Jim Crow hield slavernij in de VS in stand

Na de Amerikaanse Burgeroorlog werd de slavernij formeel afgeschaft. De mysterieuze Jim Crow en de wetten die uit zijn naam werden ingevoerd, wilden het echter anders. Kijk mee in de machinatie van racistisch Amerika.

Barbecue op ranch in Zuidelijke Jim Crow-staat.

Sandwich voor iedereen aan weerszijden van het hek: segregationistische barbecue op F.M. Gays plantage in Alabama (rond 1935).

© Science History Images/Imageselect

De Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) leidde tot de afschaffing van de slavernij in de VS.

Maar mensen in de zwarte gemeenschap die dachten dat dit zou leiden tot vrijheid, gelijkheid en broederschap, werden zwaar teleurgesteld.

Toen de kanonnen zwegen, werd al snel duidelijk dat de blanke meerderheid geenszins bereid was om haar privileges op te geven.

Vooral in het verslagen Zuiden werd rassenscheiding door middel van wetgeving in stand gehouden. De ‘rechtvaardiging’ was dat de rassen best gelijk konden zijn, zelfs als ze gescheiden waren. De werkelijkheid was echter grimmiger.

De wetten die werden uitgevaardigd, hielden de zwarte bevolking arm en in een staat van wetteloosheid.

Ontdek wat de Jim Crow-wetten waren en hoe de wetten en regels de status van gekleurde mensen als tweederangsburgers op een heel gewiekste wijze in stand hielden.

Gescheiden maar gelijk

In 1892 liep schoenmaker Homer Plessy het treinstation in New Orleans binnen en kocht een eersteklaskaartje. Plessy nam plaats op een stoel die aan blanken was voorbehouden en begon aan de bijna twee uur durende treinreis naar Covington, Louisiana.

Plessy was een mulat, en toen de conducteur bij zijn stoel kwam, vroeg hij hem om naar de wagon te gaan waar alleen zwarten zaten. Toen Plessy weigerde, werd hij in de kraag gevat.

Ondanks de afschaffing van de slavernij deed vooral het Zuiden er alles aan om zwarten te onderdrukken en zwart en wit te scheiden door middel van bedreigingen, geweld en racistische wetten – de Jim Crow-wetten.

Een van deze wetten was de Separate Car Act in de staat Louisiana. Deze verbood zwarten vanaf 1890 om samen met blanken in het openbaar vervoer te zitten.

Sandwich voor iedereen aan weerszijden van het hek: segregationistische barbecue op F.M. Gays plantage in Alabama (rond 1935).

In de Zuidelijke Staten moesten zwarten op bepaalde plaatsen in de trein zitten en wachten in aparte wachtkamers.

© Wikimedia Commons

Homer Plessy liet zich echter niet uit het veld slaan en probeerde zijn vonnis te laten herroepen met de hulp van het Citizens’ Committee, een burgerrechtenorganisatie in New Orleans.

Rassenscheiding was volgens de aanklacht in strijd met het 14e Amendement van de Amerikaanse grondwet, dat zwarte Amerikanen volledige burgerrechten gaf.

In 1896 belandde de zaak bij het Amerikaanse Hooggerechtshof. Hier voerden de rechters aan dat segregatie geen ongelijkheid tussen zwarten en blanken betekende als er gelijke faciliteiten beschikbaar waren.

Plessy verloor de zaak omdat het Hooggerechtshof de wet niet racistisch vond.

‘Plessy versus Ferguson’, zoals de zaak bekend werd, had verstrekkende gevolgen voor de zwarte bevolking in de VS.

Toen het Hooggerechtshof de segregatiewetten van Louisiana goedkeurde, werd het Zuiden overspoeld door een golf ‘Jim Crow-wetten’ die tot ver in de volgende eeuw de grondrechten van zwarten met voeten traden.

Wie was Jim Crow?

Thomas Rice speelt Jim Crow.

Een lied over Jim Crow bleef in het Amerika van de jaren 1830 in menig hoofd hangen. De bedenker, Thomas Dartmouth Rice, trok het land rond met zijn hit.

© Public domain

Een witte clown met zwarte schmink

In de jaren 1830 beklom de ene na de andere blanke acteur met haveloze kleren en zwartgeschminkt het theaterpodium. Deze karikaturen van de zwarte bevolking van Amerika werden bekend als ‘Jim Crow’, waar de segregatiewetten naar zijn genoemd.

In 1828 introduceerde de Amerikaanse acteur Thomas Dartmouth Rice een nieuw personage in het Amerikaanse theater.

Met zwarte verf op zijn gezicht – de zogeheten blackface – en sjofele kleding veranderde de acteur zichzelf in Jim Crow, een racistisch stereotype van de zwarte bevolking van Amerika, die in die tijd nog onderworpen was aan slavernij.

Rice was de eerste acteur die volle zalen trok door zwarte mensen belachelijk te maken met een zwartgeschminkt gezicht en karikaturale Afrikaanse gelaatstrekken. Al snel volgden er andere imitators.

Het Jim Crow-personage greep in de jaren 1830 om zich heen en zette de Afro-Amerikaan neer als een domme, onontwikkelde ondermens.

Toen er eind 19e eeuw segregatiewetten werden aangenomen, werden deze in de volksmond de Jim Crow-wetten genoemd, naar de karikatuur van Rice.

Reconstructietijd

Het is niet zo gek dat Homer Plessy gewoon ging zitten waar hij wilde toen hij in 1892 in New Orleans op de trein stapte.

Na de moord op president Lincoln in april 1865 had het Congres in de jaren daarna het 13e, 14e en 15e Amendement aangenomen – ondanks massale protesten in het Zuiden.

De amendementen schaften officieel de slavernij af en gaven Amerikaanse zwarten volledige burgerrechten onder dezelfde voorwaarden als blanken – inclusief stemrecht. Althans, op papier.

De 12 jaar daarna – bekend als de Reconstructie – leek het erop dat de voormalige slaven de ketenen van onderdrukking voorgoed van zich af konden werpen.

Met de Republikeinen aan de macht werden de verslagen Zuidelijke Staten weer ingelijfd bij de VS. De Democraten, die de slavernij op dat moment nog wilden herinvoeren, verloren hun politieke macht in het Zuiden aan de Republikeinen.

De machtsverschuiving betekende dat de zwarte bevolking toegang kreeg tot openbare scholen en economische herstelprojecten. Ook werden er zwarten gekozen voor politieke functies in de Zuidelijke Staten.

De blanke bevolking van het Zuiden werd witheet.

Met de afschaffing van de slavernij verloren ze niet alleen de gratis arbeid die ze tientallen jaren hadden genoten, ze moesten zwarten ook als gelijken behandelen, al vonden de meeste blanke zuiderlingen de zwarte bevolking maar inferieur.

Amerika in zwart-wit

Waar zwarten ook kwamen in het Zuiden, ze werden er voortdurend aan herinnerd dat blanken niets met hen te maken wilden hebben. Segregatie werd overal toegepast in openbare ruimtes – van zwembaden, scholen en restaurants tot bioscopen, waterfonteintjes en parken.

Gescheiden waterkranen voor kleurlingen in het Amerika van de rassenscheiding.
© Wikimedia Commons

Waterpunten: Gescheiden kranen

Niets illustreert de Jim Crow-wetten beter dan de foto’s van de openbare waterfonteinen met het opschrift ‘Colored’. Blanken hadden hun eigen kraan, zodat ze niet uit dezelfde kraan hoefden te drinken als zwarten.

Rassenscheiding in bus in Birmingham, Alabama
© Pictorial Press Ltd/Imageselect

Bussen en treinen: Zwarten achterin

Bussen en treinen waren verdeeld in witte en zwarte coupés. Blanken zaten voorin, zwarten moesten achterin plaatsnemen. In het tijdperk van de rassenscheiding weigerden veel zwarten zich aan de discriminerende regels te houden. De bekendste was Rosa Parks.

Ruby Bridges wordt begeleid door FBI-agenten.
© Public domain

Onderwijs: Strijd om scholen

In het Zuiden mochten zwarte leerlingen niet met blanken naar school en ze moesten les krijgen van zwarte leraren. Op de foto staat Ruby Bridges. Haar ouders klaagden in 1954 een blanke school aan toen haar de toegang werd geweigerd. De zaak kwam voor het Hooggerechtshof, en Bridges won.

Bioscoop in het Jim Crow-tijdperk.
© Library of Congress

Cultureel leven: Raszuiver entertainment

Het culturele leven in het Zuiden in het Jim Crow-tijdperk was ook sterk gesegregeerd. Zwarten hadden hun eigen bioscopen en mochten geen kaartjes kopen voor films in blanke bioscopen, die vaak van betere kwaliteit waren. In het Noorden werden zwarten tot de jaren 1950 ook geweerd uit de meeste witte theaters.

Crisis maakte de weg vrij voor Jim Crow

In 1873 werd vooral het Zuiden van de VS getroffen door een economische crisis. De prijs van katoen, een belangrijk exportproduct, daalde ruim 50 procent en miljoenen mensen verloren hun baan.

De Democraten sponnen er garen bij, en bij de verkiezingen van 1874 kwam de Democratische Partij weer aan de macht in het Huis van Afgevaardigden.

Bij zijn aantreden als president in 1877 sloot de Republikein Rutherford B. Hayes een compromis met de Democraten om een einde te maken aan de bezetting van het Zuiden, die in 1865 was begonnen na de overwinning van het Noorden in de Amerikaanse Burgeroorlog.

De Democraten kregen nu de controle over het Zuiden en draaiden de vooruitgang voor zwarten uit de Reconstructietijd goeddeels terug.

Verkiezingsposter.

Verkiezingsposter uit Pennsylvania (1866), die het witte verzet tegen de gelijkstelling van de zwarte bevolking illustreert na de Burgeroorlog in 1865. De angst waar de spotprent op inspeelt was onder meer dat de witte belastingbetaler hard voor zijn eten zou moeten werken, terwijl de ‘luie’ zwarte man de vrucht van het witte werk plukte.

© Wikimedia Commons

Het ‘compromis van 1877’ gaf het startschot voor de rassenscheiding in het Zuiden. Na ruim een decennium van vooruitgang was de zwarte Amerikaan terug bij af.

Slechts 3 procent van de zwarten kon stemmen

Tussen 1880 en 1900 nam het Zuiden allerlei wetten aan die de rechten van zwarten beperkten.

De Jim Crow-wetten verschilden per staat, maar de kern was dat zwarten niet met blanken mochten trouwen of samenleven, niet met blanken op school mochten zitten en zelfs niet op dezelfde plek als blanken begraven mochten worden.

Het stemrecht van zwarten werd in het Zuiden ook afgeschaft door middel van subtiele regels.

De invoering van de grootvaderclausule in 1895 betekende dat een burger alleen kon stemmen als zijn ouders of grootouders vóór 1867 als kiezer geregistreerd stonden.

De meeste zwarte voorouders waren vóór 1867 echter slaven en mochten dus niet stemmen. Daardoor mochten de meeste zwarte nakomelingen ook niet stemmen bij politieke verkiezingen.

De weinige zwarten die waren vrijgesteld van de grootvaderclausules werden alsnog geweerd van verkiezingen via leesvaardigheidstoetsen – om te kunnen stemmen moesten burgers in een aantal Zuidelijke Staten daarvoor slagen.

Terwijl blanken een makkelijke test kregen, werden zwarten onderworpen aan een veel moeilijker leesvaardigheidstoets. In 1940 mocht slechts 3 procent van alle Afro-Amerikanen in het Zuiden stemmen. De rest werd tegengehouden door de discriminerende Jim Crow-wetten.

Voorbeelden van rassenwetten uit het Zuiden

Twee toilethokjes in Jim Crows Tennessee.

Twee gelijke primitieve toilethokjes – een voor witten, een ander voor kleurlingen. Oak Ridge, Tennessee.

© Department of Energy/Wikimedia Commons

Na de Burgeroorlog, en vooral na de daaropvolgende Reconstructie, nam elke Zuidelijke Staat in de VS talloze wetten aan die bedoeld waren om de zwarte bevolking te discrimineren. Hier is een kleine greep:

  • ‘Huwelijk tussen een blanke en een neger of mulat, of een persoon met meer dan een achtste van negerbloed in zich, is onwettig en nietig.’ (Mississippi)
  • ‘Begrafenisondernemers mogen geen gekleurde personen begraven of toestaan dat ze begraven worden op land dat bedoeld is of gebruikt wordt voor het begraven van blanken.’ (Georgia)
  • ‘Het is onwettig voor een neger en een blanke om samen te spelen of in elkaars gezelschap te zijn bij een potje pool of biljart.’ (Florida)
  • ‘Al het menselijk bloed dat in de staat Louisiana wordt gebruikt voor transfusies moet worden geëtiketteerd met het woord ‘Kaukasisch’, ‘Negroïde’ of ‘Mongoloïde’ om duidelijk het ras van de donor aan te geven. Als het bloed niet geëtiketteerd is, mag het niet gebruikt worden.’ (Louisiana)
  • Iedereen die een vergunning heeft om bier of wijn te verkopen (...) mag uitsluitend blanken of uitsluitend kleurlingen bedienen, en nooit beide rassen in dezelfde ruimte. (Louisiana)
  • Boeken mogen niet worden uitgewisseld tussen blanke en gekleurde scholen, maar mogen uitsluitend worden gebruikt door het ras dat ze het eerst heeft gebruikt. (North Carolina)

Rassenwetten leidden tot duizenden lynchpartijen

Lynchpartij in Cairo, Illinois, 1909.

In 1909 verzamelde een menigte zich in Cairo, Illinois, om de 24-jarige Will James te lynchen. De zwarte man was gearresteerd op verdenking van verkrachting van een jonge blanke vrouw. Tegelijkertijd werd James’ zwarte celgenoot uit de gevangenis gesleurd en opgeknoopt.

© Wikimedia Commons

Onder het Jim Crow-beleid waren zwarten in het Zuiden onderworpen aan een ‘apartheid avant la lettre’.

Een zwarte mocht niet in hetzelfde zwembad zwemmen, in hetzelfde openbare park zitten, uit dezelfde fontein drinken of in dezelfde treinwagons, bussen en taxi’s rijden als blanken.

Zwarten konden niet naar dezelfde scholen of bibliotheken als blanken of samen met hen sporten.

Zwarten moesten alle blanken aanspreken met ‘mr.’, ‘miss’, ‘boss’ of ‘kapitein’, terwijl ze zelf neerbuigende titels kregen als ‘boy’ of ‘uncle’ (als ze niet gewoon ‘neger’ werden genoemd).

De Jim Crow-wetten verschilden per staat en stad, maar in principe waren alle zwarten in het Zuiden onderworpen aan de blanke suprematie.

En de straffen voor het overtreden van de segregatiewetten waren streng.

Van 1883 tot 1968 werden in het Zuiden bijna 3500 zwarten gelyncht. Openbare afranselingen trokken veel publiek en werden gekenmerkt door extreem sadisme.

Begin 20e eeuw, op het hoogtepunt van de lynchpartijen, beschreef een verslaggever van de krant Greenwood Observer een openbare afranseling van een zwarte man tot in detail.

‘De menigte sneed zijn lichaam aan stukken, schroeide het met gloeiend heet ijzer, hing hem op aan zijn nek tot hij bijna stikte, toen brachten ze hem bij zinnen en gingen ze door met de marteling. Daarna sleepten ze hem naar het huis van het slachtoffer, waar duizenden mensen stonden te wachten. Toen ze voor het huis stopten, kwam er een vrouw naar buiten die een slagersmes in zijn hart stak.’

De burgerrechtenbeweging krijgt wind in de zeilen

Sit-in-protest in 1960 in North Carolina.

Op 1 februari 1960 daagden vier Afro-Amerikaanse studenten de Jim Crow-regels uit in Greensboro, North Carolina, door bediend te willen worden in de voor blanken bestemde cafetaria van warenhuis Woolworths. Het personeel weigerde, maar de vier studenten bleven zitten tot sluitingstijd en verschenen de volgende dagen opnieuw. Hun vreedzame protest werd bekend als de ‘sit-in-beweging’. In de jaren 1960 telde de beweging op haar hoogtepunt 70.000 zwarte leden.

© Wikimedia Commons

Maar de zwarte bevolking liet zich ook weer niet klakkeloos de dood of de gevangenis in jagen.

Burgerrechtenactivisten als Ida Wells zetten zich in om de wrede lynchpartijen aan het licht te brengen en probeerden ze door het Hooggerechtshof te laten afschaffen – helaas vergeefs.

Wells was medeoprichter van de burgerrechtenorganisatie NAACP, die in 1938 de Afro-Amerikaanse Lloyd Gaines hielp om een zaak tegen de staat Missouri voor het Amerikaanse Hooggerechtshof te brengen.

Gaines wilde naar de Missouri School of Law, maar werd afgewezen omdat de school alleen voor blanke studenten was.

Het hof oordeelde dat Missouri niet gedwongen kon worden om Gaines toe te laten tot de universiteit op grond van het precedent uit 1896.

In plaats daarvan zou de universiteit zwarten moeten betalen om rechten te studeren buiten de staat of een faciliteit moeten bouwen die vergelijkbaar was met die voor blanke studenten. Missouri richtte uiteindelijk een rechtenfaculteit voor zwarte studenten op.

Dat was een duur en ingewikkeld alternatief voor de integratie van zwarte studenten in witte scholen, waardoor Gaines’ overwinning bij het Hooggerechtshof uiteindelijk de weg vrijmaakte voor de definitieve opheffing van rassenscheiding in openbare scholen in 1954.

Afgeschaft – maar niet verdwenen

De NAACP kwam in de jaren 1940 en 1950 in het geweer tegen verschillende Jim Crow-wetten en boekte vaak succes, maar in de praktijk werd er weinig gedaan om de racistische wetten in het Zuiden te herzien.

De overwinning in 1954, waarbij rassenscheiding op openbare scholen werd verboden, gaf de burgerrechtenbeweging echter nieuwe moed.

In de tien jaar daarna vochten de NAACP en burgerrechtenleiders als Martin Luther King en Malcolm X in de rechtszaal en op straat tegen de blanke suprematie en de Jim Crow-wetten.

Lyndon B. Johnson maakt Jim Crow-wetten onrechtmatig.

President Lyndon B. Johnson ondertekent in 1964 ‘The Civil Rights Act’, die formeel een einde maakt aan de Jim Crow-wetten.

© Wikimedia Commons

De Jim Crow-wetten werden uiteindelijk afgeschaft toen president Lyndon B. Johnson in 1964 de Civil Rights Act en in 1965 de Voting Rights Act tekende.

De zwarte strijd voor gelijkheid was echter nog lang niet voorbij en zelfs nu steekt Jim Crow nog af en toe de kop op.

Na de verkiezingsnederlaag van Donald Trump in 2021 is er wetgeving ingevoerd, vooral in het oude Zuiden, die vrijwel alleen zwarten, latino's en mensen van Aziatische afkomst treft.

Zo moeten sommige stembureaus eerder sluiten, waardoor mensen uit de arbeidersklasse moeilijker kunnen stemmen, of komen stembureaus in wijken met een overwegend zwarte bevolking te vervallen.

Dus ook al zijn de oude wetten afgeschaft, de Jim Crow-strategie waart nog rond in het huidige Amerika.

Wijk in Detroit met rassenscheiding.

De Jim Crow-mentaliteit heerste ook in de voormalige Noordelijke Staten. Het bord komt uit Detroit, Michigan (1942): ‘We willen blanke huurders in onze blanke buurt.’

© Library of Congress

Jim Crow kwam uit het Noorden

De Jim Crow-wetten zijn onlosmakelijk verbonden met het Zuiden. Hier namen de segregatiewetten eind 19e eeuw tot halverwege de jaren 1960 een grote vlucht.

Maar de eerste Jim Crow-wetten ontstonden in het Noorden. De eerste verwijzing naar een ‘Jim Crow-wagon’, een treinwagon waarin zwarte en blanke passagiers van elkaar werden gescheiden, dateert uit 1838.

Verschillende zwarten in het Noorden weigerden zich te houden aan de segregatiewetten in het openbaar vervoer – onder wie burgerrechtenactivist Frederick Douglass – en in 1943 werd de eis voor segregatie in treinwagons afgeschaft.

De Jim Crow-wetten en het segregatiebeleid werden pas na 1877 in het Zuiden gelegaliseerd, maar ook in het Noorden bestond discriminatie.

Hoewel de segregatie van zwarten en blanken op openbare scholen in het Noorden niet gelegaliseerd was, gingen blanke en zwarte leerlingen apart naar school.

Na de Tweede Wereldoorlog raakten de zwarte en blanke bevolkingsgroepen in het Noorden nog meer gesegregeerd doordat zwarten gingen samenwonen in stedelijke getto’s terwijl blanken massaal naar de buitenwijken verhuisden.