Nu gruwt iedereen bij de gedachte aan kannibalisme, maar in de loop der tijden hebben koningen met grootheidswaan, hongerige schipbreukelingen en gewetenloze seriemoordenaars hun tanden gezet in hun soortgenoten.
Sommigen hadden er gewoon trek in, anderen deden het om niet te verhongeren.
Lees alles over de gruwelijkste kannibalen aller tijden.
Kannibalen kregen betaald in mensenvlees

De Zappo Zap waren berucht om hun kannibalisme. Ze hielden de gruwelijke traditie in stand tot 1910.
De Zappo Zap uit de Belgische kolonie Congo (nu de Democratische Republiek Congo) waren rond 1900 de trouwste hulpjes van de Belgen. Maar de stam was ook kannibalistisch. En anders dan de meeste andere kannibalen in Afrika aten de Zappo Zap niet alleen mensen tijdens rituelen.
De kannibalen beschouwden mensenvlees als een delicatesse, en daar maakten de Belgische overheersers handig gebruik van. Ze lieten de krijgers belastingen innen in de vorm van het sap van rubberbomen, ivoor en slaven. De Zappo Zap mochten zelf weten welke methoden ze daarbij gebruikten, zo luidde de stilzwijgende afspraak.
Het gevolg was dat de kannibalen meer dan 100 onschuldige mensen opaten. De Amerikaanse zendeling Lachlan C. Vass bezocht het kamp van het stamhoofd en schreef op 6 januari 1900 in de Los Angeles Herald:
‘47 lichamen lagen nog in het kamp. Het vlees was eraf gesneden.’
Kannibaalkoning at bijna 1000 mensen op

Aziatische kannibalen hielden vaak de schedels van hun slachtoffers en stalden die uit in religieuze gebouwen.
Udre Udre heerste begin 19e eeuw over het eiland Viti Levu in Fiji. Naar verluidt leefde hij uitsluitend van mensenvlees. De slachtoffers waren krijgsgevangenen die de stam van de kannibaal zelf had gemaakt of als tribuut kreeg van geallieerde stammen.
Het kannibalisme van Udre Udre kwam volgens bronnen voort uit het idee dat een mens de kracht van zijn vijand overneemt als hij hem opeet. Daarom weigerde Udre Udre ook het mensenvlees te delen met de rest van zijn volk: hij was bang dat anderen sterker zouden worden dan hij.
De zendeling Richard Lyth ontmoette in 1840 Udre Udres zoon Ravuta. Die vertelde dat zijn vader hen in zijn eentje opat zonder ze met iemand te delen. ‘Hij voegde een steen aan een rij toe voor ieder van hen.’
Toen de kannibaal stierf, waren er 872 stenen, maar vermoedelijk waren ze niet allemaal blijven liggen. Volgens historici at de heerser rond de 1000 mensen op.
Loting bepaalde wie gegeten werd

In 1820 werd de walvisvaarder Essex geramd door een walvis. Hierna begon een meedogenloze overlevingsstrijd.
Op 20 november 1820 zonk de Amerikaanse walvisvaarder Essex zo’n 1500 zeemijl ten westen van de Galapagoseilanden. De 20 opvarenden klommen in drie reddingsboten en begonnen naar Zuid-Amerika te roeien, 4000 kilometer verderop.
Er was weinig proviand, en na een maand viel de eerste hongerdode. Die werd in het water gegooid, net als het volgende slachtoffer. Maar toen een derde man bezweek, spraken de overlevenden af hem op te eten. Dat deden ze nog een aantal keer, en begin februari waren er geen lichamen meer om van te eten. Daarop besloten de mannen te loten wie zich zou laten doodschieten om opgegeten te worden. De 18-jarige Owen Coffin was de pineut.
In totaal aten de schipbreukelingen zeven mensen, maar Coffin was de enige die werd vermoord om zijn vlees. Drie weken later werden de overlevenden gered door een Amerikaans schip. Ironisch genoeg hadden ze zichzelf honderden kilometers kunnen besparen door naar de Genootschapseilanden te roeien in plaats van naar het vasteland van Zuid-Amerika. Maar ze zagen daarvan af omdat er naar verluidt kannibalen huisden op de eilanden.
Kannibalisme uit wanhoop

Het verhaal van vlucht 571 werd in 1993 verfilmd. Alive is gebaseerd op verslagen van ooggetuigen.
Alles leek volgens plan te verlopen toen vlucht 571 op 13 oktober 1972 om 15.24 uur de daling inzette naar Curicó in Chili. Aan boord waren 19 spelers van het rugbyteam Old Christians Club en hun familie en vrienden.
Maar de 45 passagiers zouden nooit aankomen in Curicó. De piloot schatte de hoogte verkeerd in en het toestel stortte neer in de Andes. Er vielen 12 doden tijdens de crash, en 17 anderen bezweken later aan hun verwondingen of de kou. Er was maar weinig eten aan boord, en in de besneeuwde bergen waren geen dieren of planten te bekennen. Er zat maar één ding op voor de overlevenden: kannibalisme.
‘We legden reepjes bevroren vlees op een metalen plaat. We aten ervan als we ons ertoe konden zetten,’ zei overlevende Roberto Canessa later.
De passagiers werden op 23 december gered, 72 dagen na de crash. Twee van hen hadden tien dagen gelopen naar bewoond gebied om hulp te halen.
Meerdere overlevenden vertelden later dat het kannibalisme voor hen het zwaarste van de hele ervaring was.
Jeffrey Dahmer bewaarde lijken in de vriezer

Jeffrey Dahmer werd al in 1982 gearresteerd wegens masturberen voor minderjarigen.
De agenten wisten niet wat ze hoorden toen ze op 22 juli 1991 een verwarde man aanhielden op straat in het Amerikaanse Milwaukee. Hij vertelde dat iemand hem wilde vermoorden en dat de dader had gedreigd zijn hart op te eten.
Schoorvoetend ging de politie mee naar het appartement waar de man naar eigen zeggen was belaagd.
De bewoner, de 31-jarige Jeffrey Dahmer, liet hen vriendelijk binnen.
De sfeer veranderde echter toen een agent een aantal foto’s van afgehakte lichaamsdelen zag liggen. Bij een huiszoeking bleek later dat het appartement vol lichaamsdelen lag. In de vrieskist lagen mensenhoofden en in de slaapkamer stond een groot vat vol chemicaliën en half opgeloste lichamen.
In de rechtbank bekende Dahmer dat hij de slachtoffers had bedwelmd, seks had gehad met de lichamen en ervan had gegeten. Van 1978 tot 1991 had de kannibaal 17 jonge mannen vermoord.
Dahmer kreeg 15 keer levenslang, maar hij zat maar drie jaar in de gevangenis. In 1994 werd de kannibaal vermoord door een medegevangene.
Kannibaal van Rotenburg filmde zijn daden

Armin Meiwes stelde in de rechtbank dat het slachtoffer zich vrijwillig liet opeten, maar daar trapte de rechter niet in.
In 2001 plaatste de 39-jarige Duitse computertechnicus Armin Meiwes een bijzondere advertentie op een internetforum. Hij zocht een ‘goed gebouwde 18- tot 25-jarige man, die bereid is zich te laten doden en opeten’.
Bernd Brandes, een 43-jarige ingenieur uit Berlijn, reageerde op de post, en op 9 maart ontmoetten de twee elkaar om het plan uit te voeren.
Kannibalisme was geen misdaad in Duitsland, maar moord wel. Daarom probeerde Meiwes te voorkomen dat hij zijn slachtoffer ombracht.
In plaats daarvan amputeerde hij de penis van Brandes en liet hij hem bloedend achter in de badkuip. Toen Brandes een tijdje later nog leefde, deelde Meiwes een stukje van de penis met hem, waarna hij het slachtoffer doodde en in stukken sneed.
‘Ik zette kaarsen op tafel en dekte die met mijn beste servies, en bakte een biefstuk, een stuk van zijn rug,’ zei Meiwes later.
De kannibaal filmde alles, en hij was er wellicht mee weggekomen als hij niet nog een advertentie had geplaatst. Die bracht de politie op zijn spoor, en Meiwes kreeg levenslang.
In 2007 besloot hij vegetariër te worden.
Slachter van Rostov vermoordde 52 mensen

Tsjikatilo groeide in honger op in Oekraïne, waar mensen hun toevlucht namen tot kannibalisme om te overleven.
Vanwege zijn drukke baan als inkoper voor een fabriek in Rostov in de Sovjet-Unie was Andrej Tsjikatilo veel van huis, maar verder leek hij een brave vader en echtgenoot te zijn.
Tsjikatilo leidde echter een dubbelleven. Tijdens zijn reizen in de Sovjet-Unie, die in de jaren 1980 in verval was, bracht hij veel tijd door op treinstations en bij bushaltes.
Daar zocht hij kinderen en jongeren van beide geslachten uit, die hij lokte door hen bijvoorbeeld een maaltijd te beloven. Dan trok hij een mes en stak hij hen dood. Vervolgens at hij een deel van het lichaam, zoals de tong, het puntje van de neus en de geslachtsdelen.
Door geblunder van de politie en omdat Tsjikatilo altijd een alibi had, kon hij lang zijn gang gaan. Pas toen de politie in 1990 stations dag en nacht ging observeren, werd de kannibaal gepakt.
Tijdens het proces bleek dat de ‘Slachter van Rostov’, zoals Tsjikatilo werd genoemd, 52 moorden had gepleegd. Dat was genoeg voor de doodstraf, die in 1994 werd voltrokken.