Anthony Comstock trekt zijn kraag over zijn dikke, rode bakkebaarden, zodat niemand in het publiek hem herkent. De 33-jarige burgeroorlogveteraan is een begrip in Amerika, waar hij al vijf jaar keihard optreedt tegen alles wat volgens hem ‘obsceen, onfatsoenlijk en immoreel’ gedrag is.
Sinds de invoering van de zogenoemde Comstock-wetten in 1873 is het verboden om seksueel aanstootgevend materiaal met de post te versturen, en op basis van die wetten mag de speciaal agent alle pakketjes openen en overtreders arresteren.
Op 2 november 1877 is Comstock naar Boston, Massachusetts, gereisd, waar uitgever Ezra Heywood een lezing geeft over ‘seksuele zelfbeschikking’. Comstock wil Heywood al een hele tijd achter de tralies zetten vanwege zijn zondige gedachten over natuurlijke verlangens – en onlangs heeft de uitgever hem twee obscene boeken gestuurd.
‘Het was walgelijk – ik moest de zaal meteen weer verlaten.’ Anthony Comstock nadat hij aanwezig was bij een lezing over liefde buiten het huwelijk
Met een arrestatiebevel in zijn binnenzak gaat Comstock zitten. Vanaf zijn zitplaats ziet hij ‘het verlangen op de gezichten’ van de aanwezigen, terwijl de spreker schandelijke woorden als ‘penis’ en ‘geslachtsgemeenschap’ in de mond neemt.
‘Het was walgelijk – ik moest de zaal meteen weer verlaten,’ noteert de agent later in zijn dagboek. Toch gaat hij de zaal weer in, waar hij Heywood na zijn lezing achtervolgt. Wanneer de uitgever weigert om vrijwillig mee te gaan, grijpt Comstock hem bij de nek en sleurt hem de trap af. De postmedewerker gooit zijn gevangene in een koets en stuurt hem naar de dichtstbijzijnde gevangenis.
‘De pelsjager van de duivel zit vast,’ schrijft de voorvechter van de zedelijkheid.
Comstock heeft de zoveelste misdadiger gevangen, maar hij weet dat er nog veel immorele mensen rondlopen. Van 1873 tot 1915 zet hij alles op alles om aanstootgevende teksten en afbeeldingen op te sporen – en de postmedewerker stopt niet voordat elke ‘seksmaniak’ is gestraft.

‘Edelachtbare, deze vrouw heeft een naakt kind gebaard!’ zegt Comstock in deze spotprent uit 1915.
Comstock verhuisde naar zondige stad
Anthony Comstock groeide op in een streng religieus gezin in New Canaan, Connecticut, waar zijn moeder hem voorlas uit de Bijbel en hij iedere zondag in de kerk zat.
Zijn walging voor seksuele emancipatie kreeg hij met de paplepel ingegoten, en achtervolgde hem toen Comstock zich in 1863 aansloot bij het leger van de Unie. Toen bij het kampvuur de whiskeyfles werd doorgegeven, goot Comstock demonstratief zijn deel op de grond. Hierdoor maakte hij veel vijanden – maar dat boeide hem niet.
‘Moet ik mijn principes opofferen om populair te zijn? NOOIT!’ schreef hij in zijn dagboek.
Voor Comstock was alcohol, net als seksuele verlangens, een test die mensen moesten doorstaan. Dus toen hij in 1876 op 22-jarige leeftijd naar New York ging om te werken, was hij geschokt. De mannen in deze miljoenenstad kwijlden over erotische foto’s en boeken, terwijl serveersters flirterige blikken om zich heen strooiden.
Jongeren hadden seks voor het huwelijk, en louche figuren verkochten ‘gonorroezakjes’ – condooms – damesschilden – pessariums – en vaginale spuiten om ziekten en zwangerschap te voorkomen.

In de 19e eeuw bestonden pessariums meestal uit een spons of een leren kapje dat in de baarmoeder werd geplaatst.
Bij de christelijke jongerenorganisatie Young Men’s Christian Association (YMCA) kreeg Comstock steun om het morele verval in New York keihard aan te pakken. De organisatie had banden met veel machtige mensen, waaronder politici.
Al in 1868 drukten Comstock en de YMCA in New York een wet door die de productie, verkoop en reclame van ‘elk obsceen en onfatsoenlijk boek’ verbood, waaronder ook korte verhalen en erotische plaatjes. Zelfs teksten over onderwerpen zoals anticonceptie en abortus konden niet door de beugel.
Na een uitgebreide lobby nam het Amerikaanse Congres in 1873 de ‘Act of Obscene Literature and Articles of Immoral Use’ aan, die later de Comstock-wetten werden genoemd. Hiermee moest het land zijn fatsoen weer terugkrijgen.

De New York Society for the Suppression of Vice (NYSSV) werd in 1873 door Comstock opgericht en bestond tot 1950 – lang na zijn dood.
Post werd gecontroleerd
President Ulysses S. Grant had de wet nog maar nauwelijks ondertekend of Comstock begon meteen met de handhaving. Zijn netwerk van spionnen mocht doorzoeken, in beslag nemen en arresteren. Om hen te motiveren, mochten ze 50 procent van de uitgedeelde boetes houden.
Comstock was vooral blij dat hij nu de post van Amerikanen mocht lezen, want via de post konden mensen elkaar ‘stiekem’ obsceen materiaal toesturen.
Elke keer dat een van Comstocks spionnen hem tipte dat iemand pornografie of obscene boeken via de post stuurde, maakte hij de brief of het pakje open om de dader te pakken te krijgen. De in beslag genomen boeken en foto’s werden daarna verbrand.
‘Hier stond de meest obscene voorstelling – een enorme penis in een telefooncel.’ Comstock over een aanstootgevende installatie in een bar in Brooklyn
De zedenpolitie controleerde ook bij krantenkiosken, om te kijken of kranten en tijdschriften misschien obsceen materiaal bevatten. Al in het voorjaar van 1873 verwijderden kranten zoals The New York Herald en The Sun advertenties van vroedvrouwen omdat Comstock dat moreel verwerpelijk vond.
Bars en cafés werden gedwongen om hun 'ongepaste' interieur aan te passen. De kleinste fallussymbolen werden verwijderd, en bij een bareigenaar in Brooklyn zag Comstock iets vreselijks.
‘Hier stond de meest obscene voorstelling – een enorme penis in een telefooncel. Hij wilde dit walgelijke object gebruiken om handel of bepaalde klanten aan te trekken,’ verklaarde hij woest.
De handel in erotische plaatjes ging ondergronds om boetes te voorkomen, dus moesten Comstock en zijn mannen misdaden actief uitlokken. Ze liepen sigarenwinkels en kapperszaken binnen en vroegen subtiel naar naaktfoto’s. Als een sigarenhandelaar hen bijvoorbeeld een sigarenkoker aanbood met een ondeugende foto erin, werd hij gearresteerd.
Die tactiek gebruikte Comstock ook in 1877, toen hij Ezra Heywood arresteerde. De agent had hem onder een valse naam een brief gestuurd, waarin hij de uitgever prees als voorvechter van de seksuele emancipatie. Daarnaast vroeg Comstock hem om hem twee boeken op te sturen – obscene boeken.
Zodra Comstock de boeken binnen had, kon hij Heywood arresteren. De uitgever werd veroordeeld tot twee jaar gevangenis en een boete van 100 dollar.
Comstock bang voor etalagepoppen en medische boeken
Bijna 50 jaar lang joeg Anthony Comstock op alles wat in zijn optiek moreel ongepast was. Hij censureerde zelfs etalagepoppen en anatomische studieboeken.

Dildo’s vergiftigen de ziel
Comstock beschreef ‘rubberen voorwerpen met onfatsoenlijke doeleinden’ als ‘zelfvergiftiging voor vrouwen’. De rechter gaf hem gelijk en verbood de verkoop van dildo’s. Comstock nam er 30.000 in beslag.

Medische boeken onder de loep
‘De weg naar het bordeel loopt via het boek,’ zei Comstock. En hij bedoelde niet alleen vieze boekjes, maar ook studieboeken. Zelfs medische anatomieboeken mochten niet via de post worden verstuurd.

Buikdansen was verderfelijk
Op de wereldtentoonstelling in Chicago in 1893 zag Comstock ‘de meest schandelijke vertoning van moreel verval’ – een buikdanseres. Daarna werd besloten dat danseressen geen halfdoorzichtige topjes mochten dragen.

Geen penissen op de kunstacademie
In 1906 probeerde Comstock naaktstudies op de kunstacademie te verbieden. Hij vond het schandalig dat studenten naaktfoto’s natekenden – en dat jonge vrouwen penissen zagen. Maar de rechter hield hem tegen.

Onzedelijke etalagepoppen
De laatste 10 jaar van zijn leven streed Comstock tegen etalagepoppen die korsetten en jarretels droegen. Hij wilde deze onzedelijke poppen in het hele land verbieden, maar zijn campagne mislukte.
Vrouwen in de greep van Comstock
Comstock richtte zich in het begin vooral op mannen, maar na de arrestatie van Ezra Heywood werd hij bezeten door de zogenoemde ‘free lovers’ die, net als Heywood, vonden dat de overheid zich niet met menselijke verlangens moest bemoeien.
‘Het zijn zwakke, luie, ondeuglijke en corrupte mensen, zonder fatsoen,’ zei Comstock, die vond dat deze mensen ‘in een zwijnenstal thuishoorden’.
Zo ook vrouwenrechtenactiviste Sarah Chase, die lezingen gaf over seksualiteit. In 1878 werd ze door Comstock gearresteerd omdat ze een spuit had verkocht die niet alleen ziekten voorkwam, maar ook als voorbehoedsmiddel kon worden gebruikt. Chase werd echter niet gestraft, omdat niet bewezen kon worden dat ze de spuit aan losbandige vrouwen verkocht. Om de speciale agent te pesten, verkocht Chase de spuit voortaan als de Comstock-spuit.

Ann Trow Lohman, bijnaam Madame Restell, hielp bij abortussen in de Verenigde Staten. Ze werd regelmatig gearresteerd en door de pers omschreven als moordenaar.
Maar minder sterke, zelfverzekerde vrouwen bezweken vaak onder de enorme druk van Comstock. In 1878 kreeg de 65-jarige Ann Trow Lohman, die vrouwen hielp met abortussen, bezoek van een dikke, voor haar onbekende man. Die man – een vermomde Comstock – vroeg haar om een voorbehoedsmiddel, om te voorkomen dat zijn vrouw zwanger zou worden. Lohman verkocht hem wat pillen en een drankje.
Een week later dook de man op met twee agenten en twee journalisten om Lohman te arresteren.
‘Wat ben ik bang voor morgen,’ zei ze tegen haar schoonzoon op de dag dat ze naar de rechtbank moest.
Uit angst om haar laatste jaren in de cel door te moeten brengen, pleegde Lohman zelfmoord.
Maar dat maakte weinig indruk op Comstock en zijn banden met conservatieve Amerikaanse politici. Zijn methodes waren misschien wat grof, maar ze hadden wel effect.
In 1893 had hij meer dan 1000 Amerikanen veroordeeld, 800.000 erotische foto’s in beslag genomen en ongeveer 100.000 obscene voorwerpen geconfisqueerd.

Onder J. Edgar Hoover (r) controleerde de FBI zelfs Hollywoodfilms op moreel verwerpelijke inhoud.
Wet ging 100 jaar mee
Comstock overleed in 1915, maar zijn wet was nog springlevend. Zijn censuur bleef nog 50 jaar bestaan – en niemand minder dan FBI-directeur J. Edgar Hoover omarmde zijn methodes.
Op het moment dat hij overleed, had Anthony Comstock al veel van zijn autoriteit verloren. Toch zou het nog zeker 50 jaar duren voordat zijn censuur werd afgeschaft.
De Comstock-wetten bleven niet alleen decennialang vrijwel onveranderd – ze werden ook omarmd door FBI-directeur J. Edgar Hoover. Als jonge rechtenstudent raakte Hoover gefascineerd door de conservatieve postmedewerker, en toen hij hoofd van de FBI werd, besefte hij dat inzicht in de communicatie belangrijk was om het land onder controle te krijgen. Hoover breidde de methodes uit met o.a. afluistering.
Maar de Comstock-wetten kwamen onder druk te staan. In de jaren 1950 lanceerde Hugh Hefner het tijdschrift Playboy. De eerste edities werden in beslag genomen, maar Hefner spande een rechtszaak aan – en won. Dat vonnis was de doodsteek voor de Comstock-censuur.
Het duurde echter tot 1972 voordat de wetten werden opgeheven – in dat jaar werden de beperkingen op anticonceptie ongrondwettelijk verklaard door het Amerikaanse Hooggerechtshof.
Koning van de censuur onttroond
In het begin aasde Comstock vooral op mensen uit de sociale onderklasse, maar de macht steeg hem uiteindelijk naar het hoofd en vanaf het einde van de 19e eeuw ging hij ook achter de maatschappelijke elite aan. Comstock viel zelfs elitaire kunstgaleries binnen om aanstootgevend werk te confisqueren. Maar zijn ijver werd zijn ondergang. De bovenklasse, die haar eigen normen had, nam afstand van hem en de moraalridder verloor zijn politieke steun.
In 1913 beweerde de Passaic Daily News uit New Jersey zelfs dat Comstock ‘zich in de stad zo vaak belachelijk heeft gemaakt dat zijn kruistocht geen enkele indruk meer maakt’. In spotprenten werd hij als monnik afgebeeld en mensen noemden hem ‘Sint Antonius’.

Omdat hij alles en iedereen probeerde te verbieden, werd Comstock in de pers belachelijk gemaakt. Hier is hij een monnik die bang is voor etalagepoppen.
In 1915 nam de 71-jarige Comstock eindelijk ontslag. Drie maanden later overleed hij aan een longontsteking. Hij beweerde dat hij in 42 jaar 160 ton obscene boeken en ander materiaal in beslag had genomen en 2740 mensen tot in totaal 566 jaar gevangenisstraf had veroordeeld.
Dat 15 arrestanten zelfmoord pleegden, boeide Comstock niet – in een jaarverslag schreef hij dat het nieuws over hun dood evenveel indruk maakte ‘als een slechte roman’.

In 1887 verscheen een illegale publicatie van Fanny Hill, met expliciete tekeningen van de erotische avonturen van de hoofdpersoon.
200 jaar oude Fanny veranderde de wet
Sinds de uitvinding van de drukpers zijn erotische literatuur en pornografie in de hele westelijke wereld omstreden. Elk land had zijn eigen Comstocks, die boeken in beslag namen en kunst verboden. Zo konden mensen die in het middeleeuwse Spanje het Hooglied uit het Oude Testament vertaalden, een gevangenisstraf krijgen.
Maar het boek over de prostituee ‘Fanny Hill’ uit 1748 zou onverwacht een einde maken aan deze censuur. Het boek werd direct na publicatie in de meeste landen verboden, maar halverwege de jaren 1960 begonnen steeds meer uitgevers zich tegen de starre wetgeving te verzetten. Al snel werd het boek een bestseller – ook in Nederland.
De illegale publicaties leidden in veel landen tot rechtszaken en zorgden voor een nieuw perspectief op pornografie. Het eerste land dat de wet op erotische literatuur afschafte, was Denemarken in 1967 – daarna volgden veel andere landen.