In 1896 had Dawson City – een klein, zeer afgelegen plaatsje in Canada – slechts 500 inwoners. Twee jaar telde het slaperige stadje maar liefst 30.000 zielen.
De oorzaak van die explosieve stijging was dat vier goudzoekers op 16 augustus 1896 kleine stukjes goud in het troebele water van de rivier de Klondike hadden gevonden.
In de eerste maanden verspreidde het nieuws zich alleen in Dawson City en de omliggende plaatsjes, waar lokale goudzoekers snel stukken grond langs de rivier opkochten.
Maar toen de geruchten over goud in de zomer van 1897 de grote steden bereikten, trokken tienduizenden gelukszoekers naar Dawson City.
De meesten vonden niets
Historici denken dat circa 100.000 mensen hun huis, werk en familie in Canada, de VS en andere landen verlieten om naar Klondike te gaan. Slechts 30.000 à 40.000 van hen voltooiden de barre tocht door het ruige landschap en de hoge bergen.
Toen de gelukszoekers aankwamen, waren de beste en meest lucratieve gebieden langs de Klondike-rivier al opgekocht. Slechts 4000 ambitieuze goudzoekers vonden goud, en maar een paar honderd van hen vonden zo veel dat ze rijk werden.
De meeste goudzoekers gingen in de zomer van 1898 teleurgesteld naar huis, terwijl de goudkoorts ook langzaam wegebde.
Het is moeilijk te bepalen hoe veel goud Klondike tijdens de goudkoorts van 1896-1898 opleverde. Volgens de Yukon Geological Survey, die geologische data levert aan de Canadese overheid, is er sinds 1896 circa 6 ton goud gevonden in het gebied.