In de jaren 1950 experimenteerde de CIA heimelijk met lsd en elektrochocks op onwetende proefpersonen met als doel een methode te vinden om vijandelijke agenten te hersenspoelen. In die dagen stierf een biochemicus met banden met de CIA op mysterieuze wijze.
Gepubliceerd op 21.03.11
DoorDe redactie
URL copied to clipboard
In de nacht van 27 op 28 november 1953 hoorde de nachtportier van Hotel Statler in New York het geluid van brekend glas, gevolgd door een bons. Buiten het hotel, op straat, vond hij een dode man – Frank Olson, specialist in biologische oorlogsvoering en in dienst van het Amerikaanse leger.
Olson was een opgewekt man en zijn familie was geschokt door deze ogenschijnlijke zelfmoord. Pas na 20 jaar zou de waarheid aan het licht komen.
In 1974 berichtte de New York Times dat de CIA van 1953-1963, en mogelijk langer, onder de noemers Artichoke en MK-ULTRA experimenten uitgevoerd had op nietsvermoedende personen. De CIA vreesde dat de Sovjet-Unie en China methoden hadden bedacht om Amerikaanse agenten te hersenspoelen.
Deze twee landen waren namelijk grote hoeveelheden lsd gaan maken, de enige stof die volgens de CIA sterk genoeg was om mensen te hersenspoelen. Daarom startte het hoofd van de CIA Allan Dulles op 13 april 1953 een geheim project om het gebruik van stoffen voor hersenspoeling te onderzoeken.
In eerste instantie moest het project voorkomen dat zulke methoden werden gebruikt op Amerikaanse agenten. Maar de New York Times ontdekte dat de CIA kort daarna besloot zelf methoden voor hersenspoeling te ontwikkelen. Er was slechts één probleem. Er waren proefpersonen nodig. De oplossing was om te experimenteren met argeloze mensen, onder wie Frank Olson.
Frank Olson werd gedrogeerd
Op 18 november 1953 was Olson bij een vergadering met wetenschappers uit de CIA en het leger. Daar dronk hij een glas cointreau, waarna hij zich niet lekker voelde. ’s Nachts kon Olson niet slapen en in de loop van het weekend kreeg hij een depressie. Olson zat zo in de put, dat hij op maandag vroeg om een psycholoog. Zijn collega Robert Lashbrook bracht Olson naar de CIA-psychiater in New York, waar ze een kamer boekten in Hotel Statler.
Wat Olson niet wist, was dat zijn collega Lashbrook voor de CIA werkte en tijdens de vergadering lsd, een sterk hallucinogene stof, in Olsons glas had gedaan. Het bezoek aan de arts hoorde ook bij het plan. De arts werkte voor de CIA en pompte Olson in twee dagen vol met grote hoeveelheden lsd. Daarna viel Olson uit het raam van het hotel.
Na de onthullingen in de New York Times 20 jaar later stelde de Amerikaanse Senaat een diepgaand onderzoek in. Het bleek dat Olson inderdaad was vergiftigd met lsd, en de regering bood zijn gezin 750.000 dollar aan als schikking. President Gerald Ford sprak persoonlijk met de nabestaanden van Olson om zich te verontschuldigen, en het jaar daarop verbood de president experimenten op onwetende personen.
Hoofd CIA verbrandde bewijzen
Het onderzoek naar de CIA duurde voort. Het toenmalige hoofd van de CIA Richard Helms had het schandaal echter al in 1973 voorzien en destijds al het bewijsmateriaal laten verbranden. Een stapel documenten was echter verkeerd gearchiveerd en werd intact gevonden.
Deze documenten leidden in 1977 tot een hoorzitting in de Senaat, waaruit bleek dat MK-ULTRA zich had vertakt in meer dan 150 subprojecten met experimenten in ruim 80 ziekenhuizen en universiteiten.
Ondanks de hoorzitting bleven veel vragen onbeantwoord, zeker ook in de zaak-Frank Olson. Olsons zoon geloofde niet in de zelfmoord van zijn vader. In 1994 liet hij het lichaam opgraven en onderzoeken. Uit de autopsie bleek dat Olson voor de val een harde klap op zijn hoofd had gekregen en dat de bewijzen ‘sterk duidden op moord’.
De officier van justitie in New York stelde een onderzoek in, en daaruit bleek dat Olson CIA-geheimen kende en ontslag had willen nemen. Er waren echter niet genoeg bewijzen voor een aanklacht.
Waarschijnlijk zullen we nooit weten wat er die nacht in 1953 op Olsons hotelkamer gebeurde.
Waarheidsserum: Studenten volgepompt met stoffen
Project:
‘Artichoke’, een voorloper van MK-ULTRA.
Doel:
en waarheidsserum ontwikkelen waardoor vijandelijke agenten hun geheimen zouden onthullen.
Experiment:
De experimenten werden in 1952 onder de naam ‘Chatter’ op de universiteit van Rochester in New York uitgevoerd door het hoofd van de afdeling psychologie, Richard Wendt. De studenten wisten niet dat hij ook voor de CIA werkte. Zij vertrouwden Wendt, die hen verzekerde dat de experimenten geheel onschuldig waren. Het lukte Wendt om een groot aantal vrijwilligers te werven onder de studenten, die hij een dollar per uur betaalde voor hun deelname. Wendt bracht hen in groepen naar speciale laboratoria boven in de universiteit en testte een groot aantal stoffen op hen.
In 1952 reisde Wendt met een team van artsen naar Europa, waar hij zijn experimenten voortzette op mensen die ervan werden verdacht Sovjetagent te zijn. De proefpersonen kregen eerst de sterk opwekkende stof amfetamine en daarna slaapmiddelen ingespoten, waardoor ze onsamenhangend gingen brabbelen. De methode was echter niet effectief en na ongeveer zes jaar gaf de CIA de experimenten op.
Hypnose: Agent kreeg twee persoonlijkheden
Project: ‘Artichoke’.
Doel: Een techniek ontwikkelen om vijandelijke agenten te laten praten. De perfecte agent creëren.
Experiment: Gevangenen die ervan werden verdacht Sovjetagent te zijn, kregen verschillende stoffen toegediend en werden daarnaast gehypnotiseerd. De proefpersonen, die de onderzoekers vonden in onder andere West-Duitsland, werden jaren vastgehouden, zodat ze de experimenten niet bekend konden maken.
De combinatie hypnose en drugs werd ook op eigen agenten toegepast om een gespletenpersoonlijkheid te creëren. De verborgen persoonlijkheid kon geheimen bewaren die de echte persoonlijkheid niet kende. Er is weinig bekend over de werking van deze experimenten; in 1973 werd het bewijsmateriaal vernietigd.
Marteling: Soldaat stortte in tijdens isolatie
Project: “Artichoke”.
Doel: Martelmethoden ontwikkelen die zelfs sterke personen konden breken.
Experiment: Er werden experimenten met onder meer isolatie en drugs uitgevoerd. Zo werd een soldaat opgesloten in een kleine, donkere kist en voortdurend blootgesteld aan een piep. Na 40 uur stortte de soldaat totaal in en probeerde hij zichzelf snikkend te bevrijden.
Andere proefpersonen – behalve soldaten ook krijgsgevangenen – werden afhankelijk gemaakt van heroïne. De afkickverschijnselen werden vervolgens als martelmethode gebruikt.
Hersenspoeling: Patiënten werden proefkonijnen
Patiënten van het Allen Memorial Institute werden het slachtoffer van CIA-experimenten.
Project: MK-ULTRA.
Doel: Een methode voor hersenspoeling ontwikkelen.
Experiment: De patiënten werden opgesloten in kleine kamertjes en gedurende 15 tot 65 dagen in een diepe slaap gehouden met behulp van een drie keer per etmaal toegediende drugscocktail. Tegelijk kregen ze meerdere elektroshocks per dag, die 20 tot 40 keer sterker waren dan normaal. Daarna kregen ze een helm op met koptelefoon, die 101 dagen lang 16 tot 20 uur per dag dezelfde boodschap herhaalde.
De proefpersonen waren allen patiënt van het psychiatrisch ziekenhuis Allen Memorial Institute in Montreal onder leiding van de zeer gerespecteerde dr. Ewen Cameron, voorzitter van de World Psychiatric Association. De proef was een vervolg op eerdere experimenten, waarbij dr. Cameron het geheugen en de persoonlijkheid van mensen wilde wissen om deze weer vanaf nul op te bouwen. De CIA was geïnteresseerd en ging dr. Camerons proeven financieren.
De experimenten slaagden niet, maar de proefpersonen liepen wel veel schade op in de vorm van dementie en geestesziekten. 127 patiënten begonnen een rechtszaak tegen de CIA en troffen een schikking van 100.000 dollar per persoon.