Library of Congress
Victoriaanse toeristen voor de piramiden

Wanneer werden we toeristen?

In de jaren 1840 komt de Brit Thomas Cook op een idee waar we nu nog diarree, een verbrande neus en mooie souvenirs aan overhouden.

Reizen voor het plezier was al bekend in de oudheid, toen onder meer rijke Romeinen graag de wereld verkenden. Tot de populairste toeristische bestemmingen behoorden kustplaatsen als Baiae en Pompeï, die elke zomer duizenden Romeinen lokten met warm zwemwater en een milder klimaat dan in de klamme, groezelige steden. Reizen was echter voorbehouden aan de rijksten, die doorgaans grote zomervilla’s in de badplaatsen bezaten.

Het toerisme in moderne zin ontstond in de jaren 1840, toen het reizen dankzij het spoorwegnet makkelijker en sneller ging. De Britse zakenman Thomas Cook wist als een van de eersten een slaatje te slaan uit de mogelijkheden van het massatoerisme en bood pakketreizen aan waarbij vervoer, kost en inwoning bij de prijs waren inbegrepen.

Victoriaanse toeristen voor de piramiden

In de jaren 1860 trokken Europese toeristen naar Egypte om onder meer de piramiden en de Sfinx te zien.

© Library of Congress

‘Een zwerm sprinkhanen’

Het begon met binnenlandse reizen in Engeland, maar in 1855 stuurde Cook de eerste ploeg Engelse toeristen per trein en schip naar Calais in Frankrijk. Het jaar daarop begonnen de reizen naar andere delen van Europa, en in de jaren 1860 stuurde Cook toeristen naar de VS en Egypte.

Maar al bij het ontstaan van het massatoerisme stuitte het verschijnsel op veel kritiek. Zo beschreef de Duitse jurist Heinrich Wenzel de Engelse toeristen als een zwerm sprinkhanen ‘die over de Rijn en door Zwitserland en Italië trekt’.