Levensgevaarlijke experimenten waren het zwartste geheim van de CIA

In de jaren 1950 experimenteerde de CIA heimelijk met lsd en elektroshocks op onwetende proefpersonen met als doel een methode te vinden om vijandelijke agenten te hersenspoelen. In die dagen stierf een biochemicus met banden met de CIA op mysterieuze wijze.

Frank Olson viel van 13 hoog uit Hotel Statler in New York.

In de nacht van 27 op 28 november 1953 hoorde de nachtportier van Hotel Statler in New York het geluid van brekend glas, gevolgd door een bons.

Buiten het hotel, op straat, vond hij een dode man – Frank Olson, specialist in biologische oorlogsvoering en in dienst van het Amerikaanse leger.

Olson was een opgewekt man en zijn familie was geschokt door deze ogenschijnlijke zelfmoord. Pas na 20 jaar zou de waarheid aan het licht komen.

In 1974 berichtte de New York Times dat de CIA van 1953-1963, en mogelijk langer, onder de noemers Artichoke en MK-ULTRA experimenten uitgevoerd had op nietsvermoedende personen.

De CIA vreesde dat de Sovjet-Unie en China methoden hadden bedacht om Amerikaanse agenten te hersenspoelen.

Deze twee landen waren namelijk grote hoeveelheden lsd gaan maken, de enige stof die volgens de CIA sterk genoeg was om mensen te hersenspoelen.

Daarom startte het hoofd van de CIA Allan Dulles op 13 april 1953 een geheim project om het gebruik van stoffen voor hersenspoeling te onderzoeken.

In eerste instantie moest het project voorkomen dat zulke methoden werden gebruikt op Amerikaanse agenten.

Maar de New York Times ontdekte dat de CIA kort daarna besloot zelf methoden voor hersenspoeling te ontwikkelen.

Er was slechts één probleem. Er waren proefpersonen nodig. De oplossing was om te experimenteren met argeloze mensen, onder wie Frank Olson.

Frank Olson werd gedrogeerd

Op 18 november 1953 was Olson bij een vergadering met wetenschappers uit de CIA en het leger.

Daar dronk hij een glas cointreau, waarna hij zich niet lekker voelde. ’s Nachts kon Olson niet slapen en in de loop van het weekend kreeg hij een depressie.

Olson zat zo in de put, dat hij op maandag vroeg om een psycholoog. Zijn collega Robert Lashbrook bracht Olson naar de CIA-psychiater in New York, waar ze een kamer boekten in Hotel Statler.

Wat Olson niet wist, was dat zijn collega Lashbrook voor de CIA werkte en tijdens de vergadering lsd, een sterk hallucinogene stof, in Olsons glas had gedaan.

Het bezoek aan de arts hoorde ook bij het plan.

De arts werkte voor de CIA en pompte Olson in twee dagen vol met grote hoeveelheden lsd. Daarna viel Olson uit het raam van het hotel.

Na de onthullingen in de New York Times 20 jaar later stelde de Amerikaanse Senaat een diepgaand onderzoek in.

Het bleek dat Olson inderdaad was vergiftigd met lsd, en de regering bood zijn gezin 750.000 dollar aan als schikking.

President Gerald Ford sprak persoonlijk met de nabestaanden van Olson om zich te verontschuldigen, en het jaar daarop verbood de president experimenten op onwetende personen.

In 1975 kreeg Olsons familie een persoonlijke verontschuldiging van president Gerald Ford en een vergoeding van 750.000 dollar.

© Crimemag

Hoofd CIA verbrandde bewijzen

Het onderzoek naar de CIA duurde voort. Het toenmalige hoofd van de CIA Richard Helms had het schandaal echter al in 1973 voorzien en destijds al het bewijsmateriaal laten verbranden.

Een stapel documenten was echter verkeerd gearchiveerd en werd intact gevonden.

Deze documenten leidden in 1977 tot een hoorzitting in de Senaat, waaruit bleek dat MK-ULTRA zich had vertakt in meer dan 150 subprojecten met experimenten in ruim 80 ziekenhuizen en universiteiten.

Ondanks de hoorzitting bleven veel vragen onbeantwoord, zeker ook in de zaak-Frank Olson. Olsons zoon geloofde niet in de zelfmoord van zijn vader. In 1994 liet hij het lichaam opgraven en onderzoeken.

Uit de autopsie bleek dat Olson voor de val een harde klap op zijn hoofd had gekregen en dat de bewijzen ‘sterk duidden op moord’.

De officier van justitie in New York stelde een onderzoek in, en daaruit bleek dat

Olson CIA-geheimen kende en ontslag had willen nemen. Er waren echter niet genoeg bewijzen voor een aanklacht.

Waarschijnlijk zullen we nooit weten wat er die nacht in 1953 op Olsons hotelkamer gebeurde.