De voorgangers van het Incavolk, de Wari, organiseerden in de 10e eeuw n.Chr. wilde feesten. Dat concluderen archeologen van het Royal Ontario Museum. De Canadese en Amerikaanse onderzoekers doen opgravingen in de ruïnestad Quilcapampa, ruim 500 kilometer ten zuiden van Cuzco in Peru.
Overal in de stad liggen sporen van het alcoholische drankje chicha van de Wari, wat een beetje op bier lijkt. De onderzoekers vonden meer dan een miljoen botanische resten, vooral zaden en stukjes plant, voor de productie van het gefermenteerde drankje.
Lsd-achtige roes betoverde mensen
Volgens de archeologen was het de elite van de Wari die de onderdanen enorme hoeveelheden chicha liet maken. Het alcoholische drankje werd genuttigd tijdens grote feesten waar alle Wari bij aanwezig waren.
Om hun machtspositie te versterken, voegde de elite euforiserende zaadjes van de Anadenanthera colubrina-boom toe. In Quilcapampa zijn heel veel zaadjes gevonden, die verpulverd werden en psychedelische hallucinaties veroorzaakten, net als het lsd van tegenwoordig.
Alleen de Wari-elite had toegang tot zaadjes van de Anadenanthera colubrina-boom, denken de onderzoekers, want de bomen groeiden 400 kilometer van de stad en het oogsten ervan was moeilijk. In hun verslag staat:
‘Deze mensen (elite, red.) konden gedenkwaardige en geestverruimende bijeenkomsten organiseren, die niemand anders na kon doen.’
Zo zorgden de voorouders van de Inca’s ervoor dat de onderdanen loyaal bleven, want alleen de machthebbers creëerden de felbegeerde roes.