CPA Media Pte. Ltd./Imageselect

Zwarte tanden waren een rage

Gitzwarte tanden waren tot in de 19e eeuw een schoonheidsideaal in Japan. Iedereen, van samoerai tot geisha, maakte het glazuur zwart met een speciaal mengsel. De traditie verdween met de komst van westerlingen.

Het stonk enorm als er ijzervijlsel door azijn werd geroerd en het metaal daarin langzaam oploste. Het werd er zeker niet beter op als de oplossing daarna werd gemengd met theebladeren en poeder van de tanninehoudende vrucht myrobalaan. Uiteindelijk ontstond er een zwarte brij.

Voor veel middeleeuwse Japanners was deze stinkende massa de weg naar een perfect uiterlijk.

‘Lastig om er niet meteen kotsmisselijk van te worden.’ Zo beschreef de Britse diplomaat Rutherford Alcock zijn reactie toen hij de zwarte tanden zag

Het goedje moest over de tanden worden gewreven, zodat het glazuur helemaal zwart werd.

Dit proces werd verschillende keren per week herhaald, maar het was de moeite waard: een gebit waar elke Japanner van droomde – glanzende, zwarte tanden.

Zwarte tanden werden populair

Uit archeologische vondsten in Japan blijkt dat de traditie van zwartgekleurde tanden terug te voeren is tot de Kofunperiode (300-538 n.Chr.). Pas tijdens de Heianperiode, van 794 tot 1185, werd het zwart maken van tanden – ook wel ohaguro – populair in heel Japan. Tegen die tijd was het verschijnsel zo bekend dat het werd vermeld in volksverhalen en zelfs in ’s werelds eerste roman uit de 11e eeuw: Het verhaal van Genji.

Aristocraten waren de eersten die hun tanden verfden. Zowel mannen als vrouwen gebruikten het zwarte mengsel, waardoor tandziekten als cariës en andere gebitsaandoeningen minder opvielen. De meeste mensen in die tijd hadden flink verkleurde tanden, maar dankzij ohaguro konden alle gele en bruine tinten worden verborgen.

De tanden waren vlijmscherp

Wit als krijt, fonkelend als diamanten of puntig als die van Dracula, het gebit heeft door de eeuwen heen van alles ondergaan om maar aan de nieuwste trends te voldoen.

© Raimund Franken/Imageselect

Edelstenen waren populair

Kleine diamantjes in de tanden zijn tegenwoordig een bekend fenomeen. Het gebruik gaat meer dan 2500 jaar terug, toen de Maya’s al kleine gaatjes in hun tanden boorden en er edelsteentjes in zetten.

© Luigi Petro/Imageselect

Urine en melk voor witte tanden

Ook in het Romeinse Rijk wilden mensen al witte tanden. Een mooi gebit symboliseerde voorspoed en om dat te bereiken, gebruikten de Romeinen een mengsel van geitenmelk en urine om tanden te bleken.

© The Picture Art Collection/Imageselect

Gevijlde tanden waren aanlokkelijk

Eeuwenlang vijlden Afrikaanse stammen hun tanden af. Dit was bijvoorbeeld een traditie bij de Mbuti in Congo. Een lid van de stam, Ota Benga, werd in 1906 tentoongesteld in de Bronx Zoo in de VS.

Daarnaast dachten ze dat de zwarte laag de tanden zou beschermen tegen mondziekten die vreselijke kiespijn veroorzaken.

De Japanners vonden glinsterende zwarte voorwerpen al mooi en ze vonden het gezicht perfect als het gitzwarte haar en de wenkbrauwen werden aangevuld met zwarte tanden.

Deze trend verspreidde zich naar de wereld van de geisha’s, waarin gastvrouwen heren begroetten met een stralende, gitzwarte glimlach. Als de geisha’s hun gezichten met witte make-up bedekten, vielen onaantrekkelijke gele tanden direct op, maar als ze hun tanden zwart maakten, hadden ze daar geen last meer van. Uiteraard tot grote tevredenheid van de gasten.

Zwarte glimlach was eerbaar

In de Edoperiode (1603-1868) werd ohaguro ook populair in de lagere sociale klassen. Jonge vrouwen maakten – net als de geisha’s – hun verkleurde tanden zwart om ze te verbergen en zo hun kansen op een goed huwelijk te vergroten. Ook prostituees verfden op grote schaal hun tanden om aantrekkelijker te lijken.

Onder getrouwde vrouwen werd het zelfs een gewoonte de tanden zwart te maken als ze naar buiten gingen.

Tot ver in de 19e eeuw werden zwarte tanden in Japan geassocieerd met vrouwelijke schoonheid.

© CPA Media Pte. Ltd./Imageselect

De kleur zwart was een symbool van eerbaarheid en trouw, en vrouwen konden dankzij ohaguro laten zien dat ze hun hart aan niemand anders dan hun echtgenoot toevertrouwden.

Vanwege deze symbolische betekenis verfden de samoerai hun tanden ook zwart. Voor deze mannelijke krijgers was het echter geen kwestie van trouw aan een partner van het andere geslacht, maar van trouw en loyaliteit aan hun heer.

Westerlingen verafschuwden gewoonte

In de tweede helft van de 19e eeuw drongen westerlingen het geïsoleerde rijk binnen en hun komst zou een enorme invloed hebben op de ohaguro-traditie.

Westerlingen vonden de zwarte tanden van de Japanners echt verschrikkelijk. In Europa werden zwarte tanden namelijk geassocieerd met slechte mondhygiëne en ze vroegen zich oprecht af waarom Japanse vrouwen zich op deze manier te schande wilden maken.

De Britse diplomaat Rutherford Alcock schreef in 1863 dat toen hij ‘naar hun grote mond vol zwarte tanden keek,’ het ‘lastig was om er niet meteen kotsmisselijk van te worden.’

Sommige geisha’s verven tot op de dag van vandaag hun tanden zwart.

© Shutterstock

De groeiende invloed van het Westen betekende dat steeds minder Japanners hun tanden verfden en in 1870 verbood het Meiji-regime ohaguro zelfs, om het land westerser te maken. Hoewel sommige mensen op het platteland hun tanden bleven verven, verdween de traditie bijna helemaal.

Vandaag de dag is ohaguro een zeldzame verschijning en er zijn nog slechts een paar geisha’s die de traditie in ere houden door hun tanden zwart te maken.

MEER OVER ZWARTE TANDEN:

Wu Mingren, The Allure of Blackened Teeth: A Traditional Japanese Sign of Beauty, ancient-origins.net, 2020