De reden dat muntjes vaak in een spaarpot met de vorm van een varken terechtkomen, moeten we zoeken in het middeleeuwse Engeland. Daar werd geld bewaard in kleine kruikjes.
Die waren meestal van aardewerk omdat die goedkoper en makkelijker te maken waren dan spaarpotten van metaal of hout. De kruiken waren van een rood aardewerk dat pygg werd genoemd, uitgesproken als ‘pug’.
Pygg jars werden pig jars
De spaarpotten werden in de volksmond pygg jars genoemd. In de Engelse taal trad ondertussen een verandering op waardoor de y niet meer als u-klank, maar als i-klank werd uitgesproken.
Daardoor klonk pygg jar rond de 18e eeuw als pig jar (varkenspot). Al snel vergaten de Engelsen wat de eigenlijke oorsprong van het woord was en begonnen pottenbakkers hun spaarpotten de vorm van een varken te geven.