Mariani’s stimulerende wijn veroverde Europa en de VS. De populariteit was vooral te danken aan het feit dat hij allerlei beroemdheden had gestrikt om in zijn advertenties te verschijnen.
Een van hen was Paus Leo XIII, die zo dol was op de Mariani-wijn dat hij altijd een flesje bij zich had, zodat hij een oppepper kon krijgen ‘op momenten dat gebeden niet toereikend waren’.
Verbod bracht ons cola
De immense populariteit van Vin Mariani leidde tot imitaties, waaronder Pemberton’s French Coca Wine, die in 1885 werd gebotteld door de Amerikaanse apotheker John S. Pemberton. Volgens hem kon zijn cocaïnewijn ‘hoofdpijn, hysterie en melancholie’ genezen.
Het jaar daarop voerden delen van de staat Georgia echter een alcoholverbod in, en Pemberton verving de rode wijn door bruiswater en doopte het om tot Coca-Cola. De cocaïne bleef echter: het drankje bevatte circa 9 mg per glas. Ter vergelijking: een lijntje cocaïne bevat meestal zo’n 50 mg.
Pas begin 20e eeuw kwam aan het licht dat cocaïne geen wondermiddel was, maar zeer gevaarlijk, waardoor producten als Coca-Cola en Vin Mariani een slechte naam kregen. In 1904 haalde Pemberton de cocaïne uit zijn drankje, dat nog wel cafeïne bevatte en onverminderd geliefd bleef.
Mariani voerde echter een vergeefse strijd om cocaïne legaal te houden. Die eindigde uiteindelijk in 1914. Datzelfde jaar stierf Mariani en werd zijn legendarische product uit de schappen gehaald.