 40 van hen sterven na een restaurantbezoek. De gasten komen vooral uit het Zuiden. Ze beschuldigen de Noorderlijken van een complot.
1859: Witte man wil slavenopstand
De abolitionist John Brown valt een wapendepot in Harpers Ferry, Virginia aan om een slavenopstand te ontketenen. 11 mensen sterven en Brown wordt opgehangen. Het Noorden vindt hem een heilige, het Zuiden een terrorist.
1861: Zuiden scheidt zich af
Als Abraham Lincoln in 1860 de presidentsverkiezingen wint, scheidt South Carolina zich af. Tien andere Zuidelijke staten volgen. Zo begint de Amerikaanse Burgeroorlog, die meer dan 600.000 levens kost.
300 dollar boete
Na de aanval wordt Sumner door zijn vrienden van de Senaat naar huis gebracht, waar hij wordt behandeld door verschillende artsen. Terwijl hij op het randje van de dood balanceert, verspreidt het nieuws over de bloedige aanval zich razendsnel. De reacties zijn net zo verdeeld als het land zelf: voor het Noorden is de aanval een aanslag op de vrijheid van meningsuiting, de democratie en het land zelf.
Het Zuiden ziet Preston Brooks als een held. Hij heeft zijn eigen eer, en die van zijn familie en staat verdedigd. De aanval was niet politiek gemotiveerd, maar ging over yankees die hoogmoedig neerkijken op de tradities van het Zuiden. In de weken en maanden daarna ontvangt Brooks talloze stokken, die hij van de donateurs mag gebruiken als hij Sumner weer ziet.
Maar dat duurt even. Sumner is er zo slecht aan toe dat hij jarenlang niet naar de Senaat komt. In het Zuiden wordt gezegd dat hij overdrijft, maar in het Noorden leidt dit tot enorme steun voor de Republikeinse Partij.

De stok waarmee Sumner werd afgeranseld, is te zien in het Old State House Museum in Boston.
Brooks krijgt een boete van 300 dollar, opgelegd door een hem welgezinde rechter. Hij trekt zich terug uit het Huis van Afgevaardigden wanneer de meerderheid hem niet geschikt vindt om in functie te blijven. Maar tijdens een verkiezing in South Carolina wordt hij vrijwel unaniem herkozen. Zijn carrière is echter van korte duur. In 1857 sterft hij aan acute kroep.
Maar zijn wandaad heeft dingen in beweging gezet.
Bij de presidentsverkiezingen van 1856 winnen de Republikeinen bijna van de Democraat James Buchanan. Een nipte overwinning voor Buchanan in drie Noordelijke staten geeft de doorslag. Voor het Zuiden is het duidelijk: zij kunnen de presidentsverkiezingen niet winnen zonder het Noorden, terwijl Noordelijke kandidaten het Zuiden wel links kunnen laten liggen.
In Massachusetts wordt Charles Sumner met een overweldigende meerderheid herkozen in de Senaat, samen met 19 andere Republikeinen. Hij is even verontwaardigd als veel anderen in de Noordelijke Staten wanneer het conservatieve Hooggerechtshof in 1857 beslist dat de slaaf Dred Scott niet als vrij man mag worden beschouwd, ook al heeft hij vier jaar in een staat gewoond waar slavernij niet is toegestaan.
Deze uitspraak vergroot de kloof en benadrukt dat geen enkele zwarte persoon – vrij of niet – gezien wordt als Amerikaans burger en beschermd wordt door de grondwet. Voor het Zuiden is de uitspraak vanzelfsprekend, maar het Noorden vindt dat de rechters hiermee politiek bedrijven met als doel de slavernij uit te breiden en het Zuiden te steunen.
Ze moeten ingrijpen. Een confrontatie is onvermijdelijk.

Toen Sumner stierf, werd zijn kist in het Capitool bezocht door duizenden bewonderaars – zoals zijn goede vriend en beroemde burgerrechtenactivist Frederick Douglass.
Sumner vond Lincoln zwak
Toen Charles Sumner hersteld was, deed hij wat hij kon om Abraham Lincoln president te laten worden. Maar hij had weinig vertrouwen in Lincolns politiek toen het Zuiden eenmaal verslagen was.
Het duurde jaren voordat Charles Sumner hersteld was van de afranseling van Preston Brooks.
Toen hij terugkeerde naar de politiek, werd hij lauwtjes ontvangen – ook door zijn partijgenoten. Zij waren bang dat hij gematigde kiezers zou afschrikken voor de presidentsverkiezingen van 1860.
Tijdens de burgeroorlog gebruikte hij zijn Europese netwerk om te voorkomen dat Groot-Brittannië en Frankrijk de Zuidelijke staten militair zouden steunen. Maar hij was kritisch op Lincoln, die hij te weekhartig vond voor verraders. Als leider van de radicale vleugel van zijn partij streefde hij naar volledige gelijkheid tussen zwart en wit en eiste hij dat de regering de macht van plantage-eigenaren zou beperken.
Na de oorlog was hij kritisch over de milde aanpak van het verslagen Zuiden en werd hij opnieuw gezien als extremist. Zijn ideeën van volledige gelijkheid werden verworpen. Later voerde het Zuiden rassenscheiding in.
Charles Sumner is nooit volledig hersteld van de aanval. Na 23 jaar in de Senaat stierf hij op 63-jarige leeftijd als een oude, zwakke man.
Eerste confrontatie van de oorlog
Een jaar later stelt de abolitionist Abraham Lincoln] zich kandidaat voor de Senaat. Een reeks debatten met de Democraat Stephen Douglas maakt hem landelijk bekend – gehaat in het Zuiden, geliefd in het Noorden. Hij verwijst regelmatig naar de aanval op Sumner en maakt zijn toehoorders duidelijk dat ze moeten kiezen tussen twee verschillende wereldbeelden.
De Democraten verliezen de verkiezingen en Lincoln wordt de Republikeinse presidentskandidaat bij de verkiezingen van 1860. Zuidelijke politici dreigen zich af te scheiden als Lincoln wint, maar daardoor laat Sumner zich niet tegenhouden. Hij gooit zich in de verkiezingsstrijd om Lincoln te helpen. Veel kiezers steunen zelfs zijn oproep tot volledige afschaffing van de slavernij, ook al is hun presidentskandidaat gematigder.
In kerken, op marktplaatsen en in vergaderzalen predikt hij voor een grote menigte tegen het Zuiden en meer compromissen:
‘U wordt gevraagd om uw principes, uw stem en uw ziel op te geven om het Zuiden tegemoet te komen,’ waarschuwt hij.

Duizenden mensen bezochten Lincolns inaugurele toespraak in 1861.
Sumners woorden helpen om het Noorden te verenigen. Niemand vindt nog dat de slavernij kan blijven bestaan in de staten waar het toegestaan is. En de kiezers uit het Noorden weten dat hun stem doorslaggevend is. Dat blijkt in 1860, wanneer Lincoln de presidentsverkiezingen wint – zonder steun van ook maar één Zuidelijke staat. Daarna gaat het snel.
Vlak voor nieuwjaar scheidt South Carolina zich af en tien andere deelstaten volgen. Officieel begint de Amerikaanse Burgeroorlogop 12 april 1861, na het bombardement op Fort Sumter in South Carolina. Maar toen en nu wordt de aanval op Charles Sumner gezien als de eerste confrontatie van de oorlog.
Want toen Brooks Sumner bijna doodsloeg, was er geen weg meer terug.