Elke 15 uur verdubbelden de prijzen. Zo heftig was de inflatie in Hongarije na de Tweede Wereldoorlog. Het Oost-Europese land kende de hoogste geldontwaarding in de wereldgeschiedenis.
De economische malaise begon al toen Oostenrijk-Hongarije in 1918 de Eerste Wereldoorlog verloor. Het land werd opgedeeld, en slechts circa 30 procent ervan viel ten deel aan het nieuwe Hongarije.
De spoorlijnen, mijnen, fabrieken, banken en havens van het voormalige rijk lagen voor een groot deel buiten de Hongaarse grenzen, waardoor het land tot armoede verviel.