Shutterstock
Hongaars geld

Welk land kende de hoogste inflatie?

Na de Tweede Wereldoorlog sloeg de inflatie zo hard toe in Hongarije dat de prijzen elke 15 uur verdubbelden en men betaalde met briefjes van 100 triljoen.

Elke 15 uur verdubbelden de prijzen. Zo heftig was de inflatie in Hongarije na de Tweede Wereldoorlog. Het Oost-Europese land kende de hoogste geldontwaarding in de wereldgeschiedenis.

De economische malaise begon al toen Oostenrijk-Hongarije in 1918 de Eerste Wereldoorlog verloor. Het land werd opgedeeld, en slechts circa 30 procent ervan viel ten deel aan het nieuwe Hongarije.

De spoorlijnen, mijnen, fabrieken, banken en havens van het voormalige rijk lagen voor een groot deel buiten de Hongaarse grenzen, waardoor het land tot armoede verviel.

Hongaars geld

Hongaars geld was na de Tweede Wereldoorlog vrijwel waardeloos.

© Shutterstock

Inflatie rees de pan uit

Na de opdeling volgde een periode van politieke instabiliteit, waardoor de waarde van de Hongaarse munt daalde. Om daar iets aan te doen voerde de regering een belasting van 20 procent in op alle spaartegoeden, maar dat leidde ertoe dat de Hongaren alles opnamen en dat contanten de samenleving overspoelden. De regering moest bankbiljetten bijdrukken, en in 1923 bedroeg de inflatie 98 procent per maand.

Dat was echter nog niets vergeleken bij de geldontwaarding na de Tweede Wereldoorlog. De Russen roofden het land leeg en de goudvoorraad werd naar de VS gesmokkeld. Tijdens de gierende inflatie verdubbelden de prijzen elke 15 uur, en uiteindelijk betaalden de Hongaren met bankbiljetten van 100 triljoen pengő.

De economie stabiliseerde in 1946, toen de regering de forint invoerde. Er gingen 400 quadriljard pengő in één forint.