Tussen 1486 en 1502 liet de Azteekse keizer Ahuitzotl een macaber bouwwerk neerzetten bij de Templo Mayor in de hoofdstad Tenochtitlan: een muur van honderden schedels, doorboord met palen zodat ze op verschillende niveaus konden uitkijken over de tempelbezoekers.
Maar van wie waren de schedels? Onder het bewind van Ahuitzotl werden een aantal naburige Azteekse koninkrijken verslagen en veroverd – waaronder de Mixteken en Zapoteken. Historici namen tot voor kort aan dat de schedels van gevangengenomen mannelijke krijgers van de twee rivaliserende rijken waren.