Unsplash
Lommeur

Wanneer kregen we minuten en seconden?

De meeste mechanische klokken hadden maar één wijzer, en minuten en seconden waren duizenden jaren vrijwel onbekend voor de meeste mensen. Maar in de 19e eeuw vereiste een uitvinding dat we op tijd kwamen.

Minuten en seconden zeiden gewone mensen tot in de 19e eeuw niets. In dit tijdperk deed echter een nieuw verschijnsel zijn intrede, dat nauwkeuriger tijdmetingen noodzakelijk maakte: de trein.

Toen er eenmaal spoorlijnen en locomotieven waren, konden afstanden veel sneller afgelegd worden dan voorheen. Daarom kregen spoorwegmaatschappijen en passagiers er behoefte aan om de dag in kleinere eenheden op te delen, zodat vertrek- en reistijden beter te coördineren waren.

VIDEO: Waarom heeft een uur 60 minuten?

Video

Griek bedacht minuten

De eerste stap op weg naar een indeling van de dag werd al duizenden jaren eerder gezet door de astronomen van het oude Egypte. Zij verdeelden de dag in 24 uur, maar hun zonnewijzers en waterklokken waren niet bijster geschikt voor nauwkeuriger tijdmetingen.

Het concept van minuten en seconden werd in 150 n.Chr. bedacht door de Griek Ptolemaeus. In zijn Almagest verdeelde de geleerde de 360 lengte- en breedtegraden van de aarde in 60 stukken, die hij ieder opnieuw in 60 kleinere eenheden opdeelde.

De eerste noemde hij minutae primae, waar ‘minuut’ van is afgeleid, 1/60 van een uur. De tweede verdeling heette minutae secundae, en dat werden de seconden.

Lommeur

Tot in de 19e eeuw hadden maar weinig mensen een zakhorloge nodig om de minuten en seconden te kunnen volgen.

© Unsplash

Eerste klokken hadden één wijzer

Dit concept had echter geen praktisch nut, want pas in de 16e eeuw werden mechanische klokken zo geavanceerd dat de uurwijzer gezelschap kon krijgen van wijzers die de minuten en seconden aangaven. En gewone mensen hadden pas iets aan minuten en seconden toen de stoomtrein zijn intrede deed.

In Groot-Brittannië werd het leven van treinpassagiers in 1840 nog iets makkelijker gemaakt toen de spoorwegen de tijd in de stationsplaatsen standaardiseerden. Daarmee kwam er een einde aan plaatselijke tijdsverschillen en werd de tijdmeting nog nauwkeuriger.

In 1884 kwam er een internationale standaardtijd met verschillende tijdzones, maar veel landen voerden die pas iets later in.