In juli 1947 stortte er een onbekend object neer bij een ranch in een afgelegen deel van de Amerikaanse staat New Mexico, niet ver van de plaats Roswell.
De veehoeder William Brazel stuitte op de wrakstukken toen hij in de schapenkraal liep, en hij beschreef wat hij zag als ‘een groot gebied met wrakstukken, die bestonden uit rubberen strips, zilverfolie, papier en stokken’.
De ranch had geen telefoon, en daardoor duurde het een paar dagen voordat Brazel discreet aan de sheriff van Roswell vertelde dat hij misschien zo’n ‘vliegende schijf’ had gevonden.
De sheriff nam meteen contact op met de nabijgelegen vliegbasis, die een officier en een ‘man in burger’ naar de ranch stuurde. Op 7 juli begonnen zij met het verzamelen en afvoeren van het materiaal. Kort daarna waren alle sporen van het neergestorte object verdwenen en konden alleen een paar ooggetuigen nog vertellen wat ze op die zomerdag in 1947 hadden gezien.

De ufohype in Roswell kwam pas goed op gang toen de boer William Brazel naar eigen zeggen de brokstukken van een vliegende schotel ontdekte.
Zo begint een van de hardnekkigste en bekendste complottheorieën ooit. De crash bij Roswell is het verhaal over hoe het Amerikaanse leger een buitenaards wezen heeft neergeschoten en gevangen – en nog steeds vasthoudt in de geheime legerbasis Area 51, niet ver daarvandaan.
In boeken die erover zijn geschreven, vertellen ooggetuigen dat ze in Brazels schapenkraal twee crashplaatsen zagen, met grote inslagkraters, alsof er iets groots met hoge snelheid was neergekomen.
Her en der verspreid lagen wrakstukken van een onbekend, buitenaards, flexibel materiaal, dat ‘met geen enkel middel kon worden beschadigd’.
Volgens andere ooggetuigen, die echter nooit bij naam worden genoemd, lagen er ook kleine lijken. En sommige verslagen, gebaseerd op gesprekken met mensen die beweren de crashlocatie te hebben gezien, spreken zelfs van levende wezens met een groot hoofd, die op de plek rondliepen voordat ze werden meegevoerd.
Al het materiaal en de aliens zouden zijn meegenomen in zware, gepantserde vrachtauto’s. In korte tijd waren alle sporen van de mysterieuze neergestorte objecten weg.

In 1991 opende er een ufomuseum in Roswell. Bezoekers kunnen er onder meer zien hoe de obductie van de buitenaardse wezens verliep.
Leger onderzoekt ufo
De verhalen kunnen onmogelijk worden bevestigd, maar wat historici wel weten, is dat vertegenwoordigers van het Amerikaanse leger een paar dagen later lieten weten dat ze in het bezit waren gekomen van een flying disc, een vliegende schijf, die door experts nader is onderzocht op het Roswell Army Air Field en daarna werd overgedragen aan een ‘hogere instantie’.
De mannen gaven ook een korte persconferentie en lieten rubber, folie en hout zien, die afkomstig zouden zijn van de crash en die volgens hen onderdelen van een weerballon waren.
Om te begrijpen wat er in Roswell gebeurde, moet je eerst iets weten over de Amerikaanse obsessie met ‘ongeïdentificeerde vliegende objecten’ of ufo’s, zoals ze in de volksmond werden genoemd. De ufomanie bloeide vlak na de Tweede Wereldoorlog op en het aantal waarnemingen van ufo’s bereikte in de 20 jaar daarop een hoogtepunt, vooral in de VS, maar ook in Europa.

Vijf dagen na het incident in Roswell toonde het Amerikaanse leger hoe weerballonnen met radar opgelaten worden.
De eerste beschrijving van een typische waarneming van ruimtevaartuigen stamt uit de zomer van 1947, kort voor het Roswellincident. De piloot Kenneth Arnold meldde dat hij tijdens een vlucht negen vreemde, onbekende objecten had gezien, die in formatie leken te vliegen en eruitzagen als een soort platte schotels.
Zo werd het woord ‘vliegende schotel’ gemeengoed en vanaf dat moment werden vooral dit soort objecten waargenomen.
Niemand kon verklaren wat Arnold had gezien, maar de krantenberichten over zijn bijzondere ervaring leidden tot een stortvloed aan waarnemingen van vliegende schotels in de dagen en weken erop.
Uit alle hoeken van het land kwamen er verhalen binnen over mensen die met eigen ogen schotelvormige ruimtevaartuigen hadden gezien. Vaak ging de waarneming gepaard met een raadselachtige stroomstoring of plotselinge duisternis.

De piloot Kenneth Arnold was in 1947 de eerste die iets beschreef wat bekend zou worden als ufo’s. Hij vertelde dat ze met 2750 km/h op een onregelmatige manier vlogen, ‘zoals wanneer je een schotel over het water keilt’.
Speciale eenheid beoordeelt dreiging
Het land was in de ban van al die vliegende schotels, en ook de regering wilde meer weten.
De Koude Oorlog was in volle gang, en de regering wilde erachter komen of de vele vliegende objecten aan vreemde mogendheden toebehoorden of dat er een andere verklaring was. Daarom richtte de CIA een geheime eenheid op, Project Sign, die de talrijke meldingen moest beoordelen.
In 1949 stelde Project Sign vast dat er, hoewel niet alle 243 incidenten die de experts van de eenheid hadden onderzocht, konden worden verklaard, geen aanwijzingen waren dat de waarnemingen een bedreiging voor de nationale veiligheid vormden.

Op deze foto uit 1952 zou een ufo staan, maar de Amerikaanse luchtmacht stelde vast dat het om een hoed met een brede rand gaat, die voor de fotograaf in de lucht werd gegooid.
Project Sign kon niet bewijzen, noch volledig uitsluiten, dat er mensen waren die vliegende machines hadden gezien van een onverklaarbare soort, maar het merendeel van de waarnemingen bleek om een doodgewoon weersverschijnsel te gaan. De leiding concludeerde dat er, zolang er geen fysieke bewijzen van buitenaardse wezens waren gevonden, geen reden was om aan te nemen dat het om iets anders ging dan valse meldingen of natuurverschijnselen.
Project Sign werd ontbonden, waarna een nieuw project, Grudge, het werk op een veel lager pitje voortzette. Dit concludeerde dat er geen gevaar op komst was en dat de incidenten vooral draaiden om misinterpretaties van natuurlijke verschijnselen, gecombineerd met een milde vorm van massahysterie.
De opvolger van Grudge kreeg de codenaam Operation Blue Book. Deze onderzocht en categoriseerde gedurende zijn bestaan meer dan 12.000 incidenten.
‘Van alle mogelijke verklaringen is een bezoek van een andere planeet de minst waarschijnlijke.’ De Amerikaanse Operation Blue Book, die ongeïdentificeerde vliegende objecten onderzocht
De duizenden observaties zouden ertoe leiden dat de vliegende schotels in 1953 de aanduiding ‘ufo’ kregen. Het woord werd bedacht door Edward J. Ruppelt, kapitein bij de Amerikaanse luchtmacht en hoofd van Operation Blue Book.
Volgens hem was ‘vliegende schotel’ een te onnauwkeurige naam voor waargenomen objecten met allerlei vormen die zich heel verschillend gedroegen. Voortaan zouden de incidenten worden gecategoriseerd als waarnemingen van ongeïdentificeerde vliegende objecten – unidentified flying objects of ufo’s.
Hoewel een handvol zaken die door Operation Blue Book zijn bestudeerd nog altijd niet verklaard is, constateerden de onderzoekers dat er geen tastbare bewijzen zijn dat het gaat om buitenaardse of vijandelijke vaartuigen.
De eenheid stelde vast dat ‘van alle mogelijke verklaringen een bezoek van een andere planeet de minst waarschijnlijke is’. In 1969 beëindigde de Amerikaanse defensie de ufoprojecten daarom voorgoed.
Contact met ruimtewezens is in te delen in drie categorieën
Een ontmoeting met een ufo is te beschrijven met de zogeheten Schaal van Hynek, bedacht door de gerenommeerde ufoloog Josef Allen Hynek. In 1972 publiceerde hij het boek The UFO Experience: A Scientific Inquiry.

Ontmoeting van het eerste soort
Licht, schaduwen en andere zaken die lijken op een ongeïdentificeerd vliegend object behoren tot een ontmoeting van het eerste soort. Het verschijnsel moet zijn waargenomen vanaf maximaal 150 meter afstand.

Ontmoeting van het tweede soort
Als de ooggetuige iets ervaart dat een fysiek effect heeft, gaat het om een ontmoeting van het tweede soort. De ufo heeft dan bijvoorbeeld invloed op de radio, is te zien op de radar of brengt een reactie teweeg bij dieren.

Ontmoeting van het derde soort
Als iemand een ufo ziet met een wezen of robot als bestuurder, is dat een ontmoeting van het derde soort. In 1977 maakte de Spielberg-film Close Encounters of the Third Kind de Schaal van Hynek beroemd.
Roswell komt in de belangstelling
Zogeheten ufologen zagen de afnemende interesse van Defensie echter als een teken dat de regering eens te meer de waarheid verborgen wilde houden voor de bevolking. En de belangstelling voor ufo’s bloeide weer op.
Het waren de hoogtijdagen van het sciencefictiongenre, en doordat de ruimtewedloop in volle gang was, stonden buitenaardse zaken in de aandacht. Nieuwsgierigen vormden verenigingen die boeken uitgaven, films maakten en onderzoek deden.
Maar niemand herinnerde zich het Roswellincident tot in 1978 de tabloid National Enquirer, die bekendstond om artikelen over Bigfoot en nazibases op de maan, het originele krantenartikel uit de Roswell Daily Record, waarin een vliegende schijf werd genoemd, opnieuw afdrukte. In één klap stond Roswell op de kaart in ufoland.
Twee jaar later kwam het boek The Roswell Incident van Charles Berlitz en William L. Moore uit.

De theorie dat er ruimtewezens waren neergestort in Roswell werd bekend na publicatie van The Roswell Incident in 1980.
Dit boek bestaat voornamelijk uit geruchten en interviews met nabestaanden en kennissen van mensen die bij de gebeurtenissen in 1947 waren. Zij hadden de crash niet zelf gezien noch de gevolgen ondervonden.
Zo was het de zoon van William Brazel die als eerste zei dat de voorwerpen die zijn vader op het veld vond van een materiaal waren dat onmogelijk van de aarde kon komen.
Een van de mensen die hierna met extra informatie kwamen, was een oudere man met de naam Glenn Dennis, die in 1947 lijkbezorger was in Roswell en onder andere de naburige vliegbasis als klant had.
Nadat Glenn Dennis een tv-programma over Roswell had gezien, benaderde hij ufo-onderzoeker Stanton Friedman, die hem hielp om zijn geheugen op te frissen. Plots herinnerde Dennis zich details waaraan hij 42 jaar niet had gedacht. Deze herinneringen zouden de kern gaan vormen van alle latere verhalen over het Roswellincident.
Glenn Dennis vertelt wat hij meemaakte in Roswell
De lijkbezorger voegde allerlei nieuwe details toe. Zo vertelde hij dat hij een gewonde piloot naar de basis had gebracht en een ambulance met wrakstukken had gezien.
Ook beweerde hij dat een vriendin die als verpleegster op de basis werkte, hem had verteld over een vreselijke obductie op drie kleine, zwarte, verminkte lichamen. En dat het leger die obductie moest stoppen omdat er gassen uit de lichamen kwamen die het werk onmogelijk maakten.
Dennis had zelfs een persoon of wezen met een abnormaal groot hoofd zien lopen. Daarna was hij door een boze, roodharige kolonel van de legerbasis verjaagd en mocht hij er nooit meer komen.
Toen Dennis later contact op wilde nemen met de verpleegster, kreeg hij te horen dat ze niet meer op de basis werkte, en hij zou niets meer van haar horen.
Al deze informatie herinnerde Glenn Dennis uit Roswell zich plotseling, wat ervoor zorgde dat hij in zijn nadagen beroemd werd.

De A-12 werd slechts van 1963 tot 1968 gebruikt door het Amerikaanse leger. Het ontwerp werd echter doorontwikkeld tot de SR-71 Blackbird, nog steeds het snelste bemande straalvliegtuig.
CIA-vliegtuig voedde speculaties
De CIA testte het spionagevliegtuig A-12 op luchtmachtbasis Area 51. Door de speciale vorm en hoge snelheid ervan dachten complotdenkers dat ze met een ufo van doen hadden.
Het geheime spionagevliegtuig A-12 van de CIA, dat later werd doorontwikkeld tot het militaire verkenningsvliegtuig SR-71 Blackbird, was iets bijzonders. Als je het bij zonsondergang vanaf de grond zag, deed de platte titanium romp die met hoge snelheid passeerde, denken aan iets uit een andere wereld.
Het spionagetoestel vloog ook nog eens sneller en hoger dan enig ander vliegtuig, en dankzij zijn innovatieve antiradarprofiel had het een uniek uiterlijk. Het vliegtuig haalde ruim drie keer de geluidssnelheid en bereikte een hoogte van 26 kilometer. Het snelheidsrecord dat in 1978 in een SR-71 werd gevestigd, staat nog steeds.




Met een topsnelheid van 4100 km/h, een actieradius van 4630 kilometer en een vlieghoogte van ruim 26 kilometer kon het spionagevliegtuig A-12 een bovennatuurlijke indruk maken op een toevallige getuige.
Getuigen moesten zwijgen
Vanwege de krachtige straalmotoren was de A-12 moeilijk te besturen voor de testpiloten op de basis Area 51. In 1963 ging het mis toen een toestel neerstortte in Utah. Tegen de plaatselijke politie en een gezin dat de crash had gezien, werd gedreigd met ‘ernstige gevolgen’ als ze uit de school klapten.
Vliegtuig was van supermetaal
Normaal wordt titanium alleen gebruikt voor kwetsbare onderdelen, maar zelfs de cockpit van de A-12 bestond bijna alleen uit het sterke metaal. Titanium is even sterk als staal, maar veel lichter.
Sovjet-Unie leverde metaal
Het was lastig om aan titanium te komen, want de Sovjet-Unie was de grootste leverancier ter wereld. Daarom kocht de CIA het metaal via stromannen van de Russen, zodat het vliegtuig geheim bleef.
Waarheid liep 30 jaar vertraging op
We kunnen niet zeker weten wat er op die avond in 1947 in de woestijn van New Mexico is gebeurd. De bewijzen zijn allang verdwenen en er zijn slechts een paar ooggetuigenverslagen.
Bedenk echter wel dat de extreemste verhalen over wat er is gebeurd, pas opdoken na meer dan 30 jaar stilte. En voor veel mensen kwam de hernieuwde aandacht voor het Roswellincident als een zegen, in de vorm van geld en roem.
Opeens brachten de wezens uit Roswell geld in het laatje van al die mensen die boeken over dit onderwerp schreven. Zo zijn er van het boek met het verhaal van Glenn Dennis 160.000 exemplaren verkocht.
Sinds 1980 zijn er meerdere boeken uitgekomen die niet alleen met nieuwe details over de gebeurtenis kwamen, maar elkaar ook tegenspraken. En wat ze gemeen hebben, is dat ze afgaan op een handjevol getuigen, van wie slechts weinigen zelf iets gezien hebben. De meesten vertelden alleen door wat ze van anderen hadden gehoord.

In 1962 nam een jonge Engelsman een sensationele foto van vijf ufo’s. 10 jaar later gaf hij beschaamd toe dat de foto een hoax was.
De hoofdgetuige, lijkbezorger Glenn Dennis, had toen hij zijn verhaal vertelde geheugenproblemen en haalt in het boek data en gegevens door elkaar. Critici hebben van een aantal details aangetoond dat ze niet kunnen kloppen en komen ook met simpelere plausibele verklaringen voor bepaalde dingen die hij gezien en gehoord heeft.
Zo beweerde Dennis dat de boze, rossige officier werd vergezeld door een zwarte sergeant. Dat kan onmogelijk waar zijn, omdat het Amerikaanse leger pas vanaf 1949 gemengde eenheden van zwarte en witte soldaten had.
De verdwenen verpleegster is ook teruggevonden en geïdentificeerd. Ze lag in het ziekenhuis toen Dennis contact met haar zocht – wat hij vanwege de geheimhoudingsplicht niet te horen kreeg. En dan: in 1956 stortte er een militaire Boeing KC-97G neer die in brand vloog, waardoor alle inzittenden omkwamen.
De meeste lijken misten ledematen en waren verminkt en deels verkoold. Drie zouden er worden geobduceerd in Dennis’ mortuarium, maar dit lukte niet omdat de lichamen waren doordrenkt met brandstof. Daarom werd de obductie verplaatst naar een koelruimte op de basis.

In 1992 verscheen de eerste film over het Roswellincident. Er volgden nog vele films en tv-series.
Negen jaar na zijn ontmoeting met ‘ruimtewezens’ in 1947 was Glenn Dennis dus weer op de basis bij Roswell, al zei hij dat hem voor altijd de toegang was ontzegd. Het is niet onwaarschijnlijk dat de ontmoeting met de boze officier in feite plaatsvond na het ongeluk in 1956, waarbij iedereen de slachtoffers kende en ongetwijfeld gespannen was.
Feit is dat complotdenkers en golddiggers sinds het eerste boek in 1980 een keur aan boeken, films, tv-series en artikelen hebben gepubliceerd die stuk voor stuk details toevoegen aan het verhaal over Roswell. De meeste zijn weerlegd, zoals de film over de obductie van een alien, die in 1995 uitkwam in Londen en aantoonbaar nep is.
Brazel zag niets vreemds
Wie de waarheid wil weten, moet dus terug naar de allereerste ooggetuigenverslagen, die werden gegeven op de dag van de crash of kort daarna, door mensen die er zelf bij waren.
Daaruit weten we dat er geen getuigen waren van de crash zelf, dat de veehoeder William Brazel wrakstukken vond en niets heeft gezegd over geheimzinnige materialen of lichamen. We weten ook dat het Amerikaanse leger het neergestorte voorwerp een ‘vliegende schijf’ noemde en dit later veranderde in ‘weerballon’.
Alle details over een grote militaire inzet, kraters, lichamen, ruimtewezens, meerdere soldaten (naast de twee die Brazel noemde), militaire voertuigen en pogingen om getuigen de mond te snoeren, zijn uitsluitend terug te vinden in boeken die 30 tot 50 jaar na dato zijn geschreven – door auteurs die beweren met ooggetuigen te hebben gepraat, maar die over het algemeen alleen buren, nabestaanden en anderen die de crash bij Roswell niet zelf hebben meegemaakt, hebben geïnterviewd.




Wat kunnen mensen gezien hebben?
Ufo’s worden door ooggetuigen vaak onverklaarbaar genoemd, maar volgens experts gaat het meestal om weersverschijnselen of prototypen van vliegtuigen.
F-117 Nighthawk
De F-117 is een stealthbommenwerper die op Area 51 werd getest. Vanwege de scherpe randen is hij onzichtbaar voor de radar. Burgers hebben het vreemde toestel vaak aangezien voor een ufo.
Lockheed U-2
De U-2 is als een van de weinige vliegtuigen al ruim 50 jaar in gebruik. In de Koude Oorlog maakte het Amerikaanse spionagevliegtuig boven de Sovjet-Unie foto’s van militaire geheimen.
Vliegende schotel
De klassieke ufo wordt vaak beschreven als metaalachtig en omringd door een stralend licht. Volgens onderzoekers gaat het hierbij om weersverschijnselen waarbij het zonlicht voor een luchtspiegeling zorgt.
Luchtmacht maakt geheim bekend
We weten echter ook dat de Amerikaanse luchtmacht wel degelijk iets te verbergen had, want toen de Koude Oorlog eindigde met de val van de Muur en de behoefte aan geheimhouding tegenover de grote vijand in het oosten niet meer zo groot was, maakte het Amerikaanse leger beetje bij beetje geheimen uit de voorgaande decennia openbaar.
Zo was het geen weerballon die neerstortte in Roswell, maar een hele trits ballonnen, die bij het zeer geheime Project Mogul hoorden.
De ballonnen vormden een ruim 200 meter lange keten die lange antennes en experimentele, vertrouwelijke meetapparatuur de lucht in bracht. Deze hadden tot doel om kernproeven in de Sovjet-Unie in de gaten te houden.
Dat verklaart mogelijk dat de wrakstukken er zo onherkenbaar uitzagen voor de mensen in Roswell en op de militaire basis, en dat het leger ze zo snel opruimde.

De rook van de ruimteraketten die de VS lanceren, wordt vaak foutief geïnterpreteerd als afkomstig van ruimtewezens.
Toen de ballonnen van Project Mogul in Roswell neerstortten, was het volgens de Amerikaanse luchtmacht van het grootste belang dat de Sovjet-Unie niet zou ontdekken dat haar aartsvijand haar atoomprogramma in de gaten kon houden vanuit het luchtruim boven New Mexico.
De weerballon was een goede dekmantel, en ook alle verhalen over aliens leidden de aandacht af van de meer nuchtere waarheid. Met twee rapporten uit 1994 en 1997 sloot het leger de zaak Roswell af.
De conclusie is dat de wrakstukken inderdaad van Project Mogul afkomstig waren, en dat de verhalen over ruimtewezens en obducties bij Roswell het gevolg zijn van verwarring met andere vliegtuigcrashes en van een ander geheim experiment uit de jaren 1950, Operation High Dive. Daarbij testte de luchtmacht parachutes vanaf extreme hoogte door op mensen lijkende poppen uit ballonnen omlaag te gooien.
Doordat de getuigen pas tientallen jaren na het Roswellincident werden geïnterviewd, haalden ze jaartallen door elkaar en versmolten meerdere gebeurtenissen tot één verhaal over buitenaardse wezens in de staat New Mexico.

Majoor Jesse Marcel was de eerste Amerikaanse militair die het object bij Roswell zag. Hij wist niet wat het was, maar kreeg van zijn meerdere te horen dat het om een weerballon ging.
Dit weten we zeker:
- Er stortten mysterieuze objecten neer in Roswell.
- De wrakstukken kwamen niet van een vliegende schotel.
- Waarschijnlijk kwamen ze van het nucleaire spionageproject Mogul.
- De basis Area 51 is nog steeds in bedrijf en is verboden terrein.
- Diverse geheime militaire vliegtuigen van de VS zijn ontwikkeld op Area 51.
- Het Roswellincident in 1947 kreeg pas in 1978 nationale bekendheid.
- Niemand heeft wrakstukken gevonden van buitenaardse vaartuigen.
De (niet zo) geheime basis
Degenen die er nog steeds van overtuigd zijn dat Roswell in 1947 bezoek kreeg uit de ruimte, denken uiteraard dat de twee rapporten ook weer bedoeld zijn om dat wat er werkelijk gebeurde, te verhullen. Laten we er even van uitgaan dat het waar is dat soldaten na de crash bij Roswell wrakstukken van een ruimteschip en mysterieuze wezens hebben meegenomen. Dan blijft nog steeds de vraag waar die dan naartoe zijn gebracht, en hoe het bestaan ervan al die jaren geheim is gehouden. Daar zijn verschillende theorieën over.

Boven Minneapolis in Minnesota zag – en fotografeerde – een ooggetuige een vreemd licht dat volgens hem een ufo was. Het bleek te gaan om een bijzonder weersverschijnsel.
Sommige mensen denken dat de lichamen naar de Nellis Air Force Base in Nevada zijn gebracht. Maar de meesten zijn het erover eens dat zelfs de Amerikaanse regering er niet in zou slagen aliens geheim te houden op een grote luchtmachtbasis met duizenden medewerkers.
Als de luchtmacht een geheim programma heeft dat onderzoek doet naar aliens en hun technologie, is dat ergens waar geen burgers komen en waar alleen mensen met een veiligheidsaccreditatie werken.
Zo’n basis ligt in de staat Nevada, in een woestijngebied dat grenst aan de locaties waar de VS kernproeven deed, zo’n 134 kilometer ten noordwesten van Las Vegas.
De in 1955 opgerichte basis ligt bij het drooggevallen zoutmeer Groom Lake, een vlak gebied dat geschikt is voor landingsbanen.
Reeds kort nadat Area 51, zoals de basis heet, in gebruik genomen werd, namen de omwonenden een verhoogde activiteit in de lucht waar. Vliegtuigen stegen op en landden, en er werden ufo’s waargenomen.
Dit willen we nog weten:

Wat gebeurde er nou precies in Roswell?
De officiële en meest waarschijnlijke verklaring is bekend, maar omdat de gebeurtenis zo lang geleden plaatsvond, zijn er geen concrete bewijzen. We weten wat er niet is gebeurd en we weten dat een heleboel geruchten en verhalen die jaren later zijn ontstaan, leugens, verzinsels of het gevolg van een slecht geheugen zijn.

Wat gebeurt er op Area 51?
De basis bij Groom Lake in de woestijn van Nevada is wellicht niet meer zo geheim, maar nog wel in raadselen gehuld. Hoe groot is hij, hoeveel faciliteiten bevinden zich onder de grond, en waar werken de medewerkers aan? De ontwikkeling van nieuwe vliegtuigtypen voor de Amerikaanse luchtmacht is een goede mogelijkheid, maar geen enkele buitenstaander weet het zeker.

Komen de onverklaarbare ufo’s uit de ruimte?
Hoewel er een natuurlijke verklaring bestaat voor misschien wel 99 procent van de ufowaarnemingen, zijn er enkele onopgehelderd. In 2020 gaf het Amerikaanse ministerie van Defensie vier video’s vrij die tussen 2004 en 2019 zijn opgenomen. Het erkende dat het niet met zekerheid te zeggen is wat deze ronde objecten die zich zeer snel voortbewegen precies zijn.
De waarheid is saai
In 1989 kwam Bob Lazar naar voren met het verhaal dat hij als wetenschapper bij het atoomproject in Los Alamos had gewerkt, en daar werd gerekruteerd voor Area 51.
Lazar beschreef hoe de medewerkers in het diepste geheim heen en weer werden gevlogen tussen Las Vegas en de legerbasis, geheimhouding moesten zweren en in grote, ondergrondse laboratoria aan het werk werden gezet.
Hier moest hij onder andere onderzoeken hoe de antizwaartekrachtaandrijving van een geborgen vliegende schotel werkte. Ook had hij toegang tot documenten over grijze aliens van een planeet die rond de ster Zeta Reticuli draait. Deze wezens zouden de aarde al 10.000 jaar bezoeken.
Lazar trad voor het eerst op bij een lokale tv-zender in Las Vegas en werkte sindsdien mee aan films, tv-programma’s en boeken. Hij is degene die Area 51 bekend maakte, en sindsdien hebben zich meer getuigen met meer of minder geloofwaardige verhalen gemeld.
Niemand heeft Lazars verhaal echter kunnen bevestigen, of kunnen vaststellen dat hij een academische graad heeft of zelfs maar heeft gestudeerd. Volgens Lazar komt dit doordat het Amerikaanse leger zijn sporen heeft uitgewist, zodat zijn verhaal niet kan worden gecontroleerd.

De complotdenker Bob Lazar deed talloze beweringen over Area 51, die allemaal ontkracht zijn door experts.
Dat er een geheime basis met de bijnaam Area 51 bestaat, staat vast en is algemeen bekend. Jarenlang wilde de Amerikaanse luchtmacht dit echter niet toegeven. Pas in 2005 kwamen er documenten vrij die het bestaan onthulden en enige informatie gaven over geheime projecten aldaar.
Zo weten we dat de basis in 1955 werd opgericht omdat de zoutvlakte de ideale plek was om landingsbanen aan te leggen voor een nieuw, geheim vliegtuigtype. De CIA testte er U-2-verkenningsvliegtuigen, die bedoeld waren om op grote hoogte boven de Sovjet-Unie te vliegen, buiten het bereik van Russische radarstations.
Het U-2-type werd ingezet vanaf 1955 en wordt sindsdien gebruikt voor spionagevluchten, zoals in Afghanistan. In het begin van het bestaan van de U-2 was de maximumhoogte van civiele vliegtuigen zo’n 6 kilometer en die van militaire toestellen twee keer zo hoog.
De bijna 20 meter lange U-2 met een spanwijdte van 31 meter kwam tot 21 kilometer hoogte. Het is dan ook niet gek dat burgerluchtvaartpiloten die op grote hoogte iets zagen vliegen, melding maakten van een ongeïdentificeerd vliegend object met ongekende eigenschappen.
Na de U-2 werden de geheime missies op de basis vervolgd met het spionagevliegtuig U-12, dat sneller en hoger kon vliegen dan enig ander vliegtuig en met zijn kenmerkende platte antiradarprofiel niet leek op een bekend vliegtuigtype.
Bij Groom Lake begon de luchtmacht verder met de ontwikkeling van het eerste echte stealthvliegtuig, met het prototype Have Blue, dat in 1977 voor het eerst vloog. Dit werd doorontwikkeld tot de tactische stealthbommenwerper F-117, die er met zijn hoekige vleugels en bijzondere vleugelvorm ook uniek uitzag.
De F-117 is onder meer bekend als het toestel dat in 1991 de Golfoorlog inleidde door de radarinstallaties van de vijand uit te schakelen, zodat oudere bommenwerpers konden aanvallen zonder gevaar van Iraakse luchtdoelraketten.
‘Area 51 is gewoon een geheime militaire basis, die saai werk doet. We willen alleen niet dat anderen het zien.’ Ex-president Bill Clinton over Area 51, 2005
In een interview na zijn tijd als president zei Bill Clinton tegen nieuwsgierige Amerikanen:
‘Ik had zo veel mensen in mijn regering die zeiden dat de verhalen over Roswell dan wel nep waren, maar dat op die plek in Nevada echt een buitenaards object lag. Dus stuurde ik er iemand naartoe om te onderzoeken wat daar gebeurde. Maar Area 51 is helaas gewoon een geheime militaire basis, die saai werk doet. We willen alleen niet dat anderen het zien.’
Desondanks zijn de boeken over Roswell nog steeds leuk leesvoer – en lucratieve handel.

MYSTERIES
Dit artikel komt uit de reeks MYSTERIES. Elk deel duikt in raadsels uit het verleden, van de tempeliers tot de occulte wereld van de nazi’s.
Bekijk alle titels en bestel ze hier: www.historianet.nl/mysteries