De president van de VS mag per decreet (executive order) nieuwe wetten invoeren. Op 6 februari 1992 stuurde George H.W. Bush zijn nieuwste besluit echter niet naar de politici in het Congres, maar naar de bijna 400 medewerkers van het Witte Huis in Washington.
Daar woont en werkt de president van de VS met zijn gezin en huisdieren. Bush sr. begon zijn decreet met de woorden:
‘Sinds kort is Ranger op dieet. Als dat geen succes wordt, melden we Ranger aan voor de Houston Fat Stock Show.’
Ranger was de springerspaniël van de president en The Houston Fat Stock Show is een show voor grote dieren in Texas.
De immer kwispelende Ranger was dik geworden omdat hij erg geliefd was in het Witte Huis en daarom veel traktaties kreeg van goedbedoelende medewerkers. Maar Bush wilde daar een einde aan maken met een presidentieel decreet.
Alle medewerkers legden hondeneed af
De hond kreeg een bordje om zijn nek met de tekst ‘niet voeren’. In zijn decreet beval Bush al zijn medewerkers ook om de volgende eed af te leggen:
‘We beloven Ranger niet te zullen voeren. We zullen hem geen crackers geven. We zullen hem geen enkel eten geven.’
Ranger (r, waarschijnlijk) en zijn moeder Millie waren huisdieren van Bush sr. Hij had nog een hond en een kat toen hij president was (1989-1993).
Ranger mocht ook niet meer op eigen houtje door het Witte Huis dwalen. Het is niet bekend of het bevel van de president werd opgevolgd, want het was natuurlijk vooral humoristisch bedoeld. Zo stond er:
‘Ik zal jullie natuurlijk op de hoogte houden van Rangers gevecht tegen overgewicht. Op dit moment ziet hij eruit als een zeppelin, weliswaar een vriendelijke en lieve zeppelin, maar niettemin een zeppelin.’
Huisdieren zijn van alle tijden in het Witte Huis. Van de 46 presidenten tot nu toe hadden alleen Trump en Polk er geen. Honden zijn het populairst, maar twee presidenten hadden een alligator, drie een beer en Calvin Coolidge had een dwergnijlpaard.